Harry Geels: Centrale bankiers, de ongekroonde koningen van het systeem

Harry Geels: Centrale bankiers, de ongekroonde koningen van het systeem

Centrale bank Politiek
Harry Geels

Door Harry Geels

Ons huidige systeem is kapitalistisch noch communistisch, maar een mengeling van private bedrijven, overheid en centrale bank. De laatste twee hebben een steeds dominantere rol gekregen, de centrale bank zelfs zonder duidelijk democratisch mandaat. Eén plaatje kan laten zien hoe bizar diffuus het systeem is geworden.

Er wordt in de media momenteel veel gediscussieerd over een noodzakelijke systeemverandering. Het huidige systeem zou niet voldoen omdat het bijvoorbeeld de ongelijkheid sterk zou hebben vergroot en onze aarde te veel zou hebben beschadigd. In de discussie worden bijna altijd de publieke markten tegenover de private markten geplaatst, wat eigenlijk niets anders is dan de bekende politieke ideologieënstrijd, bijvoorbeeld die tussen het neo-liberalisme en het socialisme, of het kapitalisme en het communisme.

Die tegenstelling is veel te simpel. Centrale banken hebben zich in de laatste eeuw gemanifesteerd als een steeds dominantere speler, zowel op de publieke als op de private markten. Althans, wat daarvan nog over is. Sterker nog, tegenwoordig kennen we geen crisis meer zonder de interventies van centrale banken, waarbij vaak onbesproken blijft dat centrale banken door hun dominantie ook altijd een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van crises. Laten we het huidige systeem eens in een model ontrafelen.

Zeven verschillende soorten markten

In Figuur 1 zijn drie hoofdmarkten te zien: de private, de publieke en de monetaire, en vier overlappende markten. De private markt spreekt voor zich. Bedrijven kunnen hier autonoom opereren, mits ze zich aan de wet- en regelgeving houden, al is overheidsinmenging niet ver weg, bijvoorbeeld middels subsidies. Op de publieke markt regelt de overheid bijna alles, zoals politie, leger, zorg en onderwijs. Op de monetaire markten onderhouden centrale banken het geldsysteem en de geldhoeveelheid en een balans met publieke en private assets (en liabilities).

Figuur 1: Het economisch systeem in de meeste landen in de wereld

28052024 - Harry Geels - Figuur 1

Het bijzondere aan centrale banken is dat ze opereren als een bedrijf, maar niet failliet kunnen gaan. Vorig jaar zijn er door de belangrijke centrale banken megaverliezen geleden op de in waarde gedaalde, in het kader van QE opgekochte obligaties. Dat kan gewoon, er wordt simpelweg geen dividend uitgekeerd. Verder opereren ze op de private markten, bijvoorbeeld door het opkopen van obligaties (soms zelfs aandelen en ETFs) van grote bedrijven, het sturen van de economische groei en het geven van forward guidance aan de financiële markten.

Centrale banken zijn ook – via fiscaal-monetaire coördinatie – nauw verbonden met overheden. Regelmatig vindt er (indirecte) monetaire financiering van overheden plaats. Via het bancaire systeem worden nieuw uitgegeven obligaties van overheden opgekocht – verboden in bijvoorbeeld het EU-verdrag, maar de ECB komt ermee weg. Een andere overlappende markt betreft de hybride bedrijven, ‘private’ organisaties waarvan de overheid al dan niet geheel aandeelhouder is, denk in Nederland aan ABN AMRO, Schiphol en TenneT.

Op het snijvlak van de drie markten bevinden zich de commerciële banken. Ook die, in ieder geval de systeembanken, kunnen niet omvallen. Ze worden zowel monetair als fiscaal (bij bankreddingen) ondersteund. Ze vervullen de poortwachtersfunctie (eigenlijk een publieke taak) en mogen geld creëren (eigenlijk met behulp van een publiek verkregen privilege), waardoor ze de economische cyclus naar boven en naar beneden versterken. En ze bepalen ook wat en wie geld mogen lenen, waardoor ze invloed hebben op de verhouding tussen haves en have-nots.

Socialistische samenleving met ondemocratische centrale bank

Uit het hierboven beschreven ontwerp van ons huidige economisch systeem is af te leiden dat private markten maar een deel zijn van het grote geheel. Kijkend naar de bijdrage in het bbp is de overheid net zo belangrijk als het bedrijfsleven. In dit opzicht is ons systeem eigenlijk eerder socialistisch dan kapitalistisch.

De tweede observatie is de enorme invloed van centrale banken op het systeem. Het zijn juridisch gezien bijzondere organisaties. Niet alleen omdat ze niet failliet kunnen gaan, maar ook omdat ze, onafhankelijk van de overheid, eigen beleid kunnen maken. Centrale banken kunnen rechtstreeks tegen de stem van de kiezer ingaan.

Ze mengen zich zowel in private als publieke markten, onder andere met hun opkoop- en rentebeleid zijn centrale banken sturend op de financiële markten. Monetair beleid is verder politiek. Inflatiebeleid is bijvoorbeeld inkomensbeleid (want inflatie raakt lagere inkomens meer dan hogere). En de inflatiedoelstelling van 2% impliceert dat de economie moet groeien (het beleid is daarmee politiek gezien tegen Degrowth). De ‘invisible hand’ van Adam Smith is door de opkomst van centrale banken vervangen door de ‘monetary hand’.

Debat over mandaat

De steeds grotere invloed van centrale banken vraagt aandacht. In Europa bemoeit de ECB zich met steeds meer zaken, zoals met digitale valuta’s en de klimaattransitie. Ongetwijfeld met goede bedoelingen, maar er is enige mentale flexibiliteit nodig om dit binnen het mandaat te kunnen plaatsen. Het wordt hoog tijd voor een debat over het mandaat van de centrale banken. Mijn stelling is dat dit zo beperkt mogelijk moet zijn (kort door de bocht: de geldhoeveelheid zoveel mogelijk in lijn met de economische groei laten plaatsvinden).

En als het mandaat wél zo ruim mag zijn als het nu is, dan moet dat democratisch beter worden ingebed, bijvoorbeeld door transparante benoemingsprocedures van centrale bankiers en door het uiteindelijke mandaat via de kiezer te laten lopen. Oh, en noem ons systeem alstublieft niet meer kapitalistisch. Het gebruik, of beter misbruik van deze term verraadt een politieke agenda. Het huidige systeem is een mengvorm van overheden, centrale banken en steeds grotere bedrijven geworden, waarbij we steeds minder goed weten wie nu waar aan de touwtjes trekt.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels