Harry Geels: Dollar, wat doet u nu?

Harry Geels: Dollar, wat doet u nu?

Dollar
Harry Geels (foto credits Cor Salverius)

Door Harry Geels

Het eerste economieboek dat ik kocht, was van de hand van de Hongaarse beurshandelaar en vrijbuiter André Kostolany. De titel was ‘…En wat doet de Dollar?’ Ik pakte het boek recent weer uit de kast, want de ‘million-dollar question’ is in het Trump-tijdperk weer helemaal terug op de agenda.

Hoe het leven precies zijn loop neemt, is een bijzondere filosofische vraag. Als voorbereiding op een lezing die ik vrijdag 7 maart in Schagen geef, heb ik het eerste economieboek dat ik kocht, in precies dezelfde boekhandel als waar de lezing plaatsvindt, ‘…En wat doet de Dollar?’, herlezen. De aankoop van het boek is nog een vage herinnering, een ongemakkelijk geschuifel langs de schappen, waarbij een boek met een intrigerende groene kaft en dikke groene letters, met een groot dollarbiljet, blijkbaar mijn aandacht trok.

De titel van het boek is nog altijd een relevante vraag, zeker in het Trump-tijdperk, omdat de nieuwe Amerikaanse regering strategieën onderzoekt om de dollar te verzwakken. Dit kan grote repercussies hebben voor beleggingsportefeuilles, omdat die, vooral die van institutionele beleggers, steeds meer dollarrisico bevatten. Wall Street raakt niet uitgesproken over het Mar-a-Lago--akkoord. Maar voordat ik een poging waag de ‘million-dollar question’ te beantwoorden, toch nog even terug naar het boek van André Kostolany.

In het doolhof van de valutaspeculatie

Bij het herlezen van het boek viel me iets bijzonders op: hoezeer bepaalde ideeën van Kostolany zich blijkbaar verweven hebben met mijn huidige gedachtengoed. Ik vond het boek, dat de ondertitel ‘In het doolhof van de valutaspeculatie’ draagt, destijds vooral een werk vol anekdotes en levendige beeldspraak. Zo vergelijkt Kostolany de valutamarkten met een hond die aan een lange leiband voor zijn baas uit loopt. De baas, de fundamentele economie, loopt rustig en voorspelbaar. Maar dat geldt niet voor zijn hond, de valutakoers.

De hond rent vooruit, snuffelt hier en daar, raakt soms ver achterop, maar keert altijd weer terug naar zijn baas. Dit illustreert hoe wisselkoersen soms erg schommelen, maar op de lange termijn toch naar hun fundamentele waarde neigen. Bij herlezing sprongen nog drie zaken in het oog. Kostolany stelde dat interventies van centrale banken onzinnig zijn (vaak slechte timing en overschatting van eigen kunnen), dat de afschaffing van Bretton Woods tot inflatie zou leiden (voltreffer!), en dat massapsychologie een grote rol bij koersvorming speelt.

…En wat doet de dollar?

Twee derde van de gemiddelde aandelenportefeuille bestaat tegenwoordig uit Amerikaanse aandelen, dus heeft de dollarkoers een grote impact op toekomstig rendement. Sinds de kredietcrisis is de relatief harde stijging van de Amerikaanse aandelenmarkten gepaard gegaan met een sterker wordende dollar. Dat heeft beleggers in Amerika dus een dubbel voordeel gegeven. In Kostolany’s termen zou die stijging de fundamentele kracht van de Amerikaanse economie representeren. Maar er spelen ook andere factoren.

Een munt hoeft niet per se sterk te zijn vanwege dat fundamentele verhaal. Zo kan de huidige kracht van de dollar ook verklaard worden door de zwakte van andere belangrijke valuta in de wereld. De euro zit in een systeem met weeffouten: één munt en één beleidsrente werkt niet als landen verschillende economische groeiverhalen hebben. De yen en renminbi worden zwak gehouden door de (monetaire) autoriteiten. In Japan onder andere door een beleid van extreem lage rente, in China via het centrale bank-(PBOC-)systeem van ‘managed floating rates’.

Figuur 1: Dollar-index (1967-2024)

04032025 - Harry Geels - Figuur 1

Bron: TradingView (bewerkt)

Drie opgaande cycli

De kracht van de dollar is het beste te meten aan de hand van een mandje van verschillende andere belangrijke valuta, ook wel bekend als de Dollar Index (DXY). Dat stelt ons in staat ook voorlopers van bijvoorbeeld de euro mee te nemen en een langerlopend plaatje te tekenen. In Figuur 1 zijn drie cycli te zien. De eerste opgaande trend van de dollar(index) begon begin jaren tachtig en viel samen het strenge monetaire beleid van Paul Volcker om de hoge Amerikaanse inflatie van de jaren zeventig en begin jaren tachtig te bestrijden.

De tweede cyclus loopt parallel met de Dot.com-bubbel, waarbij veel vraag was naar Amerikaanse internetaandelen en er een unipolaire wereld bestond. Die periode werd ook wel omschreven als het goudlokje-tijdperk met hoge economische groei, lage inflatie en een onderliggend narratief dat de bomen door internet tot in de hemel zouden groeien. De derde opgaande cyclus zien we vanaf het dieptepunt van de kredietcrisis. De dollar werd sindsdien als veilige haven beschouwd, een verhaal dat door het ontstaan van techreuzen werd ondersteund.

Mar-a-Lago

Iedere opgaande cyclus eindigt. De eerste cyclus eindigde in 1985 door bewust beleid, ook wel bekend als het Plaza-Akkoord. Hierbij spraken de grote economische mogendheden gezien het grote dubbele tekort van de Amerikaanse overheid en de handelsbalans af de zwaar overgewaardeerde dollar te verzwakken. Daar kwam bij dat Duitsland en Japan snelgroeiende industriële naties werden. De tweede opgaande cyclus eindigde met het knappen van de Dot.com-bubbel en het aanvankelijke geloof in de euro als tweede reservevaluta.

En het einde van de derde golf? De top (of bodem) is natuurlijk nooit te timen, maar als het aan de Amerikanen ligt, komt die eerder vroeger dan later. Het grote tekort op de Amerikaanse handelsbalans knelt. Er moet meer worden geëxporteerd en minder geïmporteerd. Gezien de politieke tegenstellingen in de wereld lijken grote beleggers en centrale banken hun valutareserves ook beter te willen spreiden. En er gaan dus, zoals eerder gesteld, geruchten rond over een nieuw Plaza Akkoord, alvast het Mar-a-Lago-akkoord genoemd. Het idee is al uitgewerkt.

De grote ‘maar’ is dat er nog geen goed alternatief is voor de dollar. Met de onderhandelingsstijl van Trump en het ontbreken van een gunfactor zal er niet snel een Mar-a-Lago-akkoord komen. Verder blijft het sukkelen met de euro. Een eventueel alternatief voor een reservemunt van de BRICS-landen is er ook nog niet, als die er al komt. Niettemin lijkt het verstandig om, als de gelegenheid zich aandient, de portefeuille minder afhankelijk te maken van de dollar. Overigens, op de vraag ‘wat doet de dollar?’, antwoordde Kostolany: ‘die beweegt’.

 

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels