DWS: Sterke Amerikaanse arbeidsmarkt geen indicator voor hardnekkige inflatie
DWS: Sterke Amerikaanse arbeidsmarkt geen indicator voor hardnekkige inflatie
De robuuste arbeidsmarkt in de VS, hoeft geen indicator voor hardnekkige inflatie te zijn, blijkt uit de grafiek van de week van vermogensbeheerder DWS. De loonstijgingen lijken vooral verbonden te zijn met een hogere productiviteit.
De Amerikaanse arbeidsmarkt tart sinds een paar jaar regelmatig de verwachtingen, zegt Christian Scherrmann, VS-econoom bij DWS: 'Deze grafiek geeft een bijzonder interessant fenomeen weer, namelijk hoe de gemiddelde uurlonen verschillen naargelang werknemers al dan niet van baan veranderden. Voor deze grafiek zijn 'job stayers' gedefinieerd als mensen die hetzelfde beroep hebben of in dezelfde sector werkzaam zijn als een jaar geleden en die de afgelopen drie maanden dezelfde werkgever hebben gehad. Baanwisselaars zijn alle anderen. Zoals de grafiek laat zien, profiteren switchers van een aanzienlijk hogere loongroei.'
Voor een niet-econoom lijkt dit misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet, zegt Scherrmann. 'Theoretisch gezien zouden de lonen in een concurrerende arbeidsmarkt voor zowel blijvers als switchers zich snel moeten aanpassen, vooral als de kosten van levensonderhoud stijgen. Het vervangen van ervaren werknemers is immers duur voor werkgevers. Van hen mag verwacht worden dat ze hun uiterste best doen om dergelijke ervaren job stayers aan boord te houden.'
Volgens Scherrmann wordt het echter steeds duidelijker dat de reële lonen aan de onderkant van de arbeidsmarkt sinds 2020 aanzienlijk sneller zijn gestegen dan de lonen van topverdieners: 'Naarmate de arbeidsmarkt krapper wordt, neemt ook de bereidheid om over te stappen toe. Vooral onder jonge, niet-geschoolde werknemers in lager betaalde banen. Opvallend is dat de werkgevers van dergelijke werknemers lokaal wellicht een aanzienlijke marktmacht hebben - denk aan fastfoodketens of productiewerk. Als dat zo is, kan een deel van de recente stijgingen het gevolg zijn van de onevenredige overstap van jonge, niet-geschoolde werknemers van lager betaalde banen met een lage productiviteit naar beter betaalde en potentieel productievere banen. Omdat dit productiviteitswinsten weerspiegelt, hoeft zo'n loonstijging niet inflatoir te zijn.'
Dit heeft volgens Scherrmann veelbelovende gevolgen voor het monetaire beleid. 'Dit verklaart waarom de werkloosheid niet zoveel hoefde te stijgen om de inflatie te kunnen beteugelen. Maar het is logisch dat de Fed nog even afwacht of de inflatie daadwerkelijk daalt, zonder dat de werkloosheid substantieel stijgt.'