Harry Geels: De monetaire orde wordt momenteel herschreven
Harry Geels: De monetaire orde wordt momenteel herschreven
Door Harry Geels
De rol van de centrale banken lijkt steeds breder en minder onafhankelijk te worden. Ze lijken niet langer alleen voor banken, maar ook voor overheden de ‘lender in last resort’. De politiek bemoeit zich steeds nadrukkelijker met het monetaire beleid en dit is verwarrend. Er moet meer duidelijkheid komen. Daarom drie suggesties voor een nieuwe monetaire strategie.
Even een korte bloemlezing uit het monetaire nieuws van de afgelopen tijd. De Nieuw-Zeelandse overheid heeft de centrale bank van het land opgedragen om ook de huizenprijzen mee te nemen bij zijn monetaire beleidsbeslissingen. De sterk gestegen huizenprijzen zijn daar net als hier een maatschappelijk probleem geworden.
De Indonesische regering heeft een wet gemaakt die de centrale bank de opdracht geeft een enorm pakket nieuw uit te geven staatsobligaties op te kopen ter bestrijding van de negatieve gevolgen van de coronacrisis. Enkele kwartalen daarvoor hadden de Indonesische regering en de centrale bank ook al een overeenkomst gemaakt om $40 miljard aan nieuw uit te geven obligaties te laten opkopen door de bank, eveneens ter bestrijding van de coronacrisis.
In Brazilië heeft de centrale bank in zijn strijd met de overheid over een meer onafhankelijke rol een gevoelige nederlaag moeten slikken. Naast het streven naar prijsstabiliteit moest de centrale bank bijdragen gaan leveren aan volledige werkgelegenheid. Hoewel de Amerikaanse Fed een vergelijkbaar duomandaat heeft, leven deze twee doelstellingen in opkomende markten, waar inflatie regelmatig een probleem is, op gespannen voet met elkaar.
Mandaat ECB
Het hoofddoel van het monetaire beleid in de eurozone is de prijsstabiliteit, zoals gekwantificeerd door de ECB zelf (‘dichtbij maar net onder de 2%’), te handhaven. Een secundaire taakstelling is het ondersteunen van het algemene economische beleid in de Unie, teneinde bij te dragen aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van de Unie. Deze secundaire taakstelling is ondergeschikt aan het hoofddoel, zodat er geen tegenstrijdig belang is: het waardevast houden van de munt gaat voor.
Maar ook in de eurozone is het een publiek geheim dat de ECB onder het mom van het bewaken van de financiële stabiliteit op grote schaal staatsleningen opkoopt om de eurozone overeid te houden en de rente laag te houden, zodat de steeds groter wordende schuldenberg niet tot problemen leidt. Politieke druk speelt hierbij een steeds grotere rol. Zuidelijke landen proberen zelfs de ECB aan te zetten tot het afschrijven van de door de bank opgekochte staatsobligaties om uit de negatieve schuldenspiraal te geraken. Vooral Italiaanse autoriteiten zijn hier al nadrukkelijk voor aan het lobbyen.
Natuurlijk houdt de ECB dit nog tegen, maar de vraag is of de bank uiteindelijk toch niet voor dit soort druk gaat bezwijken. Want nood breekt wet, zo hebben we bijvoorbeeld ook gezien met het opzij schuiven van de ‘no bailout’-clausule en het SGP (Stability and Growth Pact) uit het Verdag van Maastricht, destijds met de reden de kredietcrisis te bestrijden.
Ondersteuning financiële markten
Een ander (niet gemandateerd) onderdeel van het monetaire beleid lijkt steeds nadrukkelijk het ondersteunen van de financiële markten te zijn. Toen Powell, de president van de Fed, in september 2018 hintte op een hogere rente en vervolgens de financiële markten in het vierde kwartaal van 2018 het slechtste kwartaal sinds de jaren dertig van de vorige eeuw beleefden, maakte hij een zogeheten ‘flip-flop’: hij draaide de monetaire kraan weer open om de markten tot rust te brengen.
De Japanse centrale bank (BoJ) is de meest openlijke ondersteuner van (lokale) financiële markten. De centrale banken in de rest van de wereld ondersteunen door obligaties van overheden en bedrijven aan te kopen, maar de BoJ koopt ook aandelen en vastgoed. De BoJ is recent zelfs de grootste aandeelhouder op de Japanse aandelenbeurs geworden en bezit nu ongeveer 7% van de beurswaarde van de in Japan genoteerde bedrijven.
Het marktaandeel van van de door de BoJ opgekochte Japanse ETF’s (aandelen, vastgoed als obligaties) bedraagt inmiddels zo’n 70%. Ook de Swiss National Bank (SNB) is ondertussen grootaandeelhouder geworden, maar dan van vele bedrijven elders in de wereld. De SNB moet mee in de ‘rat race’ van steeds losser monetair beleid, door francs te drukken en vervolgens aandelen elders te kopen, om zo de eigen munt te verzwakken, teneinde te voorkomen dat Zwitserland een onbetaalbaar bolwerk wordt.
Drie andere belangrijke ontwikkelingen
Dan zijn er nog drie andere belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste dat het monetaire beleid, met steeds lager wordende rentes en steunpakketten voor de financiële wereld, ongelijkheid veroorzaakt tussen de ‘haves’ en ‘have-nots’, zoals eerder betoogd in mijn column ECB-beleid verkleint ongelijk niet. Dit rijdt politiek beleid voor bijvoorbeeld meer inkomensgelijkheid in de wielen.
Een tweede trend is de opkomst van Moderne Monetaire Theorie (MMT), die de onafhankelijke rol van de centrale banken aan de kant schuift, zoals ook betoogd in mijn column Vijf serieuze zorgen over de Moderne Monetaire Theorie. De ECB is geen openlijke aanhanger, maar lijkt een soort tussenvorm van de MMT wel te zien zitten. Zo zei ECB-voorzitter Christine Lagarde laatst dat fiscaal en monetair beleid elkaar kunnen ‘empoweren’.
Ten derde lijken centrale bankiers ook zelf graag op de politieke stoel te gaan zitten. Zo pleitte Lagarde recent voor een Green Deal. Ongetwijfeld goed bedoeld, laat daar geen misverstand over bestaan, maar is het de taak van centrale bankiers om politiek te bedrijven, zonder dat ze democratisch zijn gekozen (en in intransparante processen worden benoemd)?
Hoe nu verder?
Centrale banken en overheden schuiven steeds meer ineen. Als politici een crisis willen bestrijden, dan drukken de centrale banken dollars, yens, euro’s et cetera bij om ondersteuningsprogramma’s mogelijk te maken. De centrale bank lijkt daarmee naast de bank der banken ook de bank van de overheid te worden. De grenzen tussen monetair en fiscaal beleid vervagen.
De ECB is momenteel bezig met een strategieherformulering. Deze had er al moeten zijn, maar de coronacrisis noopte tot uitstel en waarschijnlijk ook tot nieuwe inzichten. En mogelijk moet de ECB ook nadenken over de oprukkende MMT. De grote vraag is tevens of de ECB in een monetaire ‘rat race’ de Fed en BoJ achterna wil of moet gaan, of dat ze verstandiger is en dichter bij het huidige mandaat blijft. Ik pleit in ieder geval voor minimaal drie zaken.
Ten eerste moet het inflatiedoel als zone worden geformuleerd, bijvoorbeeld tussen de 0 en 2%, uit politiek opportunisme wellicht maximaal 3%, maar niet hoger. Inflatie raakt vooral de armeren, omdat zij een relatief groter gedeelte van hun inkomen besteden. Ten tweede een duidelijker omschreven mandaat. De overheidsinmenging lijkt groter en groter te worden en dat geeft steeds meer verwarring en discussie, wat vervolgens complotdenkers weer voeding geeft.
En tot slot een duidelijker benoemingsproces van de ECB-president (en de andere bestuurders). De lokale centrale banken uit de eurozone zouden iemand uit eigen gelederen moeten benoemen (dat de politica Lagarde ineens op het monetaire pluche kwam te zitten, was bijzonder en ook tekenend). Tip: kijk eens hoe de kardinalen hun paus kiezen en maak van de verkiezing een vergelijkbare folklore, zodat mensen hopelijk meer geëngageerd raken bij de denkbeelden van de nieuwe monetaire paus.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels