Harry Geels: De vijf tegenkrachten tegen de vrije markten
Harry Geels: De vijf tegenkrachten tegen de vrije markten
Door Harry Geels
De ‘vrije markten’, en in het kielzog daarvan het kapitalisme, worden vanuit vijf delen van de maatschappij direct of indirect tegengewerkt: de wetenschap, Big Business, Big Government, centrale banken en artiesten (vooral schrijvers). De laatste jaren is bijvoorbeeld ook Ilja Leonard Pfeijffer zijn strijd tegen het kapitalisme gestart.
Het doet pijn dat een van mijn favoriete schrijvers, Ilja Leonard Pfeijffer, zich op sociale media steeds heviger roert als ‘capitalism basher’, vooral middels zijn recente essays in De Morgen. Hij geeft het kapitalisme de schuld van veel problemen, zoals ongelijkheid en vervuiling, en dat terwijl kapitalisme eigenlijk niet meer bestaat. Zoals eerder betoogd, zitten we in een heel diffuus systeem dat we eerder ‘corporate socialism’ kunnen noemen, waarin er een grote inmenging van de overheid, of vermenging van grote bedrijven en overheden bestaat
Laten we eerst het huidige systeem nader duiden, zodat de denkfout van de ‘capitalism bashers’ zichtbaar wordt. Daarna beschrijf ik de vijf groepen in de maatschappij die moeite hebben met de vrije markten. Ik zal afsluiten met enkele opmerkingen over de ontwikkeling van maatschappelijke systemen. Overigens betoogde ik eerder, zonder groepen bij naam te noemen, dat er vijf redenen zijn waarom diverse mensen moeite hebben met de vrije markten. Laten we er eerst nog even drie daarvan samenvatten.
Een vrije, efficiënt functionerende markt kenmerkt zich door de ‘wisdom of the crowd’. Daar hebben sommige mensen moeite mee, omdat zij denken meer te weten dan de groep. Daarnaast is een markt amoreel (kent geen moraal, het verwerkt slechts informatie). Moraalridders hebben daar moeite mee omdat zij liever hun moraal (in de vorm van standaarden en taxonomieën) aan de markt opleggen. Verder verzorgt een vrije markt efficiënt de allocatie van kapitaal. Mensen die geloven in de maakbare samenleving, plannen liever zelf.
Huidige systeem
Waarom de markten tegenwoordig niet meer vrij zijn, laat zich het beste uitbeelden in Figuur 1, waarbij we de maatschappij opdelen in overheid, bedrijven en centrale banken. Banken, en dan vooral de systeembanken, functioneren op het snijvlak van alle drie. Ze zijn meestal privaat, maar moeten veel overheidsbeleid uitvoeren, hebben het maatschappelijke privilege van geldschepping en worden sterk beïnvloed door het monetaire beleid. In de meeste landen maakt de overheid al meer dan de helft van het bbp uit. Hoe kan dit een kapitalistisch systeem zijn?
Current system
Why markets are no longer free today is best depicted in Figure 1, where we divide society into government, corporations and central banks. Banks, especially systemic banks, operate at the intersection of all three. They are mostly private, but have to implement many government policies, have the social privilege of money creation and are heavily influenced by monetary policy. In most countries, government already accounts for more than half of GDP. How can this be a capitalist system?
Figuur 1
1) Wetenschap
De eerste partij die moeite heeft met de vrije markten is de wetenschap. Nobelprijswinnaar Milton Friedman spreekt in dit korte Youtube-filmpje twee vijanden van de vrije markten: wetenschappers en Big Business (zie punt 2). Friedman, vanzelfsprekend vanwege deze mening niet geliefd bij de hier beschreven groepen, zegt dat veel wetenschappers (natuurlijk niet allemaal, het gaat Friedman vooral om sociale en economische wetenschappers) liever met de overheid samen modellen maken en die in de praktijk tot uitvoering willen brengen
2) Big Business
Hoewel Figuur 1 nog een van de drie cirkels als de private markt uitbeeldt, bestaat een groot gedeelte hiervan weer uit grote, oligopolistische bedrijven die nauw samenwerken met de overheid, voor subsidies en fiscale uitzonderingen lobbyen, en om reddingen vragen als het misgaat. Als markten echt vrij en efficiënt zouden functioneren, kan dat natuurlijk niet. Er is ook sprake van veel politiek als het om de grote bedrijven gaat. Denk aan ASML die niet mag exporteren naar China, of de Europese auto-industrie die vraagt om hoge invoertarieven op Chinese auto’s.
3) Big Government
Friedman vergat in het eerder genoemde filmpje nog drie andere groepen te noemen. Ten eerste de bureaucratie, waaronder ook de beleidsmakers en de supranationale organisaties. Bureaucraten komen steeds weer met nieuwe regels en ideeën om de maatschappij te regisseren en te plannen. Het is bovendien algemeen bekend dat de bureaucratie zichzelf in stand houdt, of zelfs tracht uit te breiden. Max Weber, die veel studie heeft gedaan naar bureaucratie, sprak ooit van de ‘gouden kooi’ van de bureaucratie. Het wordt ook wel de vierde macht genoemd.
4) Centrale banken
Centrale banken grijpen op verschillende manieren in op de vrije markten. Saillant is bijvoorbeeld het opkopen van staatsleningen om de rente voor de betreffende overheden te drukken, zodat ze niet in de betalingsproblemen komen, ze schulden kunnen blijven maken, en zo groei en inflatie stimuleren. Ook inflatiebeleid is eigenlijk een sturende boodschap naar de markten: blijf vooral investeren en uitgeven. Hetzelfde geldt voor de rente. Centrale bankiers denken dat ze, door aan de renteknoppen te draaien, de economische groei te kunnen ensceneren.
5) Artiesten, vooral schrijvers
Natuurlijk zijn niet alle artiesten (en schrijvers) criticasters van de vrije markten, maar het leeuwendeel wel, met nu dus Ilja Leonard Pfeijffer als de meest in het oog springende exponent. Er gaat hier niet één duidelijke oorzaak achter schuil, maar vele schrijvers hebben oog voor maatschappelijke misstanden. Ze schrijven graag over die onderwerpen en die worden natuurlijk ook graag gelezen. Veel schrijvers hebben romantische en anti-materialistische idealen. Maar hun economische analyse van het systeem klopt meestal niet.
Systeemontwikkeling
Vanwege de vele problemen die er nu in de maatschappij bestaan, wordt er veel gediscussieerd over ‘systeemverandering’. Even afgezien van welk naampje we op een systeem plakken (altijd een leuke discussie), kunnen we een systeem niet zomaar veranderen (behalve bij een revolutie). Een systeem verandert door actie en (tegen)reactie, waarbij de menselijke aard altijd de hoofdrol speelt. Een systeem dat tegen de onze aard ingaat, zoals het communisme, is sowieso geen lang leven beschoren, hoe graag sommigen zo’n systeem ook zouden willen plannen.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels