Harry Geels: Talk of the town ‘van shareholder naar stakeholder kapitalisme’ is al lang meer dan een praatje
Harry Geels: Talk of the town ‘van shareholder naar stakeholder kapitalisme’ is al lang meer dan een praatje
Door Harry Geels
De Financial Times vond het recent nodig om uit te leggen wat ‘stakeholder capitalism’ is. Dit komt waarschijnlijk doordat presidentskandidaat Joe Biden in zijn economische programma heeft aangeven dat hij een ‘eind zal maken aan shareholder capitalism’. ESG is overigens al een afgeleide van stakeholder kapitalisme.
In de jaren tachtig en negentig kregen steeds meer economie- en MBA-studenten aan de hand van Amerikaanse literatuur college over het maximaliseren van aandeelhouderswaarde. Ook ik moest mij begin jaren negentig de ‘klassieker’ Creating Shareholder Value van Alfred Rappaport eigen maken. Daarin stond eigenlijk maar één boodschap: zorg voor de aandeelhouder.
Natuurlijk was er het vak Ethiek, maar de uren hiervoor waren beperkt en voor de meeste economiestudenten, die liever gingen boekhouden of modelletjes bouwen, was het veel te vaag. De meeste studenten waren daarbij in de jaren tachtig en negentig al halve managers. Lesmateriaal werd in attachékoffertjes vervoerd en tijdens presentaties moest het pak aan en de stropdas om.
Tijden veranderen
Vooral de laatste tien jaar is er het nodige veranderd. Daar waar bedrijven in de drie decennia van 1980 tot en met 2009 weinig oog hadden voor bijvoorbeeld werknemers en het milieu, is men vanaf grofweg 2010 steeds meer de schaduwkanten van het aandeelhouderskapitalisme gaan inzien.
Veel genoemde schaduwkanten zijn het achterblijven van inkomens (vooral die van de lagere echelons en vrouwen), milieuvervuiling, slechte arbeidsomstandigheden (waaronder kinderarbeid) en het in de steek laten van klanten als producten niet goed zijn. En in het geval van fiscale winstoptimalisatie (in belastingparadijzen): het benadelen van de gehele maatschappij (door minder belastingafdrachten).
Trade-offs zijn lastig
Er zijn overigens nog altijd aanhangers van het aandeelhouderskapitalisme. In de VS ontstaat nu een interessant politiek debat tussen Donald Trump, aanhanger van aandeelhouderskapitalisme, en Joe Biden die in zijn recent gelanceerde economische programma heeft aangegeven met deze vorm van kapitalisme korte metten te willen maken.
Mooi discussievoorbeeld: Walmart
Hét grote argument van de aanhangers van aandeelhouderskapitalisme is dat het lastig, zo niet onmogelijk is afwegingen te maken tussen alle stakeholders. Bij het Amerikaanse Walmart dat in het afgelopen decennium met nobele bedoelingen de nodige producten uit het schap heeft gehaald, zoals levende kreeften en wapens, is bijvoorbeeld aantoonbaar minder omzet behaald onder bepaalde typen klanten. En het is de vraag of nieuwe klanten het omzetverlies compenseren.
Bron: Yahoo Finance
Walmart wordt in de VS vaak als voorbeeld gebruikt door zowel de voor- als de tegenstanders van aandeelhouderskapitalisme. De grote groei van de winkelketen zou komen uit de jaren dat het concern nog bekend stond als de ‘beast of Bentonville’, door met lage prijzen, door aanbieders uit te knijpen en lonen laag te houden, kleine retailers de markt uit te drukken.
De laatste jaren is Walmart een schoolvoorbeeld van zorgen om andere stakeholders. Het was een van de eerste bedrijven die begon te rapporteren over de doelstellingen om minder CO2 uit te stoten, homorechten ging ondersteunen en zoals al opgemerkt, stopte met het verkopen van diverse omstreden producten.
De topman van Walmart leidt nu een grote Business Round Table die de doctrine van het maximaliseren van aandeelhouderswaarde wil loslaten. Inmiddels hebben tweehonderd bekende Amerikaanse bedrijven het statuut van de Round Table onderschreven. Voorstanders van aandeelhouderskapitalisme wijzen er echter op dat Walmart sinds de cultuuromslag weinig koersstijging meer heeft laten zien.
ESG-beleggen: stakeholders kapitalisme avant la lettre
Een trend die bedrijven helpt ook aan de andere stakeholders te denken is ESG-beleggen. Hierbij krijgen bedrijven van allerlei researchinstellingen scores op veel verschillende Environment-, Social- en Governance-(sub)factoren. Deze worden weer door vermogensbeheerders gebruikt om slecht scorende aandelen te onderwegen en goed scorende te overwegen.
Overigens menen ESG-beleggers dat dit niet ten koste gaat van het resultaat. De stelling is dat als bedrijven denken aan het milieu en hun medewerkers, en aan transparante besluitvorming doen, deze bedrijven uiteindelijk worden beloond met betere voor risico gecorrigeerde rendementen.
Er vinden nog veel debatten over ESG-beleggen plaats. Zo lopen de scoreberekeningen van de diverse researchinstellingen en verschillende ESG-beleggingsstrategieën flink uiteen. Hoe dan ook, ESG-beleggers dwingen veel bedrijven wél tot meer verantwoorde acties.
Maar grosso modo toch nog onvoldoende
Uit onderzoek van de Harvard Law School bleek dat over de periode 2000 tot en met 2019 bedrijven die werden overgenomen door private equity, in 95% van gevallen geen enkele baangarantie voor hun medewerkers regelden.
Volgens recent onderzoek van de London School of Economics bleek dat van de 183 (van de 200) bedrijven die het statuut van de Business Round Table hadden getekend in de afgelopen vier jaar meer compliance-issues op het gebied van milieu en werknemers hadden dan bedrijven die de verklaring niet hadden getekend.
Schandalen doen zich niet alleen in de VS voor. Europa kent de laatste jaren ook de nodige gevallen en het is opvallend dat een land als Duitsland daarbij vooroploopt als het om probleemgevalletjes gaat.
Simpele regeltjes voldoen eigenlijk al
Toch kunnen soms hele simpele regels tot enorme positieve stappen leiden. Lastige discussies over tegengestelde belangen kunnen dan gemakkelijk vermeden worden.
Ik noem: ‘gewoon’ niet meer beleggen in bedrijven waarvan (1) de topman of -vrouw meer dan vijftien keer meer verdient dan de medewerker met het laagste salaris, die (2) minder dan 10% van hun (wereldwijde) bedrijfswinst aan winstbelasting betalen, die (3) in kinderarbeid doen, of die (4) niet minimaal 5% van hun winst spenderen aan een of meer SDG-doelstellingen. Het is zomaar even een dwarsstraat (die wellicht ook niet zo simpel is als het lijkt).
ESG-beleggen is een goede aanzet, maar simpele beslisregels zijn nog eerlijker en doeltreffender. Dergelijke regels zijn ook prima toepasbaar, blijkt uit de praktijk. Goed doen is allang geen niche meer constateerde ook het VPRO-programma Tegenlicht. Zo doneert het Duitse Bosch 92% van de winst aan goede doelen en hanteert het eveneens Duitse Zeiss een maximale ratio van twaalf tussen de hoogste en laagste inkomens.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels.