AXA IM: Italië ‘overdreven optimistisch’ over toekomstig begrotingstekort

AXA IM: Italië ‘overdreven optimistisch’ over toekomstig begrotingstekort

axa-im-itali-overdreven-optimistisch-over-toekomstig-begrotingstekort_1_ZVDdxQ.jpg

De Italiaanse regering schetst een te optimistisch beeld van het toekomstige begrotingstekort. Onder de nieuwe regering zou het begrotingstekort niet oplopen tot 2,1% van het BBP in 2020, zoals de Italiaanse regering beweert, maar tot 3,2% in 2020, berekende vermogensbeheerder AXA IM.

De Italiaanse regering schetst een te optimistisch beeld van het toekomstige begrotingstekort. Onder de nieuwe regering zou het begrotingstekort niet oplopen tot 2,1% van het BBP in 2020, zoals de Italiaanse regering beweert, maar tot 3,2% in 2020, berekende vermogensbeheerder AXA IM.

Volgens econoom Apolline Menut en kredietanalist Clément Bonnin van AXA IM, leunt de verwachting voor de Italiaanse begroting nog teveel op de voorspelling dat de economie sterk groeit. “Wij zijn voorzichtiger als het aankomt op te verwachten groei in Italië, en denken dat het begrotingstekort in het gunstigste geval rond 3% van het BBP ligt, waardoor de schuldratio zich nauwelijks stabiliseert”, stellen Menut en Bonnin.

Een andere reden waarom AXA IM minder positief is over de begrotingsvooruitzichten, zijn de voor 2019 aangekondigde plannen van de Italiaanse regering. Volgens het tweetal zijn de aangekondigde bezuinigingen niet voldoende om het beoogde begrotingstekort van 2.4% te halen. De overheidsschuld zal volgens AXA IM de komende jaren rond de 132% van het BBP blijven liggen. “En als de groei teleurstelt, kan de overheidsschuld eenvoudig ontsporen”, waarschuwen Bonnin en Menut.

Ook kredietbeoordelaars houden de overheidsschuld in de gaten. Bonnin en Menut verwachten dat Moody’s en Fitch de kredietstatus van Italië verlagen naar respectievelijk Baa3 en BBB, naast een negatieve outlook van S&P. Aangezien het lidmaatschap van de eurozone niet serieus ter discussie staat, verwachten de AXA-experts niet dat kredietbeoordelaars de status van Italië een stapje verder verlagen naar een niveau onder ‘kredietwaardig’ (investment grade). Wel is een negatieve outlook na een afwaardering ‘waarschijnlijk’.

Hoewel financiële markten deze eerste statusverlaging al hebben ingeprijsd, worden bij de daadwerkelijke verlaging sommige beleggers gedwongen hun belangen te verminderen op een moment dat kopers moeilijk zijn te vinden en bovendien voorzichtig te werk gaan. Daardoor ligt het voor de hand dat rendementen op Italiaanse obligaties verder stijgen.

De Italiaanse problemen blijven voorlopig voornamelijk Italiaans. Tijdens de kredietcrisis in 2011/2012 bleken de spreads op kortlopende Spaanse en Italiaanse obligaties gecorreleerd. Daarvan is nu geen sprake, concluderen Bonnin en Menut, tevens omdat de macro-economische conditie van landen als Ierland, Portugal en Spanje veel sterker is dan toen. Ook de positie van Italiaanse banken is nu veel beter dan vier jaar geleden, onder meer door de verkoop van een substantieel deel van de niet-renderende leningen.

Hogere rendementen op staatsobligaties, een negatieve outlook voor de korte termijn en de aanscherping financiële voorwaarden kunnen leiden tot politiek wantrouwen, hetgeen weer leidt tot vervroegde verkiezingen. Die zouden de deur op een kier zetten naar een meer gematigd begrotingsbeleid.