Intergenerationeel Overleg: Het is tijd voor een hogere AOW!

Intergenerationeel Overleg: Het is tijd voor een hogere AOW!

Pension
investeringen 2.jpg

De pensioencrisis in de polder vraagt om oplossingen in het algemeen belang, zoals een hogere AOW. Daarbij dient men rekening te houden met de verborgen aspecten van het stelsel.

Maandag 18 maart was een dag van pensioenprotest, en op 29 mei komt er nog een. Waarom eigenlijk? Nederland heeft toch het beste stelsel ter wereld? Met een breed gevoeld gebrek aan vertrouwen in politici en economen is het geen wonder dat ook de onvrede in het pensioen toeslaat. Terecht, want na de crisis van 2008, en de er op volgende crisis rond de staatsschulden, is er een economisch systeem gered dat in de keuken van het beleid slechts over de smaken te zuur of te bitter lijkt te beschikken. Terwijl een andere omgang met de kracht en zwakte van het Nederlandse pensioensysteem een oplossing zou kunnen bieden voor Nederlandse problemen. Het Intergenerationeel Overleg stelt daarom voor de AOW te verhogen.

Het Nederlandse pensioenstelsel heeft als kenmerk dat de werkenden een deel direct via een omslag voor de gepensioneerden betalen, de AOW, en men een gedeelte voor zichzelf opbouwt via kapitaaldekking. Het laatste houdt in dat werkgever en werknemer pensioenpremies betalen die door een pensioenfonds wordt belegd en als op de AOW aanvullend pensioen tot uitkering komt. Dit laatste is ongeveer de helft van het totale pensioen dat mensen krijgen. Het stelsel wijkt af van dat in de meeste landen in Europa. Dat is historisch weliswaar begrijpelijk, maar levert problemen op omdat er met het ontstaan van meer eenheid in Europa, zoals met het Verdrag van Maastricht, geen rekening is gehouden met de verborgen gebreken en voordelen van de verschillende stelsels.

De Nederlandse pensioenbeleggingen voor het aanvullende pensioen, aanvullend op de AOW, bedroegen in december 2018 meer dan €1300 miljard, wat ongeveer twee maal het Nederlandse bbp is. In februari dit jaar was het daarmee 36% van het bbp hoger dan in Australië, de nummer twee op de lijst, (afgerond is dat een kwart biljoen euro meer). Het Australische Mercer, een bedrijf dat ook aan beleggen doet, bekroonde het Nederlandse pensioenstelsel als ‘het beste ter wereld’. Dat goed-beter-best van de stelsels valt bij Mercer samen met een hoog-hoger-hoogst van de beleggingen. Waarmee het Nederlandse pensioenstelsel zich kenmerkt door de rijkdom van Koning Midas die alles wat hij aanraakte in goud zag veranderen. Ondanks dit ‘beste stelsel’ slaagt men er in Nederland onvoldoende in het pensioen te indexeren. Erger nog, kortingen dreigen, langer doorwerken is een probleem voor mensen in zware beroepen, voor ZZP-ers is er al meer dan tien jaar dringend behoefte aan een oplossing van hun pensioenprobleem en jongeren worden overbelast in tijd en geld. Ook is er weer eens een pensioenakkoord nodig, ter vervanging van de ingrijpende stelselwijziging aan het begin van deze eeuw. Is een iets minder goed stelsel dan niet beter? Waarschijnlijk wel, maar om dat te zien moet men weten wat er gaande is.

Opvallend was na de crash in september 2008 het verschijnen van boeken en artikelen die stelden dat het geld zo goedkoop was. Alsof goedkoop geld thuishoort in rijtjes met te droge zomers, te warme winters en te harde wind. De vraag waarom dat zo was kwam niet aan de orde. Terwijl het antwoord zo simpel is: het massale beleggen voor het pensioen. De grote  welvarende generatie babyboomers is individueel en collectief, vrijwillig en verplicht, fiscaal onbelast, voor het pensioen gaan sparen en beleggen. Dat maakte geld goedkoop, aandelen niet aan te slepen, het vergrootte het gemak waarmee staten schulden aangingen, en het veroorzaakte een kapitaalinflatie zoals blijkt uit de prijsstijgingen van beleggingen en onroerend goed. De beleggingen zochten rendement en daarom werden landen aantrekkelijk met lage loonkosten, loonkosten die er onder meer zo laag waren door het ontbreken van pensioenstelsels, waardoor de stelling te verdedigen is dat het pensioenkapitaal op zoek naar rendement het globalisme deed ontstaan.

Inmiddels is de vergrijzing gaande. Mondiaal lag de top van de naoorlogse geboortegolf in 1947. De er op volgende generaties werden steeds kleiner. Waardoor de vroegere toestand met 5 werkenden tegenover 1 gepensioneerde in Europa aan het veranderen is in 2 werkenden tegenover 1 gepensioneerde. Daarom was het te verwachten dat met het 65 jaar worden in 2012 van de top van de naoorlogse geboortegolf de potten van het pensioen langzaam leger zouden worden. Men heeft immers gespaard om de beleggingen eens te verkopen. In 2012 was dan ook een internationale kritieke omslag te verwachten geweest van kopen naar verkopen, van continu aanbieden van beleggingen, bij een tegenvallende vraag doordat de jongere generaties kleiner en armer zijn. Dat dit niet gebeurde is te danken aan de geldpolitiek van de centrale banken na de crisis in 2008. Deze hielden de rente laag en troffen voor een 14 biljoen (14.000 miljard) dollar aan maatregelen. Met als gevolg dat landen waarin amper belegd werd voor pensioen konden blijven doorgaan met het opbouwen van staatsschulden, die gekocht konden worden door die landen waarin juist veel voor het pensioen belegd werd. Zo hebben de centrale banken een financiële catastrofe voorkomen. Dit beleid, wat niet snel kan veranderen, maakt duidelijk dat ‘risico’ in het beleggen een andere betekenis heeft gekregen. Want hoe zeker zijn staatschulden nog, met de kosten van vergrijzing, crises met de begrotingen en voortdurend oplopende staatsschulden bij een verouderende bevolking en afnemende beroepsbevolking? En hoe zeker is een herstel van koersen na een volgende crash?

De door de vergrijzing veranderde omstandigheden vergen een ander beleid . De verborgen elementen van de werking van de stelsels dienen daarin een rol te spelen. De premie voor het Nederlandse aanvullende pensioen is bijvoorbeeld fiscaal onbelast. Het is uitgesteld loon, wat belast gaat worden wanneer men het als pensioen ontvangt. In wezen schiet de belastingbetaler de in de toekomst te betalen belasting voor totdat deze bij de uitkering van het pensioen betaald gaat worden. Met als gevolg voor de staat lagere belastinginkomsten als de pensioenpremies hoger worden. De belastingbetaler merkt dat, want lagere belastinginkomsten noodzaken tot landelijk bezuinigen. Het systeem van pensioenbeleggen heeft ook een grote maatschappelijke component.

Na de crisis in 2008 is Nederland jarenlang bezig geweest tekorten weg te werken die men had kunnen voldoen met de halve opbrengst van een leuk middagje op de beurzen van de Nederlandse pensioenfondsen. De pensioenpremies stegen, en al snel viel te lezen dat de Nederlandse loonkosten zo hoog zijn, wat kwam omdat de pensioenpremies een belangrijk onderdeel vormen van de loonkosten. Tezelfdertijd konden Nederlandse ondernemers amper leningen krijgen. Ze waren niet concurrerend genoeg. Wat ook logisch was, omdat hun loonkosten als pensioenbelegging naar het concurrerende buitenland verdwenen. Een buitenland dat zo concurrerend is omdat de loonkosten er lager zijn dankzij het ontbreken  van ‘het beste stelsel ter wereld’. DNB maakte in 2013 bekend dat van het Nederlandse pensioenvermogen een 86% buiten Nederland is belegd. Dit levert nog meer verborgen kosten op: zodra er meer fiscaal onbelast pensioengeld buiten het land belegd wordt dan er aan buitenlandse beleggingen binnenkomt is er sprake van ‘gesubsidieerde’ kapitaalexport.

De procentjes beleggingsrendement die men elders haalt worden duur betaald, omdat de bedrijven elders niet mee betalen aan de Nederlandse belastingen en premies. Gelukkig zijn er ook ‘verborgen’ tegoeden. Zo heeft Nederland geen staatsschuld van betekenis, tenminste als er met de toekomstige belastinginkomsten over het pensioen rekening gehouden wordt. Zou dat wel gebeurd zijn, dan was de koopkracht wellicht hoger geweest, of had de noodzaak voor bezuinigingen ontbroken, of wat dan ook waar de beleidsmakers voor gekozen zouden hebben. Het mag dan wel renderen, maar het betaalt niet. Uit angst voor de toekomst is er een immens groot bedrag aan pensioenbeleggingen gecreëerd, waar een ieder aan heeft bijgedragen, en waar men te weinig aan heeft. En nog minder wanneer bij een volgende crisis de beleggingen ‘wegroesten’, of hoe men het ook noemen zal. Een volgende crisis die in de hand gewerkt wordt door meer dan de helft buiten Europa te beleggen. Fiscaal onbelast. En soms zelfs te investeren in de concurrenten van het Nederlandse bedrijfsleven die het merendeel van de premies betalen. Maar dan weer zonder dat er mogelijkheden gezocht worden voor de overname van het bedrijven uit het MKB, bedrijven die vaak als pensioen bestemd zijn.

Is het geen tijd eens te overwegen de AOW flink te verhogen? Elke gepensioneerde heeft er baat bij omdat deze ingebouwd is in het totale pensioen. Dit sluit Nederland ook beter aan bij de buurlanden die minder kapitaaldekking hebben. En het heeft een ander voordeel.Langzaam neemt door de toename van de ZZP-ers het aandeel weer toe van Nederlanders die aangewezen zijn op (vrijwel) alleen AOW. Terwijl ze volop meebetalen aan de kosten van de vergrijzing. Een hogere AOW lost dit enigszins op. Een hogere AOW zou betaald kunnen worden door de toekomstige belastingopbrengsten van het pensioen als tegoed te begroten of de proportie kapitaaldekking terug te brengen.

Het ter discussie stellen van, dan wel het anders omgaan met, het Verdrag van Maastricht is daarbij noodzakelijk. De uniforme begrotingsregels van het verdrag houden geen rekening met de werking van de verschillende pensioenstelsels, ze gaan voorbij aan de gevolgen van geringere belastinginkomsten door de belastingaftrek. Als een land door een hoge proportie kapitaaldekking de toekomst zekerder maakt verdient dit een ander financieel regime als landen die hun toekomst ónzekerder maken door een lage proportie kapitaaldekking.

Ook zou het logisch zijn dat er in de huidige omstandigheden in de nationale contributies voor Europa rekening gehouden wordt met fiscaal onbelaste pensioeninvesteringen in Europa. Wanneer men rekening houdt met de verborgen kosten van het pensioenbeleggen zou meer in Europa beleggen beter kunnen renderen voor de samenleving in zijn geheel. Want het blijft essentieel de jongere generaties weer zo welvarend te maken dat ze zich de kosten van de vergrijzing kunnen veroorloven en zo de oudere generaties duurzaam van zorg en pensioen te voorzien.

Door Sander Boelens, namens het Intergenerationeel Overleg.