Bob Homan: Fysiek contact is nog niet afgeschreven
Bob Homan: Fysiek contact is nog niet afgeschreven
Door Bob Homan
Al sinds de eeuwwisseling blijft de groei van de arbeidsproductiviteit achter bij die van de decennia daarvoor, ondanks de vele innovaties, voortgaande automatisering en digitalisering. Mijn verklaring is dat de mensen die minder nodig zijn op plekken waar veel geautomatiseerd wordt, zoals in de maakindustrie of op administraties, terechtkomen in vaak nieuwe, meer dienstverlenende banen.
Er werken minder mensen op plaatsen waar de arbeidsproductiviteit omhoog schiet, terwijl er banen ontstaan in sectoren waar minder productiviteitswinst te behalen is. Dit zijn vaak banen in de persoonlijke dienstverlening: van barista of restauranteigenaar tot coach of verzorgende. In dergelijke beroepen is niet alleen de dienst, maar ook het sociale contact belangrijk. Dit werk is lastig te automatiseren of digitaliseren.
Juist deze beroepen worden heel hard getroffen door het coronavirus. Thuiswerken en afstand houden is hier immers veelal beperkt mogelijk. In de nieuwe anderhalve-meter-maatschappij staan deze beroepen onder druk en dreigt werkloosheid.
De vraag is of de problemen van deze groep tijdelijk of structureel zijn. Het antwoord daarop is voor beleggers van groot belang. Enerzijds omdat juist hier werkgelegenheid is ontstaan die in de snel automatiserende en digitaliserende sectoren is verdwenen. Mocht de uitval structureel zijn, dan komt de werkloosheid na de coronacrisis op een hoger niveau te liggen. Dat is ongunstig voor het herstel van de economie en de bedrijfswinsten, en dus voor de aandelenkoersen. Anderzijds omdat de sectoren waartoe deze beroepsgroepen worden gerekend, op de beurs hard zijn getroffen en nog niet meedoen aan het herstel dat we sinds eind maart op de beurzen zien. Het herstel van de bedrijven in dergelijke sectoren is afhankelijk van de terugkeer van deze beroepen.
De menselijke behoefte aan sociaal en fysiek contact is volgens mij door het coronavirus niet wezenlijk veranderd. Gaandeweg merk je dat mensen het steeds moeilijker krijgen met afstand houden en verlangen naar de situatie van een paar maanden geleden. Wat dat betreft, ben ik optimistisch over de toekomst van genoemde dienstverlenende beroepen. Wanneer het virus eenmaal onder controle is, verwacht ik dat de werkgelegenheid hier weer snel toeneemt. Dit betekent dat de werkloosheid uiteindelijk weer kan terugkeren naar het lage niveau van februari.
Beursgenoteerde bedrijven die afhankelijk zijn van deze beroepen, denk aan platformbedrijven, restaurateurs en vastgoedbedrijven, zullen in mijn ogen uiteindelijk herstellen van de koersverliezen, die in deze sectoren nog steeds stevig zijn. De timing van zo’n herstel vind ik echter lastig. Er zullen vast een paar bedrijven zijn die deze crisis niet uit kunnen zingen. Het lijkt nu nog wat vroeg, maar bij de ontdekking van een vaccin ben je mogelijk al te laat. Gefaseerd instappen in dit soort bedrijven, lijkt mij een goede strategie. Ik zou dan gaan voor de bedrijven met de sterkste balansen.