Frank van Blokland: Woningcorporaties: te grote opgaven, te weinig middelen
Frank van Blokland: Woningcorporaties: te grote opgaven, te weinig middelen
Woningcorporaties komen binnen enkele jaren in de financiële problemen. Hun volkshuisvestelijke opgaven zijn te groot en/of hun middelen schieten tekort. Hoog tijd om te kijken naar oplossingen!
In 2018 vroeg de Tweede Kamer zich af of de woningcorporaties nu wel of niet de middelen hadden om aan hun maatschappelijke taken te voldoen. Eind juli kwam het onderzoek ‘Opgaven en Middelen’ beschikbaar, waaruit duidelijk bleek dat dit niet het geval was. Van de benodigde investeringen van € 116 miljard in de periode tot 2035 kan € 30 miljard niet worden gerealiseerd. Woningcorporaties in de zuidvleugel van de Randstad hebben al in 2024 hun financiële grens bereikt.
Een belangrijke factor is de verhuurderheffing die zowel aan corporaties als aan andere professionele beleggers van gereguleerde huurwoningen onder de € 737 huur per maand is opgelegd en die de corporaties inmiddels zo’n € 2 miljard per jaar kost. De heffing die is ingevoerd per 1 januari 2013, werd indertijd door de politiek opgelegd om het ‘maatschappelijk bestemde vermogen’, dat in de corporatiesector inderdaad zeer ruim aanwezig was, af te romen ten dienste van de schatkist. In de praktijk moet inmiddels minstens twee maanden huur worden afgedragen aan de overheid. Natuurlijk moet die heffing weg in het belang van investeringen in de woningmarkt! Alleen al een halvering van de heffing vermindert het geraamde tekort in 2035 met de helft!
Een andere voor de hand liggende oplossing is om de woningcorporaties uit te zonderen van een specifieke Europese fiscale maatregel die belastingconstructies tegengaat, waardoor internationale bedrijven minder vennootschapsbelasting betalen. Het is typisch voor woningcorporaties dat ze (vrijwel) geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen, omdat de activiteiten nauwelijks winstgevend zijn en zij voor hun activiteiten wel met hoge schulden zijn gefinancierd. Tot zover alle begrip en mijn steun voor deze oplossingen.
Dan zijn er nog twee andere oplossingen in het rapport waar ik op wil wijzen. De ene is de verduurzamingsoperatie waar de corporaties in voorop willen lopen. De andere oplossing ligt bij het verhuurbeleid dat corporaties voeren. Als op beide terreinen de ambities minder groot zouden zijn, is het tekort ook geheel oplosbaar!
Corporaties kiezen er bewust voor om voor ál hun huurders lagere woonlasten te willen realiseren. Ik vind de corporaties daarin echt doorslaan en betreur het dat ze daardoor hun eigen toekomstige financiële positie onmogelijk maken. Waarom nemen woningcorporaties voor hun hele voorraad bij de verduurzaming geen genoegen met de in het Klimaatakkoord afgesproken ‘woonlastenneutraliteit’? Waarom de woonlasten verder verlagen voor alle huurders? Het realistisch verminderen van de verduurzamingsambities kan een flink deel van het tekort wegnemen.
En waarom gaan de corporaties bij de jaarlijkse huurverhoging akkoord met het in reële termen gelijk blijven van de huren door de huur alleen met inflatie te verhogen? Een extra huurverhoging van slechts 0,5 procent doet het tekort ook al met de helft verminderen!
Uiteraard krijg ik hier enorme kritiek op. Laat het duidelijk zijn dat ik veel waardering heb voor de maatschappelijke inzet van woningcorporaties voor de lage inkomens, maar je kunt ook te veel lasten op je schouders nemen. Uiteindelijk is het de overheid die voor inkomensondersteuning van lage inkomens verantwoordelijk moet blijven. Dat kun je als corporaties niet alleen oplossen en zeker niet als je daarmee je eigen voortbestaan op het spel zet.