Pim Poppe: De straf, het zonnetje en de zuigkracht in het nieuwe pensioenstelsel
Pim Poppe: De straf, het zonnetje en de zuigkracht in het nieuwe pensioenstelsel
Door Pim Poppe, Risk Management Professional bij Probability & Partners
Kort na de zomervakantie heb ik me maar weer eens verdiept in het nieuwe pensioenstelsel. Wat betekent het? Wat is duidelijk en wat moet nog worden ingevuld? Wordt beleggen wezenlijk anders? En hoe gaat de transitie van het oude naar het nieuwe stelsel er uitzien? Zijn de wezenlijk zwakke punten nu verbeterd?
Eigenlijk was ik al moe van het debat over het stelsel. Het gepraat duurde me te lang en iedereen gaf een eigen richting aan het eindproduct. Belangentegenstellingen tussen jong versus oud en werkgevers versus werknemers. De hoogleraren hadden onderling verschillende visies.
In de woorden van Minister Koolmees is er tien jaar over gepraat en tien jaar over onderhandeld. Daarna is nog een jaar gespendeerd aan de uitwerking. Met de instemming van de FNV afgelopen 4 juli is het akkoord een feit. Het pensioenakkoord is voor vrijwel elk pensioenfonds een dwingende opdracht een materiele verandering te bewerkstelligen. Wat zijn die veranderingen?
Grappig genoeg blijft veel hetzelfde. De fiscaal vriendelijke behandeling blijft, de collectiviteit van de beleggingen en de collectiviteit van de uitvoering van de pensioenadministratie. Daarnaast gaat de verplichtstelling niet weg. Dat alles lijkt mij wel logisch. De fiscale facilitering stimuleert pensioenopbouw en de collectiviteit bevordert efficiëntie. Ook het handhaven van de verplichtstelling is wel praktisch om een uitholling te voorkomen. Tot zo ver het goede nieuws. De goede elementen zijn heel gebleven.
De strafvermindering
Er zijn ook grote wijzigingen in het nieuwe pensioenstelsel. Een daarvan is dat de toezegging over de toekomstige pensioenuitkering wordt losgelaten. Deze schijnzekerheid van het oude stelsel wordt nu expliciet over boord gegooid.
Doordat er geen vaststaande pensioenuitkering meer wordt beloofd, hoeft een fonds niet meer voortdurend in de gaten te houden of het genoeg in kas heeft om aan al die beloftes te voldoen. Pensioenfondsen hoeven niet langer grote buffers aan te houden. Het risico ligt immers niet meer bij het fonds, maar bij de deelnemer.
Het aanhouden van het vereist eigen vermogen binnen het fonds is in deze opzet niet meer nodig. Dat valt dus feitelijk vrij. Dat vereiste eigen vermogen neemt in het huidige stelsel toe met het risico van de assets en is daarmee een straf die het nemen van risico afremt. Een straf op nemen van risico die verdwijnt in het nieuwe stelsel.
Het zonnetje
Een hoop veranderingen gaan ook over hoe je het verhaal vertelt. Het verhaal van bezittingen en verplichtingen. Hoe je het ook wendt of keert, je moet verplichtingen met bezittingen vergelijken om te beoordelen hoe je ervoor staat.
In het oude stelsel breng je de verplichtingen naar nu met een verdisconteringscurve. In het nieuwe stelsel breng je de assets naar straks met een projectierendement. Voor beide is wat te zeggen natuurlijk.
Per nu of per straks vergelijken maakt eigenlijk niet veel uit. Het vooruit of achteruit projecteren met verdisconteringscurve of projectierendement wel. Een ding is zeker: het projectierendement zal aanzienlijk hoger liggen dan de huidige verdisconteringscurve. Het zal er dus allemaal wat zonniger uitzien.
De zuigkracht
In het oude stelsel was de verdisconteringscurve een belangrijk ankerpunt. Beleggingen en derivaten werden daar feitelijk naar toe gezogen, omdat daarmee de bewegelijkheid van de solvabiliteitsratio, zeg maar het gepercipieerde risico, omlaag werd gebracht. Dat gaat verdwijnen.
Hoe de rente-strategieën van de fondsen er wel uit gaan zien vraagt nog een debat over risicohouding en denkwerk voor de implementatie. Maar de zuigkracht van de disconteringscurve verdwijnt in ieder geval.
Het projectierendement zal opgebouwd zijn op basis van een mandje van assets. Waarschijnlijk is het rendement van dat mandje wat stabieler en zal zich rustiger gedragen dan de huidige verdisconteringscurve.
Ook lijkt het mij dat dat mandje wat minder gevoelig voor dislocaties in de economie. Bijvoorbeeld door de monetaire stimulering van de laatste 15 jaar, die met name de risicovrije vastrentende assets raakte.
Grofweg zijn er drie effecten: de zuigkracht van de curve wordt minder, een gunstigere rekensystematiek en een lagere straf op risico. Er is werk aan de winkel voor beleggers, balansmanagers en riskmanagers!
Probability & Partners is een Risk Advisory Firm die geïntegreerde risicomanagement en kwantitatieve modelleringsoplossingen biedt aan de financiële sector en aan data-gedreven ondernemingen.