Harry Geels: Vijf serieuze twijfels over de Moderne Monetaire Theorie

Harry Geels: Vijf serieuze twijfels over de Moderne Monetaire Theorie

Harry Geels

Door Harry Geels

De Moderne Monetaire Theorie (MMT) stelt in de kern dat een overheid onbeperkt geld kan bijdrukken en uitgeven. Momenteel woedt er een hevig debat tussen voor- en tegenstanders. De theorie laat zich het beste beschrijven als fiscaal buskruit: het kan potentieel mooi vuurwerk opleveren (bijvoorbeeld volledige werkgelegenheid), maar het kan ook in het gezicht ontploffen (lees inflatie veroorzaken). Een misvatting: een groot deel van de theorie is helemaal niet nieuw.

Dat de MMT bekend is geworden, kunnen we vooral op het conto van de Democraat Bernie Sanders schrijven. Hij voerde nadrukkelijk campagne met de ideeën achter deze theorie. Op 12 april jongstleden bepleitten ook twee Nederlandse hoogleraren, Klaas van Egmond en Bert de Vries, in het economenblad ESB dat er eigenlijk geen goed alternatief is voor MMT en dat we met deze theorie een stabieler financieel systeem kunnen bouwen.

Tegenstanders spreken echter van de Magic Money Tree Theory of noemen het liever helemaal geen theorie, maar een linkse ideologie. Laten we de theorie eerst kort toelichten.

De overheid kan onbeperkt geld uitgeven

Het basisprincipe van de MMT is dat de overheid onbeperkt geld kan bijdrukken, om daarmee te investeren in de economie, om uiteindelijk volledige werkgelegenheid te realiseren. De theorie lijkt in het midden te laten hoe dat geld wordt gecreëerd. De overheid kan zelf munten slaan, maar de huidige praktijk is dat de overheid obligaties uitgeeft en de centrale bank vervolgens geld bijdrukt en deze obligaties opkoopt.

De theorie stelt dat ieder land dat een eigen munt heeft, overheidsschuld in de eigen munt uitgeeft en belastinggeld heft in de eigen munt, de MMT kan toepassen. De munt moet ook vrij kunnen fluctueren ten opzichte van andere valuta’s. De theorie lijkt niet uitvoerbaar voor bijvoorbeeld opkomende markten die obligaties in bijvoorbeeld dollars uitgeven (of de valuta hebben vastgepind aan de dollar). En hoewel de ECB ook monetair financiert, lijkt het eurosysteem nog niet klaar voor de MMT. De eurolanden geven namelijk ieder zelf schuldpapier uit en heffen in principe nog lokaal belasting.

Limieten en stabilisatiemechanismen

Echt onbeperkt geld bijdrukken kan natuurlijk niet. Dat stellen de aanhangers van de MMT zelf ook. De limiet ligt bij de werkgelegenheid en de natuurlijke hulpbronnen. Zodra volledige werkgelegenheid is bereikt, of er geen natuurlijke hulpbronnen meer zijn (er is bijvoorbeeld geen asfalt of staal meer om de extra bruggen te bouwen), dan houdt het op. Hogere inflatie – bijvoorbeeld te zien aan oplopende lonen en prijsstijgingen van grondstoffen – is het signaal dat de limieten zijn bereikt. Dan moet de overheid stoppen met geld bijdrukken.

Er zitten volgens de aanhangers van de MMT stabilisatiemechanismes in het systeem. Progressieve belastingheffing is zo’n mechanisme. Als het beter gaat in de economie, wordt er meer verdiend en meer belastinggeld geïnd. Zo haalt de overheid een deel van het geld weer terug uit het systeem. Een andere stabilisatie loopt via de zogeheten baangarantieprogramma’s. De overheid investeert en geeft iedereen een baangarantie. Gaat het goed met de economie, dan worden overheidsbanen omgezet in banen in het bedrijfsleven.

Een andere stabilisatie is het overheidsbudget. Jaarlijks moet de overheid – afhankelijk van hoe dicht de limieten in termen van werkgelegenheid en hulpbronnen worden benaderd – een uitgavenbudget vaststellen. Dreigt het echt mis te gaan, bijvoorbeeld omdat de limieten te snel worden bereikt en de inflatie hard begint op te lopen, dan moet de overheid volgens de MMT ingrijpen middels bijvoorbeeld prijsbeperkingen, rantsoeneringen, hogere belastingen en (patriottistische) spaarcampagnes.

De MMT is niet nieuw

De MMT wordt door aanhangers op verschillende manieren uitgelegd. Bovenstaande uitleg is sterk geënt op de visie van Larry Randall Wray, Professor Economie aan het Bard College en een van de MMT-pioniers. Hij zegt ook dat de MMT helemaal niet nieuw is en dat ‘gelukkig steeds meer mensen het lijken te begrijpen’. Wray verdedigt verder de baangarantie als een ‘second best option’. ‘Anders verpieteren werklozen toch maar thuis, of worden ze crimineel op straat.’

De MMT lijkt een variant op de (post-)Keynesiaanse theorie van anticyclisch overheidsbeleid: een overheid die moet besteden als het economisch slecht gaat en vice versa bezuinigen als het goed gaat. Er zijn alleen wat socialistische (of zo u wilt communistische) trekjes aan toegevoegd, bijvoorbeeld de baangarantieprogramma’s en overheidsingrijpen als prijzen te hard stijgen. De MMT is de tegenhanger van het ‘laissez faire’ neoliberalisme.

Vijf serieuze twijfels

Een theorie ziet er op papier altijd mooier uit dan in de praktijk. Hetzelfde geldt voor het neoliberalisme dat door Margaret Thatcher en Ronald Reagan werd geïnitieerd. ‘Laat de markt het maar regelen, het bedrijfsleven werkt efficiënter dan de overheid’, zo heeft men sinds begin jaren tachtig gedacht. Maar dan blijken er in de praktijk rafelranden te ontstaan, zoals mensen die buiten de boot van het systeem vallen en wegkwijnen en de flagrante zelfverrijking van de elite.

Zo zal ook de MMT in de praktijk niet vrij van rafelranden zijn. Sterker nog, er zijn vijf serieuze twijfels:

1) De onafhankelijkheid van de centrale banken wordt opgeheven.

In de MMT zijn centrale banken een marionet geworden van de overheid. Ze moeten het uitgavenbeleid van de overheid faciliteren, niet meer en niet minder. In de MMT is het de overheid die – via investeringen en fiscaliteit (en eventueel andere maatregelen) – de inflatie regelt. De aanhangers van de MMT stellen zelfs expliciet dat centrale banken geen invloed hebben op inflatie (en economische groei). Wray: ‘Monetair (inflatie)beleid is ontzettend zwak’, ‘centrale bankiers weten met steeds ruimer monetair beleid niet of ze nu het gas- of het rempedaal indrukken’ en ‘alleen fiscaal beleid werkt’.

2) Te weinig ontzag voor ‘behavioural biases’.

De overheid kan weliswaar in theorie niet failliet gaan – het kan immers oneindig geld bijdrukken – maar in de praktijk kan het wél moreel failliet gaan, bijvoorbeeld als het teveel geld uitgeeft of als het inflatiespook uit de fles ontsnapt en niet meer teruggepakt kan worden. De economie wordt (vooral) door het gedrag van consumenten en bedrijven beïnvloed, dat weer grotendeels op vertrouwen is gestoeld. Als vertrouwen (in de munt) wegvalt, zoals destijds in de Weimar Republiek, is het hek van de dam. Bovendien verstoort het schier oneindige geld het mechanisme van vraag en aanbod. Als dan de prijzen en rente worden ‘gereguleerd’, ontstaan speculaties en misallocaties van kapitaal.

3) De rol van de commerciële banken wordt ‘vergeten’.

Ook commerciële banken creëren geld en hebben dus invloed op de bestedingen in de economie, namelijk de bestedingen van consumenten en bedrijven, los van die van de overheid. Als de ‘limieten’ worden bereikt, gaan de banken dan ook naar het pijpen van de overheid dansen? Het verdienmodel van commerciële banken lijkt in de MMT een afgeleide van het overheidsbeleid te zijn.

4) Te veel vertrouwen in overheidsbeleid en politieke besluitvorming.

Er zijn nog veel vragen. Hoe gaan politici het juiste budget bepalen? Hebben ze voldoende kennis van de economie? En zijn ze niet te opportunistisch, lees: maken ze niet te gemakkelijk schulden? Of moeten ze zich laten leiden door een groep MMT-technocraten? Deze vragen stellen is ze beantwoorden. 

5) Vraagtekens bij de stabilisatiemechanismen (bijvoorbeeld van de belastingen).

De MMT veronderstelt een gesloten systeem van (progressieve) belastingheffing. Maar wat als – zoals in de praktijk van alledag – individuen en bedrijven belastingen ontwijken? De MMT gaat lastig samen met het bestaan van belastingparadijzen. Joe Biden, die voor zijn Green Deal op de principes van de MMT lijkt te willen steunen, pleit daarom niet voor niets voor één belastingsysteem in de wereld (zodat belastingontwijking geen zin meer heeft).

Conclusie: de MMT klinkt leuk en nobel op papier, maar is een ongewis avontuur.

Ter overweging: de rafelranden van het neoliberalisme eraf vijlen?

Klik hier voor een interview op Bloomberg Markets and Finance met professor Larry Randall Wray over MMT.

 

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels