Harry Geels: De opkomst van het neo-egalitarisme
Harry Geels: De opkomst van het neo-egalitarisme
Door Harry Geels
Nederland krijgt het meest linkse kabinet sinds begin jaren tachtig. Dit past in een breder beeld waarin diverse ontwikkelingen samenkomen onder de noemer ‘neo-egalitarisme’, een stroming die, zo lijkt het, een onafwendbare tegenreactie is op het neoliberalisme. Plastisch gezegd moet de witte man, die symbool staat voor hebzucht, agressie en individualisme, plaatsmaken voor een gender- en kleurneutraal persoon die staat voor gelijkheid, naastenliefde en behoud van de natuur.
Het kabinet Rutte IV is om drie redenen bijzonder. Ten eerste omdat het wat betreft klimaat-, en uitgavebeleid waarschijnlijk het meest linkse kabinet is sinds de jaren tachtig. Ten tweede omdat er voor het eerst in de geschiedenis evenveel vrouwelijke als mannelijke ministers zijn.Verder is er, mede vanwege onderling wantrouwen ten gevolge van de toeslagenaffaire, sprake geweest een van de langste formaties ooit.
Kijken we echter door een meer filosofische bril, dan past het nieuwe kabinet eigenlijk prima bij een nieuwe maatschappelijke stroming die we het neo-egalitarisme zouden kunnen noemen en die bestaat uit vijf met elkaar samenhangende ontwikkelingen: 1. De Woke-beweging, 2. De groeiende onvrede over vermeende fiscale ongelijkheid en (internationale) fiscale ontwijking, 3. De neo-dekolonisatie, 4. Het groeiende geloof in een ander mensbeeld en ‘spiritueel ontwerp’ en 5. Afbrokkelende democratische waarden.
[1] De Woke-beweging
Woke is een oorspronkelijk uit de VS overgekomen stroming, die vrij vertaald staat voor ‘alertheid op (institutionele) discriminatie tegen minderheden en vrouwen’. In de afgelopen paar jaar heeft het begrip een steeds bredere betekenis gekregen. Woke staat nu gelijk aan de bestrijding van zo goed als alle sociale ongelijkheden, waaronder ook seksisme (denk aan de ‘Me Too’-beweging).
Politiek gezien is Woke onderdeel geworden van de strijd tussen links en rechts. Voor conservatieven staat het voor een ‘intolerante en moraliserende ideologie’. In maart 2021 betitelde het Franse links-liberale blad Les Echos de term echter als ‘Un tournant sociétal for Génération Z’, een (positief) maatschappelijk keerpunt voor mensen geboren tussen 1995 en 2010.
[2] De groeiende onvrede over vermeende fiscale ongelijkheid
Een tweede onderdeel van het neo-egalitarisme is de groeiende maatschappelijke onvrede over fiscale ongelijkheid en (internationale) fiscale ontwijking. Er is toenemende verontwaardiging over het feit dat rijke mensen en grote bedrijven, via allerlei fiscale routes, bijna geen belasting betalen. Waar in de kredietcrisis de banken nog het pispaaltje waren, staan nu, in Nederland althans, de grote kantoren aan de Zuidas van Amsterdam er niet goed meer op.
In het neo-egalitarisme zijn er nieuwe helden, bijvoorbeeld de 376 journalisten uit 76 landen die de Panama Papers naar buiten brachten. Of de journalisten achter de Pandora Papers. Of auteur Rutger Bregman die wereldwijde roem vergaarde door de populaire Amerikaanse nieuwslezer Tucker Carlson van het rechtse Fox News te piepelen over belastingontwijking en te lage marginale belastingtarieven voor de rijken.
[3] De neo-dekolonisatie
Van 1918 tot en met 1998 zijn er grofweg zo’n 150 koloniën zelfstandig geworden. De overzeese streken die vooral nog in Britse en Franse handen zijn, worden tegenwoordig geen koloniën meer genoemd, maar overzeese regio’s, gemeenschappen of departementen. Het laatste decennium is er echter weer een nieuwe vorm van dekolonisatie ontstaan. Deze bestaat vooral uit een groeiend schuldbewustzijn van de voormalige kolonisatoren.
De Nederlandse koning heeft bijvoorbeeld recent spijt betuigd over hetgeen gebeurd is in Indonesië, en de Gouden Koets in de ban gedaan omdat er een schilderij met slaven op staat. Het Amsterdam Museum gebruikt de term Gouden Eeuw niet meer. En het kabinet betuigde in 2020 ‘diepe spijt en berouw over de slavenhandel’. Er is ook toenemende ontvankelijkheid voor de eisen van voormalige koloniën om geroofde kunstschatten terug te geven.
[4] Het groeiende geloof in een ander mensbeeld en spiritueel ontwerp
Het meest abstracte onderdeel van het neo-egalitarisme is een veranderend mensbeeld en het geloof in een nieuw spiritueel ontwerp. Het gaat bij steeds minder bedrijven nog puur om het maken van zo veel mogelijk winst. Wie via Google zoekt op de termen Business en Spirituality komt talloze (wetenschappelijke) onderzoeken en verhalen tegen van bedrijven die op zoek zijn naar eigen zingeving. De beweging van aandeelhouders- naar stakeholderskapitalisme is hier een uiting van. Vooral het klimaat staat steeds hoger op de agenda.
Ook de populariteit van boeken als de Meeste Mensen Deugen van Rutger Bregman en Celestijnse belofte van James Redfield spreekt boekdelen. Bregman breekt in zijn boek tussen de regels door zelfs een lans voor communistische principes. De communistische regimes die bestaan hebben, faalden volgens hem niet zozeer vanwege het feit dat mensen elkaar niet naar behoefte zouden willen bijstaan, maar vanwege verkeerde maatschappelijke instituties die bedoeld waren om eventuele slechte mensen in toom te houden.
In dit opzicht is het ook opvallend dat meer en meer onderzoeken en peilingen uitwijzen dat vooral jongeren steeds positiever denken over communistische principes. Figuur 1 laat zien dat maar liefst tegen de 38% van de Britse jongeren tussen de 18 en 34 jaar meent dat het communisme kan werken als het goed wordt uitgevoerd. De populariteit van Bernie Sanders, die een zeer links politiek programma had bij de laatste twee verkiezingen in de VS, zegt ook genoeg.
Figuur 1: De mening over het communisme in het VK
Bron: Number Crunshing Politics/CapX, 2018
[5] Afbrokkelende democratische waarden
Het neo-egalitarisme brengt een grote uitdaging met zich mee. De wetgeving in de meeste landen is nog ingericht op de ontwikkelingen van de afgelopen decennia waarin het neo-liberalisme de toon zette. Wetten en democratische beginselen knellen regelmatig met de ambities. Zo hebben Nederlandse rechters zich in vreemde bochten gewrongen om Shell te veroordelen door zich aan allerlei niet duidelijk in de wet vastgelegde klimaatdoelstellingen te houden.
Ook bij het coronabeleid kan men vraagtekens zetten of alle grondrechten goed behartigd worden. En centrale banken hebben zich een veel groter mandaat toegeëigend dan officieel is vastgelegd, onder ander door als financieringsloket van grif geld uitgevende overheden te opereren - een mandaat waar kiezers zich überhaupt nooit over hebben kunnen uitgespreken. De scheiding der (schaduw)machten wordt steeds minder goed nageleefd, in een politieke drang bepaalde (gemeenschappelijke) doelstellingen te realiseren.
De witte man
De witte man wordt als symbool gezien voor het neo-liberalisme. Hij staat in het neo-egalitarisme voor hebzucht, agressie en individualisme. En als de witte man het niet met deze stereotypering eens is, wordt hij weggezet als ‘angry white man’. Plastisch gezien heeft het neo-egalitarisme een ander boegbeeld, een persoon met een niet nader gedefinieerde huidskleur en geslacht, die staat voor gelijkheid, behoud van klimaat en naastenliefde.
Let wel, het betreft hier een zo objectief mogelijk observatie van maatschappelijke ontwikkelingen. Ik heb gepoogd, zo goed en zo kwaad als het gaat, geen waardeoordelen over zowel het neoliberalisme als het neo-egalitarisme te geven. Het neo-egalitarisme is geen complot tegen de witte man. En hij moet het zich zo ook niet aantrekken. De opkomst ervan is een logische reactie op (de vermeende negatieve gevolgen van) het neoliberalisme. Het is altijd actie en tegenreactie.
De geschiedenis van de mensheid is een schouwtoneel, een theatervoorstelling, een drama wel te verstaan, waarin de oude hoofdpersonen moeten sterven, om daarna een episode met nieuwe hoofdpersonen te kunnen beleven. De hoofden van Louis de XVI en Marie Antoinette moesten ook onder de guillotine om de Verlichting te kunnen starten. En ook het neo-egalitarisme heeft al de kiemen van een ooit nieuwe tegenbeweging in zich.
Korte nabeschouwing
De strijd tussen het neoliberalisme en het neo-egalitarisme staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Of en hoe het neo-egalitarisme slaagt in zijn doelstellingen, is nog onduidelijk. Beleggers doen er goed aan zich bewust te zijn van het feit dat bepaalde bedrijven of sectoren, bijvoorbeeld door neo-egalitaristische ideeën, in ongenade kunnen vallen. Denk aan wat er met de sector fossiele brandstoffen is gebeurd. De hoekstenen van de beleggingsportefeuille, waarvan Shell er decennia lang een is geweest, krijgen andere definities.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels