Roland van den Brink: Irrationeel beleid China vormt een risico
Roland van den Brink: Irrationeel beleid China vormt een risico
Door Roland van den Brink, Oprichter van TrigNum
In China neemt het risico op irrationeel financieel-economisch beleid zorgwekkende vormen aan. Dit heeft mondiale gevolgen en het is raadzaam om in het beleggingsbeleid voldoende flexibel te zijn.
Sinds 2004 breng ik jaarlijks een bezoek aan China, waar ik veel lokale vermogensbeheerders spreek. De laatste drie jaar vonden de ontmoetingen vanwege covid online plaats, maar die bijzondere periode is nu gelukkig voorbij. Deze lokale vermogensbeheerders vertellen me steeds vaker dat China in de laatste drie jaar sterk veranderd is en dat het land economische problemen tegemoet gaat die in omvang doen denken aan de Japan-crisis (1995). Gezien de omvang van China zal dit de hele wereld raken.
1) Problemen worden steeds meer zichtbaar
Financieel-economisch gaat het in China slechter dan de leiders hoopten: de export sputtert, deflatie ligt op de loer, de (jeugd)werkeloosheid stijgt, en de Chinese munt daalt ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Een van de oorzaken is dat de te grote schuldenlast van de vastgoedsector tot betalingsproblemen bij grote spelers heeft geleid. Volgens Gavekal Research gaat het om meer dan 350 miljard euro aan onbetaalde rekeningen. Vastgoed beslaat in China ongeveer 30% van de economie (GDP) en 70% van het vermogen van huishoudens zit in stenen.
Er is echter een verder reikende trend: een sterk gedaald vertrouwen in de toekomst en in de overheid. Een groot probleem in China is dat jongeren wél geschoold zijn, maar géén werk hebben. De jeugdwerkloosheid bereikte in augustus 2023 opnieuw een recordhoogte van meer dan 20%, omdat een recordaantal universitair geschoolden de arbeidsmarkt betrad. Voor de scholing zijn leningen aangegaan of is het spaargeld (van de ouders) aangesproken. Een inkomen hebben is daarom voor velen noodzakelijk.
Ook de werkloosheid in de groep 25-59-jarigen ligt boven de 4% en verslechtert verder. Door covid, de lastige arbeids- en woningmarkt en een steeds meer regulerende overheid is het consumentenvertrouwen sinds 2022 flink gedaald. De werk- en leefhouding is veranderd. In de pers lees je anekdotische verhalen over Chinese jongeren die minder willen werken en de sociale media moedigen vooral het bezuinigen aan: niet meer naar de dure sportschool, maar thuis oefenen aan de hand van een video.
2) Van rationeel naar irrationeel beleid?
Elke vijf jaar maakt de Communistische Partij van China plannen en daarvan zijn er, sinds het land de deur weer heeft geopend, slechts enkele niet of matig uitgevoerd. In één generatie zijn honderden miljoenen arme Chinezen tot de middenklasse gaan behoren.
De huidige problemen en geopolitieke spanningen leiden echter tot ingrepen die steeds minder rationeel zijn. Onwelgevallige cijfers, zoals die over de jeugdwerkloosheid, worden niet meer gepubliceerd. Kleding moet gaan voldoen aan het politieke ideaal, om zo de cultuur te beschermen. Het gebruik van de iPhone door ambtenaren wordt ontmoedigd. Mensen met opbouwende kritiek, zoals de pro-China zakenman Lew Mon-hung uit Hong Kong, verdwijnen ineens van het toneel. Grote bedragen worden beschikbaar gesteld om problemen vooruit te schuiven en het beheersen van de media wordt steeds meer een obsessie.
De regering kan steeds minder sturen, met als gevolg dat het beleid steeds minder financieel-economisch rationeel wordt. Dit patroon zien we wel vaker. Recente voorbeelden zijn Turkije en Venezuela. De Amerikaanse en Europese handelsbeperkingen verergeren de situatie, wat de kans op irrationeel beleid vergroot.
Meer in het algemeen kun je stellen dat China het einde van de weg heeft bereikt als het gaat om zijn door schulden gevoede economisch model. Vergrijzing, spaaroverschotten, lage groei, lage inflatie, lage rente, maar ook irrationeel beleid, zijn ook voor China het voorland. Gezien de positieve handelsbalans kan de regering het steunbeleid nog een tijd volhouden, maar ook een rijk land als Japan is uiteindelijk voor de realiteit gezwicht.
3) De impact is mondiaal
Ongeveer 13% van de winst van de 200 grootste bedrijven wereldwijd komt uit China. Het Rijk van het Midden heeft een forse griep en die is - gezien de economische omvang - besmettelijk. Daarnaast kampen landen en bedrijven met flink hogere rentelasten. De ruimte om beleid te maken is fors afgenomen. Bezuinigingen dienen zich aan, omdat ook in onze westerse wereld de vergrijzing zich doet gelden.
Het risico op irrationaliteit in het beleid van menig land neemt mede toe door verkiezingen, die een andere politieke wind kunnen laten waaien. Minder rationeel beleid doet het vertrouwen van burgers dalen en dat is economisch niet gunstig. Tezamen met de huidige waarderingen beperkt dat het rendement op zakelijke beleggingen.
4) De middellange termijn
Ben ik een pessimist? Nee. China heeft veel te bieden, zoals een goed arbeidsethos en de wil om vooruit te komen. Nieuwe technieken zoals artificiële intelligentie en robotisering, maar ook de verschuiving naar een meer servicegerichte maatschappij, zullen in dit land steeds meer invloed krijgen. Maar de komende twee jaar gaan waarschijnlijk financieel-economisch lastig worden voor ons allemaal. ‘Hoe te letten op, en wat te doen bij, toenemende irrationaliteit’ oogt een zinvolle paragraaf in het komende Beleggingsplan. Mede vanwege de opgelopen rente - en het invaren bij pensioenfondsen - is het verstandig om de weging in zakelijke waarden kritisch te beoordelen en beleid te hebben om vlot wegingen te kunnen aanpassen.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Roland van den Brink