Ernst Hobma: Duurzaamheidsuitkoop staat verduurzaming in de weg
Ernst Hobma: Duurzaamheidsuitkoop staat verduurzaming in de weg
Door Ernst Hobma, Economic Researcher bij Triodos Investment Management
Risico’s inschatten en beheersen is de manier bij uitstek waarop de financiële sector maatschappelijk een bijdrage kan leveren. Het zou de hele samenleving dus goed doen om juist de risico’s die maatschappelijk relevant zijn voor rekening van de financiële sector te brengen.
Stel, je bent eigenaar van een agrarisch bedrijf, een staalfabriek of een chemische fabriek in een rijk westers land. Je krijgt steeds meer gedoe met nieuwe regels omtrent vervuiling en ook omwonenden en andere belanghebbenden beginnen moeilijk te doen. Wat ga je doen? Je bedrijf zo snel mogelijk aanpassen, overstappen naar duurzaam boeren of fabriceren?
Niet als je geld belangrijk vindt. Dan kan je beter wachten tot iemand anders met een zak geld over de brug komt om je uit te kopen. Uitkoop en bijbehorende ‘moral hazard’ leidt zo tot stagnatie in de transitie naar een duurzame samenleving. En wat geldt voor deze ondernemers, geldt nog meer voor de financiers.
Duurzaamheidsrisico’s steeds meer ingebed
Duurzaamheidsrisico’s worden de afgelopen jaren onder aanvoering van toezichthouders in de hele financiële sector ingebed. Een belangrijke component van deze duurzaamheidsrisico’s zijn transitierisico’s: de financiële risico’s vanuit de overgang naar een duurzamere economie, bijvoorbeeld als een vervuilend bedrijf moet sluiten en daardoor zijn lening niet terugbetaalt.
Het idee is dat een financiële instelling door dit risico te beheersen of te verkleinen, minder verliezen leidt. De maatschappij is hier ook bij gebaat. Wanneer financiële markten niet-duurzame bedrijfstakken namelijk als financieel risico gaan beprijzen, zullen die minder (goedkoop) kapitaal in deze bedrijfstakken steken, waardoor er minder activiteit zal plaatsvinden. Zo kan anticiperen op een duurzaamheidstransitie door financiële instellingen de transitie zelf versnellen.
Duurzaamheidrisico’s nog onvoldoende beprijsd
Markten beprijzen duurzaamheidsrisico’s op dit moment onvoldoende, vindt onder meer de ECB. Geregeld wordt aangenomen dat deze gebrekkige beprijzing komt door beperkte informatie, zowel die verstrekt door de ECB als bijvoorbeeld die over huizenprijzen in Nederland.
Hoewel gebrekkige informatie een rol kan spelen, is er nog een grote voorwaarde om financiële markten duurzaamheidsrisico’s te laten beprijzen.
Die voorwaarde is dat de dreiging van transitierisico’s geloofwaardig moet zijn. Ik bedoel dan niet de ‘dreiging’ dat er op enig moment een duurzaamheidstransitie komt. Om financiële markten als geheel duurzaamheidsrisico’s te laten beprijzen, moeten voldoende financiële instellingen gaan geloven dat zij op korte termijn met de gebakken peren zullen komen te zitten wanneer zij niet-duurzame partijen blijven financieren. Als markten, zoals nu, bijna geen duurzaamheidsrisico’s inprijzen, kan dat dus betekenen dat zij niet in deze dreiging geloven.
Nauwelijks transitierisico voor financiële markten
Het zou niet gek zijn als financiële markten deze dreiging niet serieus nemen: tot nu toe zijn die transitierisico’s er voor financiële markten namelijk nauwelijks. Er zijn verschillende recente voorbeelden. Het Duitse energiebedrijf RWE krijgt bijvoorbeeld € 2,6 miljard aan staatssteun om bruinkoolmijnen versneld te sluiten.
Ook bij de uitkoop van een asfaltfabriek in Nijmegen en het steunpakket aan Tata Steel in het Verenigd Koninkrijk om te verduurzamen worden publieke middelen aangewend om verduurzaming te versnellen. En de uitkoopregeling voor boeren in Nederland zal deels worden gebruikt om leningen af te lossen.
In al deze gevallen worden financiers (deels) schadeloos gesteld, terwijl een transitierisico wel materialiseert. Zo is er geen geloofwaardige dreiging, worden financiële markten ontmoedigd te anticiperen op duurzaamheidstransities, en vertragen die dus transities.
Verduurzaming hoeft niet altijd via uitkoop
Verduurzaming hoeft natuurlijk niet altijd via uitkoop. De kolencentrales in het Verenigd Koninkrijk sluiten bijvoorbeeld zonder compensatie, simpelweg door aangescherpte normen. Maar om snelle maatschappelijke verandering te bewerkstelligen, gaan we de komende decennia zo nu en dan publieke vangnetten moeten en willen bieden aan burgers die onevenredig hard geraakt worden door transities.
De schaarse publieke middelen die aan compensatie besteed worden, zouden echter nooit de financiële sector schadeloos mogen stellen. Risico’s inschatten en beheersen is dé manier bij uitstek waarop deze sector maatschappelijk nuttig kan zijn. Het zou de hele samenleving goed doen om juist de risico’s die maatschappelijk relevant zijn daadwerkelijk voor rekening van de financiële sector te brengen.