Harry Geels: Zorgen over steeds luidere roep eurobonds
Harry Geels: Zorgen over steeds luidere roep eurobonds
Door Harry Geels
Recent deden Emmanuel Macron, Mario Draghi en EU-hoofdeconoom Paolo Gentiloni een oproep om opnieuw gezamenlijk eurobonds uit te geven. Hoewel eurobonds voordelen kunnen hebben, domineren vooralsnog twee grote zorgen: het democratische proces en de gezamenlijke schulddeling.
In het kader van de klimaattransitie en de verdediging van Oekraïne wordt regelmatig de suggestie gedaan om die gezamenlijk op EU-niveau te financieren. De projecten zouden te groot zijn om die versnipperd op landenniveau uit te voeren. Emmanuel Macron deed laatst een oproep tot gezamenlijke ‘war bonds’, om daarmee Europa te herbewapenen en indirect ook steun te bieden aan Oekraïne. Hetzelfde deed EU-hoofdeconoom Paolo Gentiloni, toen hij sprak over de noodzaak van een ‘central fiscal capacity’ voor onze verdediging en veiligheid.
Voormalig president van de ECB Mario Draghi deed begin dit jaar de meest uitgebreide oproep tot verdergaande politieke en financiële integratie van de EU. Europa moet veel uitgeven om sterker te worden in het geopolitieke krachtenveld, onder andere door te investeren in het klimaat, het leger en de digitale wereld. Het inzetten van eurobonds is reeds jarenlang een veel besproken onderwerp, waarvan de voor- en nadelen telkens weer aan bod komen. Maar het is toch goed om stil te staan bij twee grote, meestal slechts indirect benoemde zorgen.
1) Gebrekkig democratisch proces
In 1990 voorspelde Margaret Thatcher dat de euro en ECB het einde van de Europese democratie zouden betekenen. Over eurobonds schreef The Economist in 2011 toepasselijk: ‘The name is Bond. Eurobond. License to kill sovereign states’. Tijdens de eurocrisis werden feitelijk al de eerste gezamenlijke obligaties uitgegeven, via de Europese Investment Bank en de European Financial Stability Facility (EFSF) en het European Stability Mechanism (ESM), omdat eurolanden in de problemen financieel moesten worden ondersteund om te voorkomen dat de euro zou vallen.
Tijdens de COVID-19-crisis werden er onder de noemer van de Next Generation EU Recovery Fund voor € 750 miljard aan gemeenschappelijke schulden aangegaan. Mark Rutte moest hiervoor de afspraken uit het regeerakkoord en zijn verkiezingsbelofte (‘geen gemeenschappelijke schulden’) breken. En nu zijn er weer andere dringende crises. Omdat de regering blijkbaar anders kan besluiten dan ze in hun regeerakkoord hebben vastgelegd, is het democratisch proces gebrekkig. ‘De democratie wordt geofferd op het altaar van de muntunie’, zo schreef politiek-econoom Bastiaan van Apeldoorn eens zo mooi op.
2) Grote vraagtekens bij ‘gezamenlijke’ schulddeling
Eurobonds betekenen niet alleen een schuldenunie, maar ook een fiscale unie, wat inhoudt dat ieder land zich aan de begrotingsregels moet houden. Anders dragen de relatief gedisciplineerdste landen straks de zwaarste lasten. Een voorproefje hebben we al gezien bij de coronabonds, waarvan de opbrengsten voor een kwart, een buitenproportioneel percentage, naar Italië gaan. We weten van te voren dat de zuidelijke landen minder begrotingsdiscipline hebben, iets dat sinds de introductie van de euro alleen maar erger is geworden. Eurobonds zouden hierdoor weleens het paard van Troje kunnen zijn.
Eurobonds hebben natuurlijk ook voordelen
Een van de grote problemen die samengaat met de kracht van de euro, is dat een grote, diepe gemeenschappelijke markt voor de handel in eurogenomineerde obligaties en andere effecten ontbreekt. De kapitaalmarkten zijn te versnipperd. De grote banken opereren vooral lokaal. Eurobonds zouden potentieel het eurosysteem kunnen verstevigen. Door de toename van de liquiditeit daalt ook de gemiddelde yield, en dalen gemiddeld genomen dus ook de financieringskosten van overheden. Banken en institutionele beleggers, hoofdrolspelers in de Bond-film, kopen dit soort obligaties maar al te graag.
Roep klinkt vooral uit het zuiden
Het is opvallend dat het vooral zuidelijke landen zijn die steeds de oproep hebben gedaan, en blijkbaar nu weer doen, om gemeenschappelijke schulden te maken. Zij zijn er ook het meeste bij gebaat. Dankzij de fiscale kracht van de noordelijke landen dalen hun financieringskosten, waardoor de teugels van hun fiscale discipline eigenlijk nog meer gevierd kunnen worden. Noordelijke landen doen dit soort oproepen zelden. Rutte zei recent geen gemeenschappelijke war bonds te willen. De Ierse minister van Financiën Michael McGrath opperde iets vergelijkbaars.
Goed inregelen van het systeem
Alles staat of valt bij de implementatie. De Nederlandse Mr. Eurobond, voormalig hoofdeconoom van de Rabobank Wim Boonstra, heeft decennialang zijn visie gegeven op eurobonds. In 2016 zette hij er al een raamwerk voor op. Zo moeten van zo’n systeem merkbare voordelen voor alle deelnemende landen en een disciplinerende en stabiliteitvergrotende werking uitgaan. Ook zou de ECB moeten stoppen met monetaire financiering van individuele overheden, door Boonstra omzichtig omschreven als ‘interventies in de markt van staatsschuld' en eigenlijk onwettig.
Er wordt niet openlijk nagedacht over hoe een systeem van eurobonds eruit moet gaan zien. Dat ligt politiek gevoelig, want als er een blauwdruk ligt, zou die ook in verkiezingsprogramma’s en -debatten aan de orde moeten komen, tenminste als het journaille een beetje oplettend en ter zake kundig is. In de huidige praktijk misbruikt de EU crises om nieuwe eurobonds er doorheen te drukken. Straks hebben we er zoveel aan uitgegeven, dat de stap naar het officieel inregelen haast vanzelf gezet kan worden. Vanzelfsprekend gaat er dan nog wel het nodige handjeklap in EU-achterkamertjes aan vooraf.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels