Harry Geels: Waarom gaat de klimaattransitie zo traag?
Harry Geels: Waarom gaat de klimaattransitie zo traag?
Door Harry Geels
Overheidsbetutteling, de groeinoodzaak vanuit de overheid en de banken, en de niet te stillen behoeften van consumenten aan meer materiële en immateriële groei zijn dé drie redenen waarom de klimaattransitie niet sneller gaat. De oplossing voor het klimaat is simpel: belast vervuiling en de markt doet de rest.
De klimaattransitie wordt momenteel langs grofweg drie routes te lijf gegaan.
Allereerst gebeurt dat door meer overheidsregels. Denk in Europa bijvoorbeeld aan de CSRD, die de rapportageplicht over andere dan financiële criteria regelt, en de CSDDD, die bedrijven aansprakelijk maakt voor misstanden in de hele keten.
Ten tweede gebeurt dat door vooral grote bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan de SDG-agenda van de VN. Sommige uit een diepere geloofsovertuiging, andere om meer opportunistische redenen, omdat het past in de marketing, of uit angst voor negatieve pers.
Tot slot gebeurt dat door klimaatactivisten die bedrijven via de rechter willen aanzetten tot het volgen van de klimaatdoelstellingen die door (supra)nationale overheden zijn opgetuigd.
Deze drie routes brengen grote complicaties met zich mee. De nieuwe regels leiden enerzijds tot extra kosten voor bedrijven (en winsten voor consultants die hiervoor worden ingehuurd), anderzijds tot noodzaak om te komen tot allerlei standaarden en taxonomieën, wat weer vijf dieperliggende implicaties heeft, waaronder de definitiekwestie van complexe en niet-statische zaken.
De SDG-agenda heeft ook last van een definitiekwestie. Zo kunnen bepaalde SDGs elkaar tegenspreken. Ook kunnen er vraagtekens worden gezet bij de democratische legitimatie. We hebben immers nooit over dit onderwerp gestemd. Tot slot is ook de weg langs de rechter problematisch. Veel onderwerpen en definities zijn wettelijk niet goed vastgelegd en dan mogen rechters dat invullen. Klimaatregie hoort niet bij de rechters te liggen, maar primair bij de markt en secundair bij de overheid.
Drie hoofdoorzaken voor de lastige klimaattransitie
De klimaattransitie gaat traag, volgens klimaatalarmisten zelfs veel te traag. Om het probleem op te lossen moeten we naar de dieperliggende oorzaken achter die trage transitie kijken. Dan komen we grofweg uit bij drie ‘inconvenient truths’.
Ten eerste leiden allerlei regels en (SDG-)agenda’s tot allerlei definitiekwesties en discussies, die al dan niet worden uitgevochten bij de rechter, met vertraging tot gevolg. Hoe meer regels en agenda’s er zijn, des te minder vrijheid de mensen hebben en hoe ingewikkelder de zaken worden.
Het tweede probleem is de groeigedachte. En laten we nou eens niet het kapitalisme hiervan de schuld te geven. De grootste groeimotoren zijn de overheid, (centrale) banken en consumenten zelf. De overheid omdat het steeds meer wil, of vanwege meer regelgeving moet, uitgeven en dus economische en nominale belastinggroei nodig heeft, waarbij de centrale banken dit faciliteren met een inflatiedoelstelling. De banken vanwege hun verdienmodel: met een hefboom krediet verstrekken, om te investeren of extra te kunnen consumeren.
Ten derde is er de consument, die grosso modo blijkbaar niet te bevredigen behoeften heeft. Of het nu meer spullen zijn, persoonlijke ontwikkeling of reizen, we willen materiële en immateriële groei. De eerste werknemer die naar zijn werkgever stapt met het verzoek om minder te verdienen omdat hij minder wil uitgeven om het klimaat te redden, moet ik nog tegenkomen. De Wall Street Journal heeft onze economie wel eens mooi omschreven als de Taylor Swift economie. We vliegen graag de wereld rond om Swift (of andere artiesten) te zien optreden.
De oplossing is simpel, maar niet gemakkelijk
De enige echt goed werkende oplossing is het beprijzen van externe effecten. Deze oplossing is in de bewoordingen van Warren Buffett – ‘investing is simple but not easy’ – simpel en moeilijk tegelijk. Als we vervuilende producten duurder maken en gezonde en niet vervuilende goedkoper, zullen de sectoren die hieronder lijden trachten hun belangen te verdedigen. Maar niettemin zal beprijzing leiden tot de meest efficiënte transformatie. Je zult ervan versteld staan hoe snel bijvoorbeeld de luchtvaartindustrie transformeert als vliegen driemaal zo duur wordt.
En dan niet bedrijven redden die in zo’n transformatie om dreigen te vallen. Want dat is een schadelijke vorm van 'corporate socialism', die de klimaattransitie weer vertraagt.
Beprijzing van externe effecten is door economen al decennia, zo niet langer, gepropageerd. Zelfs door Nobelprijswinnaar Milton Friedman, de bekendste aanhanger van de vrije markt van de laatste vijftig jaar. In dit Youtube-filmpje van slechts tweeënhalve minuut legt hij op zijn gebruikelijke eloquente wijze uit in welke omstandigheden overheidsinmenging wel nodig is, namelijk als transacties tussen twee partijen (meestal consumenten en producenten) leiden tot negatieve gevolgen voor derden, wat bij niet-geprijsde klimaatschade het geval is.
Dus niet alle overheidsregels zijn fout. De handel in CO2-emissies heeft tot een beprijzing van fossiele uitstoot geleid. En het EU-regelkader voor het Carbon Border Adjustment Mechanism zorgt mogelijk voor een level-playing field voor bedrijven buiten de EU die niet hoeven te betalen voor hun CO2-emissies. Nieuw wetenschappelijk onderzoek lijkt ook te bewijzen dat externe beprijzing werkt. Het EU-ETS verminderde emissies met 14-16% zonder waarneembare krimp in economische activiteit. We kunnen vergelijkbare mechanismen voor stikstof en dergelijke optuigen.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels