De sterke afname van het aantal beursnoteringen is verontrustend

De sterke afname van het aantal beursnoteringen is verontrustend

Harry Geels

Door Harry Geels

Er staan steeds minder bedrijven op de beurs. Degene die er nog wel zijn worden steeds groter. De oplossing ligt in een andere kijk op de financiële markten in het algemeen en op beleggen in het bijzonder.

 

In de economie vindt sinds eind jaren negentig een bijzonder fenomeen plaats. Er zijn steeds minder bedrijven beursgenoteerd en de bedrijven die nog een notering hebben, worden steeds groter. Zo laat Figuur 1 zien dat een bekende all-index voor Amerikaanse bedrijven, de Wilshire 5000, tegenwoordig lang geen 5.000 bedrijven meer vertegenwoordigt. Met de afname is tegelijkertijd de gemiddelde marktkapitalisatie van beursgenoteerde bedrijven sterk toegenomen, met momenteel de meest extreme stand ooit: 5 megacaps bepalen nu zo’n 25% van de markt.

Figuur 1: The Wilshire Not-Quite-5000

Figuur 1 - Not quite so Wilshere 5000

Bron: Barron’s

Er zijn diverse oorzaken te benoemen achter beide trends. Laten we de vier belangrijkste op een rijtje zetten.

1) ‘Private equity verslindt de economie’

Een van de meest genoemde oorzaken in de media is dat private equity en venture capital een steeds belangrijkere rol in de economie spelen. Vaak wordt dat met een negatieve ondertoon gebracht, zoals recent in The Atlantic onder de titel: ‘The Secretive Industry Devouring the US Economy’. Het klopt dat private investeerders een belangrijkere rol krijgen, maar dat is noodzakelijk omdat banken zich terugtrekken uit de financiering van het midden- en klein bedrijf.

Gelukkig kunnen die kleinere bedrijven zich nog privaat financieren. Verder bieden private markten diverse voordelen aan beleggers. Er zijn potentieel hogere rendementen vanwege illiquiditeits- en complexiteitspremies. Er is sprake van minder koersvolatiliteit vergeleken met beursgenoteerde aandelen. En er kan vanuit duurzaamheid potentieel veel meer op de gewenste impact gestuurd worden (zie ook hierna). Natuurlijk moet er op de kosten worden gelet en moet potentieel schadelijk private equity vermeden worden.

2) Toenemende regulering schrikt beursnoteringen af

Een andere oorzaak waarom kleinere bedrijven liever de luwte van de private financiering opzoeken, is de toegenomen regelgeving. Beurgenoteerde bedrijven moeten bijvoorbeeld steeds zwaardere jaarverslagen maken en voorzichtig zijn met hoe en wanneer ze informatie verspreiden. Tegelijkertijd krijgen ze van de steeds grotere zakenbanken minder analistendekking. Tot twintig jaar geleden bleven zakenbanken de bedrijven die ze naar de beurs brachten ook als analisten volgen. Voor banken wegen hier de baten, de handel, niet meer op tegen de kosten, met dank aan onder andere Mifid 2.

3) Voortschrijdende corporatocratie

Dan hebben we ook te maken met steeds grotere beursgenoteerde bedrijven. Diverse bedrijfstakken worden tegenwoordig geregeerd door oligopolies en soms zelfs monopolies, de Global Titans veroveren de wereld. Dankzij de steeds zwaardere regelgeving en de kosten voor onderscheidende technologieën geldt het principe van de ‘winner takes it all’, geholpen door veel te zwakke anti-mededingsregels, uitgebreide handelsverdragen, en belastingvoordelen. Dat geeft onze maatschappij politiek-filosofische dilemma’s, waaronder een ongelijk speelveld tussen groot en klein.

4) Funeste opkomst van passief beleggen (althans, voor marktwerking en waardevinding)

De vierde reden waarom grotere bedrijven ‘geholpen’ worden is passief beleggen. Vooral als wordt belegd in marktkapitalisatiegewogen indices komt geld automatisch terecht in de bedrijven die het grootst zijn, en als die bedrijven verder groeien (ook door andere oorzaken), krijgen ze ook steeds meer geld, enzovoort. De beurs wordt zo steeds minder een plek waarin marktwerking wordt gestimuleerd en analisten de juiste waarde proberen te bepalen (voor de kleinere bedrijven), waardoor de meest efficiënte allocatie van kapitaal in de economie onder druk staat.

Consequenties voor beleggers

Dit alles heeft diverse consequenties voor beleggers. Beleggers kunnen met private markten tegenwind bieden tegen de steeds grotere beursgenoteerde bedrijven, om zo de dynamiek in de economie te behouden. Verder kan men met private markten beter een portefeuille bouwen die voldoet aan de eigen doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Zo neemt privaat in ESG-beleggen sterk toe, zoals Figuur 2 laat zien. Daarmee wordt de kritiek die private equity heeft gekregen, namelijk de niet-sociale sturing op louter winst, grotendeels ontkracht.

Figuur 2: Steeds meer private equity is ESG-proof

 Figuur 2 - ESG in private markets

Bron: PWC Market Research Centre, Preqin, FT.

Ten derde heeft beursgenoteerd beleggen tegenwoordig een indirect ‘politieke’ boodschap, namelijk dat op die manier beleggen de facto grotere en machtige bedrijven ondersteunt, dus de corporatocratie. De wens naar passief is te begrijpen vanwege kosten en transparantie, maar het past minder goed bij de fiduciaire taak van beleggen, althans als deze ook zaken als spreiding, impact en concurrentie omarmt. Dat betekent ook dat beleggers steeds meer moeten nadenken wat, hoeveel, en waarom ze wel en niet privaat en publiek doen.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels