Harry Geels: Omtzigt’s oproep tot ‘Personalisme’ is interessant
Harry Geels: Omtzigt’s oproep tot ‘Personalisme’ is interessant
Door Harry Geels
Een deel van Nederland was verbijsterd over Pieter Omtzigt’s zorgen over de lage geboortecijfers. Het meest saillante aan zijn lezing was echter een oproep om onze samenleving anders in te richten, mede door te wijzen op de filosofie van het Personalisme. Ten tweede sprong zijn visie op private equity in het oog.
De HJ Schoo-lezing 2024 van Pieter Omtzigt trok de aandacht van columnisten en satirici. Vooral zijn zorgen over de sterk dalende geboortecijfers werden bekritiseerd. NRC-columniste Caroline de Gruyter noemde die een ‘nostalgiereflex die niet werkt’ en De Volkskrant meende dat hij hiermee flirt met omvolkingstheorieën. De zorgen over geboortecijfers zijn echter niet nieuw. Zijn lezing is vooral interessant vanwege zijn visie op een andere maatschappelijke filosofie en zijn kijk op de financiële wereld, specifiek private equity.
Lage geboortecijfers
Laten we toch iets zeggen over de zorg achter de lage geboortecijfers. Het gaat niet alleen om Nederland. Ze dalen al jaren in het westen en in Zuidoost Azië. Zo maken de Wall Street Journal en The Economist daar al jaren grote ‘features’ over. Het gaat daarbij niet alleen om de kille cijfers en de eventuele problemen die teruglopende geboorten hebben voor bijvoorbeeld onze arbeidsmarkt, de economische groei en ‘de totaal nieuwe verhoudingen in de bevolking tussen de werelddelen’. Er gaan veel existentiële problemen achter schuil, die ik vorig jaar nog in een column heb behandeld, en die helaas door Omtzigt onbesproken zijn.
Er zijn grofweg vijf zorgwekkende hypothesen over de teruglopende vruchtbaarheid. Ten eerste dat wij als mensen fysiek minder vruchtbaar worden, wat vooral zichtbaar is bij mannen. Het gemiddeld aantal spermacellen per milliliter sperma is de afgelopen decennia sterk afgenomen. Het is meer dan gehalveerd in de afgelopen vijftig jaar, met een versnelling sinds het begin van het millennium. Daarvoor zijn ook weer verschillende hypothesen ontwikkeld, zoals milieuvervuiling, roken en slechtere eetgewoontes.
Verder wordt er tegenwoordig minder waarde gehecht aan het krijgen van kinderen dan vroeger. Enerzijds omdat het economisch minder nodig is: vroeger waren kinderen een latere inkomstenbron voor de ouders (tweede hypothese). Anderzijds omdat we andere zaken belangrijker zijn gaan vinden, waaronder geld verdienen, reizen en zingeving (derde hypothese). Een vierde hypothese is dat we de laatste decennia lossere en andersoortige relatievormen zijn gaan omarmen. Daar passen niet altijd kinderen bij.
De vijfde hypothese is meer filosofisch. Bij veel diersoorten zien we dat de voortplanting afneemt als de omgevingsfactoren minder gunstig worden. Zo schieten diverse vissoorten minder kuit als het water vervuild raakt. Iets vergelijkbaars zou ook voor mensen kunnen gelden. Het is jammer dat Omtzigt zijn vizier ook niet op deze ontwikkelingen had gericht, maar een vergelijking maakte met landen waar nog wel voldoende kinderen worden geboren, zoals Congo, Ethiopië en Nigeria, waardoor hij zich kwetsbaar maakte voor criticasters.
Filosofie
Na Omtzigt’s analyse van drie grote maatschappelijke problemen, migratie, onderwijs en huisvesting, kwam hij met diverse oplossingen. Zo wil hij de overhead in het onderwijs terugbrengen. En wat betreft de woningmarkt wil hij het beleid van sturen op schaarste aanpakken.
Maar hij kwam ook met een meer filosofische benadering om de maatschappij leefbaarder te maken, namelijk de omarming van het Personalisme. De kern hiervan is dat de mens niet gereduceerd kan worden tot een middel voor anderen of een anoniem onderdeel van een systeem. Andere kernwaarden zijn de unieke waardigheid van mensen en relationaliteit.
De mens bestaat in relatie tot anderen. Gemeenschapsverbanden zijn essentieel voor het menselijke bestaan en de persoonlijke ontplooiing. Ook vrijheid, verantwoordelijkheid en de ‘common good’ (gemeenschappelijk welzijn) spelen een belangrijke rol. Personalisme kent haken en ogen. Het gaat mij om de nadruk op de (levens)filosofie en die komt niet uit de lucht vallen. Francis Fukuyama deed dat bijvoorbeeld ook in zijn boek ‘Liberalisme en zijn schaduwkanten’. Het liberalisme kan zich volgens hem mede heruitvinden door toepassing van oude Grieks-filosofische deugden als matigheid en wijsheid (in plaats van luxe en roem).
Private equity
Saillant is Omtzigt’s visie op de rol van private equity in drie genoemde sectoren. Zo zei hij dat ‘ministers liever afspraken maken met buitenlandse investeerders zoals BlackRock – dat niet bepaald een goede reputatie heeft op het gebied van maatschappelijk verantwoordelijkheid’. Elders voegde hij daar nog aan toe ‘voor een forse fee’.
De facto stelt Omtzigt dat ministeries meer zelf moeten doen en minder dure beheerders en consultants moeten inschakelen. Hij propageert ook de Rijnlandse in plaats van de Angelsaksische marktwerking.
Hier maak ik deels een andere analyse. De marktwerking an sich is niet het probleem, maar de manier waarop die geïntroduceerd is in de drie probleemsectoren. Als je bijvoorbeeld in de gezondheidszorg de moeilijke operaties en de 24-uurs patiëntenzorg in het standaardziekenhuis, maar private klinieken alleen de standaardoperaties van 9 tot 5 laat doen, leggen we de ingewikkelde zorgkosten bij de maatschappij en de efficiëncywinsten bij private equity. De schuld ligt hier niet bij de marktwerking, maar bij slecht overheidsbeleid.
Tot slot
Gustave Flaubert zei ooit dat ‘iedereen iets begrijpt in overeenstemming met zijn inzicht’. Ik trek deze quote iets verder. Je kunt veel van mensen leren door te kijken wat ze uit een boek, film of lezing halen. Ik zie Pieter Omtzigt als iemand die een bredere analyse wil maken van drie huidige grote, deels met elkaar samenhangende problemen. Laten we die discussie doortrekken in plaats van puur satire te maken van zijn ideeën over de vruchtbaarheid van de 'Nederlandse' vrouw.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels. Hij is politiek onafhankelijk.