Martijn Huijnen: Tijd voor verandering - zonne-energie zonder dwangarbeid

Martijn Huijnen: Tijd voor verandering - zonne-energie zonder dwangarbeid

Energietransitie ESG
Martijn Huijnen (foto archief CFA VBA) 980x600.jpg

Zonnepanelen worden vaak gemaakt met dwangarbeid. Hierin investeren zonder goed onderzoek te doen, is een groot ethisch én juridisch risico. Dat moet en kan anders. Investeerders kunnen dit risico op diverse manieren fors verlagen.

Door Martijn Huijnen, ESG Specialist, Pensioenfonds Horeca & Catering en Lid van het Responsible Investment Committee van CFA Society Netherlands

Zonnepanelen zijn een icoon van de energietransitie en tegelijkertijd een product dat vaak gepaard gaat met dwangarbeid en andere ernstige schendingen van mensenrechten. Veel panelen komen (deels) uit Xinjiang, een Chinese regio waar meer dan één miljoen Oeigoeren gevangen worden gehouden in kampen en dwangarbeid verrichten. Toch zijn die panelen broodnodig voor de energietransitie. Dit was voor de Commissies Ethiek en Verantwoord Beleggen van CFA Society Netherlands aanleiding om samen met meer dan twintig experts een ronde tafel te organiseren.

Het is evident dat het grote risico van dwangarbeid niet acceptabel is vanuit ethisch en juridisch opzicht. Het niet (goed) uitvoeren van due diligence is juridisch risicovol. Dankzij nieuwe wetgeving zoals SFDR en CS3D worden bestaande normen tot ‘hard law’ verheven. Het kan uitdagend zijn overzicht te houden over alle nieuwe wet- en regelgeving. Echter, voor pensioenfondsen is het IMVB-convenant, met de UNGPs en de OESO-richtlijnen als basis, richtinggevend. Door daaraan te voldoen, voldoe je grosso modo aan de wet- en regelgeving, inclusief de plicht mensenrechten te beschermen.

Goede due diligence kan je op verschillende manieren aanpakken, afhankelijk van het type investering. Iedere belegger kan wel enkele van de volgende zeven acties ondernemen.

  1. Producten uit Xinjiang hebben een zeer hoog risico op dwangarbeid. Vermijd producten (met onderdelen) uit deze regio. Mensen worden soms verplaatst om elders dwangarbeid te verrichten, maar dat risico is aanzienlijk kleiner. Er zijn dus alternatieve producenten.
  2. Stel in tenders duidelijke eisen op qua minimale duurzaamheidscriteria, waarbij milieucriteria minder gevoelig liggen. Het selecteren op basis van lage CO2eq voorkomt de selectie van producten uit Xinjiang, waar veel steenkool wordt gebruikt.
  3. Wees bij zonnepaneelfabrieken alert op de mogelijke co-locatie van een werkkamp. Google Maps kan daarvoor soms al uitkomst bieden.
  4. In China kunnen auditors niet straffeloos dwangarbeid rapporteren. Gerenommeerde accountantskantoren voeren daarom geen audits meer uit op dat punt. Vertrouw dus niet op audits, certificaten, of lidmaatschap van de UN Global Compact.
  5. Als je engagement voert, ga dan een langeretermijnrelatie aan en werk aan onderling vertrouwen. Luister naar het verhaal van de firma en probeer via de CO2-discussie en vanuit het benoemen van behoeftes het gesprek te sturen naar wat een firma nodig heeft voor verandering.
  6. Escaleer naar de Nederlandse en Europese overheid: dit probleem ligt niet alleen op het bordje van beleggers. De Europese industrie heeft een oneerlijk nadeel in deze concurrentiestrijd, waar arbeiders wel een loon ontvangen. Het creëren van een level playing field en investeren in onderzoek naar automatisering van arbeidsintensieve productie, zou zeer helpen om dwangarbeid te voorkomen.
  7. Werk samen met andere beleggers om beleggen in (producten van) dwangarbeid te voorkomen.

Tot slot, je kan discussiëren over hoeveel verantwoordelijkheid op de schouders van een investeerder rust en hoe ver je moet gaan qua duurzaam beleggen. Het is belangrijk om dat gesprek met klanten te voeren en hun voorkeuren te kennen. Als uitvoerder heb je ook een eigen grens te stellen. Het bewust beleggen in (producten van) grootschalige dwangarbeid kan nooit passend zijn. 

Bijlagen