Han Dieperink: Trump’s importtarieven zijn niet zonder risico’s

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
Op het wereldtoneel van de internationale handel heeft president Donald Trump een nieuw hoofdstuk geopend. Met een reeks aan importtarieven heeft hij een economische storm ontketend die niet alleen de VS, maar de gehele wereldeconomie op zijn grondvesten doet schudden. Onder het motto ’America First’ zet hij een koers in die de Amerikaanse economie moet versterken, maar die in werkelijkheid een complex web van economische en geopolitieke gevolgen met zich meebrengt.
De tariefstrategie van Trump is zonder precedent. Een heffing van 25% op staal en aluminium wereldwijd, 20% op Chinese producten, 25% op Mexicaanse en Canadese importgoederen, en de dreiging van een heffing van 200% op Europese alcohol. Het is een indrukwekkend arsenaal aan economische wapens. Maar wat deze aanpak werkelijk onderscheidt van eerdere importtarieven, is dat Trump de tarieven nu expliciet inzet als hefboom voor niet-economische doeleinden – met name grensveiligheid en immigratiebeperking. Dit is onontgonnen terrein in de internationale handelspolitiek. Hoewel de Amerikaanse wetgeving de president aanzienlijke bevoegdheden geeft om tarieven op te leggen zonder tussenkomst van het Congres, markeert deze verschuiving van gerichte financiële sancties naar brede importtarieven een fundamentele koerswijziging.
De vraag dringt zich op: wie profiteert eigenlijk van deze heffingen? Een handvol binnenlandse producenten, zoals Amerikaanse staal- en aluminiumbedrijven, zien hun winstmarges stijgen nu ze beschermd worden tegen buitenlandse concurrentie. Maar zij vormen een kleine minderheid. De harde waarheid is dat de overgrote meerderheid van de Amerikaanse economie – consumenten, verwerkende industrieën en exporteurs – de prijs betaalt voor deze protectionistische maatregelen. De eerste economische schokgolven worden al zichtbaar. Investment banks hebben hun groeiverwachtingen voor 2025 naar beneden bijgesteld en hun inflatievoorspellingen verhoogd. De S&P 500 is met 10% gedaald sinds het hoogtepunt in februari. Het consumentenvertrouwen is afgezakt naar het laagste niveau sinds november 2022, toen de Amerikaanse economie nog worstelde met een historisch hoge inflatie onder Biden.
Hier ontstaat een merkwaardige paradox: dezelfde president die werd verkozen omdat kiezers dachten dat hij de inflatie beter zou kunnen bestrijden dan zijn Democratische rivalen, voert nu een beleid dat volgens vrijwel elke econoom zal leiden tot hogere prijzen. Trump's strategie lijkt te berusten op een simpele maar riskante aanname: dat Amerika's handelspartners zo afhankelijk zijn van de Amerikaanse markt, dat ze uiteindelijk zullen zwichten voor zijn eisen. In het geval van Canada en Mexico lijkt deze aanpak voorlopig te werken. Na de dreiging met 25%-tarieven heeft Mexico toegezegd 10.000 militairen in te zetten aan zijn grenzen om drugshandel te bestrijden. Canada volgde met een toezegging om personeel in te zetten voor strengere grenscontroles en een 'fentanyl-tsaar' aan te stellen.
De economische afhankelijkheid is inderdaad asymmetrisch. De Canadese export naar de VS vertegenwoordigt ongeveer 20% van Canada's BBP, terwijl Amerikaanse export naar Canada slechts 1% van het Amerikaanse BBP uitmaakt. Voor Mexico, met de VS als grootste exportmarkt, is de situatie vergelijkbaar. China toont echter meer weerstand. Met zijn enorme binnenlandse markt en uitgebreide mondiale handelsnetwerk heeft China de capaciteit om Amerikaanse tarieven te weerstaan en krachtige tegenmaatregelen te nemen. Het heeft de Amerikaanse tarieven veroordeeld, aangekondigd om deze aan te vechten bij de Wereldhandelsorganisatie, en de beschuldigingen over fentanyl afgewezen als ’Amerika's probleem’. De internationale reacties laten zien dat tarieven een tweesnijdend zwaard zijn. Canada heeft onmiddellijk een 25%-tarief aangekondigd op Amerikaanse goederen ter waarde van $ 20 miljard. De Europese Unie volgt met tarieven op Amerikaanse producten ter waarde van € 26 miljard. In tegenstelling tot financiële sancties lokken handelstarieven bijna onvermijdelijk vergeldingsmaatregelen uit die de eigen economie kunnen schaden.
Achter Trump's tariefpolitiek lijkt een fundamentele verschuiving in economisch denken schuil te gaan. Sommige economen, zoals Michael Pettis, betogen dat de kapitaalinstroom in Amerika, die traditioneel als gunstig wordt beschouwd, in werkelijkheid een verzwakkende vloek is die de dollar versterkt, financialisering bevordert en Amerika's industriële basis uitholt. Deze visie heeft weerklank gevonden bij sleutelfiguren in Trump’s economisch team, waaronder minister van Financiën Scott Bessent. Het trio Scott Bessent, Stephen Miran en vice-president J.D. Vance lijkt van plan de wereldhandel en het financiële systeem opnieuw vorm te geven, mogelijk via een ‘Mar-a-Lago-akkoord’ dat veel verder zou gaan dan eerdere internationale financiële overeenkomsten, wellicht allemaal geforceerd met importtarieven. Zoals Greg Jensen van het hedgefonds Bridgewater het verwoordde: 'We zijn nu allemaal mercantilisten.' Het is een verschuiving in economische filosofie die potentieel even diepgaand is als de hervormingen van John Maynard Keynes na de Tweede Wereldoorlog of de neoliberale revolutie in de jaren 1980.
Op de korte termijn lijkt Trump’s strategie enig succes te boeken, maar op de lange termijn speelt hij een gevaarlijk spel met Amerika's invloed en welvaart. Door belangrijke handelspartners te straffen, riskeert hij dat zij alternatieve leveranciers zoeken en Amerika's economische invloed op de lange termijn verzwakt. Dit ondermijnt Amerika's nationale veiligheidsstrategie, die juist afhankelijk is van nauwe economische betrekkingen met bondgenoten. Het 'optimale tarief'-argument dat Trump lijkt te hanteren, negeert de aanzienlijke risico's die hij neemt. In een handelsoorlog is iedereen slechter af. Verdere escalaties kunnen mondiale toeleveringsketens verstoren, de Amerikaanse en wereldeconomie schaden en politieke relaties verzuren.
De 'no pain, no gain'-retoriek van Trump en zijn economisch team vindt weinig weerklank bij gewone Amerikanen, die de hogere prijzen voor alledaagse producten direct in hun portemonnee voelen. Handelsoorlogen verworden bovendien vaak tot prestigekwesties, waaruit trotse leiders moeilijk kunnen ontsnappen zonder gezichtsverlies. De economische en politieke gevolgen van Trumps beleid zouden uiteindelijk de doelen die hij wil bereiken, kunnen ondermijnen. De komende maanden zullen uitwijzen of deze tariefstrategie standhoudt tegen de economische realiteit en de internationale tegenreacties. Voorlopig lijkt het erop dat we getuige zijn van een economisch experiment waarbij de gevolgen pas later volledig duidelijk zullen worden. Eén ding is zeker: in een geglobaliseerde economie is geen enkel land een eiland, ook Amerika niet. Handelsoorlogen kennen zelden echte winnaars – slechts verschillende gradaties van verlies voor de betrokken partijen.