DWS: Europese industrie gaat goed om met dichtdraaien Russische gaskraan
DWS: Europese industrie gaat goed om met dichtdraaien Russische gaskraan
Slechts een paar maanden geleden leek een Russische gasstop nog rampzalig uit te gaan pakken voor de Europese industrie. De gaskraan is inmiddels vrijwel geheel dichtgedraaid, maar een algehele catastrofe blijft vooralsnog uit. Dat blijkt uit de Grafiek van de Week van vermogensbeheerder DWS.
Op het eerste gezicht lijkt Poetins plan om energie als wapen te gebruiken te werken. De Europese media zijn gefixeerd op de stijgende gasprijzen en de angst voor een bittere winter. Toch is het voor Poetin vooralsnog een pyrrusoverwinning, want de gasprijzen zijn gedaald, soms zelfs met 50%, ondanks de bevriezing van de levering. De gasstop en de prijsexplosie eerder dit jaar hebben bovendien niet tot een economische ineenstorting geleid. Hoe kan dit?
Om te beginnen, heeft Duitsland de gasvoorraad veel sneller kunnen opschalen dan verwacht en daarbij is de gasconsumptie sterk gedaald, stelt Martin Moryson, hoofdeconoom Europa bij DWS. “Of huishoudens echt zuiniger om zullen gaan met hun gasverbruik in de herfst en winter moet nog blijken, de industrie heeft duidelijk al andere energiebronnen aangeboord. Het productieverlies is veel minder groot dan werd gevreesd.”
Zoals uit de Grafiek van de Week blijkt, gebruikte de industrie dit jaar tot wel 20% minder gas dan gemiddeld in de periode 2018 tot 2021. Toch daalde de reële productie van Duitsland maar met 2%. DWS denkt dat het zogenaamde veilingmodel voor gas dat op stapel staat een positief effect zal hebben: bedrijven die nu profiteren van gunstige bevoorradingsomstandigheden worden aangemoedigd om hun gasconsumptie in te perken en hun gassurplus met winst door te verkopen.
Dit neemt niet weg dat de Duitse industrie en Duitse huishoudens een of misschien wel meerdere zware winters tegemoet gaan. Dat komt niet alleen door de drastische prijsstijgingen: DWS verwacht vanaf de jaarwisseling een recessie in heel Europa. “Maar wij zien tegelijk ook dat Westerse industrieënhet over groot aanpassingsvermogen beschikken ”, stelt Moryson.