Carmignac: Volatiliteit op de obligatiemarkt stijgt sterk

Carmignac: Volatiliteit op de obligatiemarkt stijgt sterk

Obligaties
Obligaties (03)

De volatiliteit van de Amerikaanse rente was de afgelopen twaalf maanden bijzonder hoog. De MOVE-index lag bijna op een niveau dat voorkomt in periodes van historische crisissen (de Aziatische financiële crisis, het uiteenspatten van de internetzeepbel, de grote financiële crisis van 2008, de coronacrisis).

Door een inflatiegolf zoals we die in 40 jaar niet meer hadden gezien en de late reactie van de Fed heerste er veel onzekerheid over de omvang van de renteverhogingen en hoelang die zouden moeten worden gehandhaafd om de rentetarieven op een restrictief niveau te brengen. Deze onzekerheid leidde tot een atypisch verloop van de MOVE-index.

Hoe verder we komen in de cyclus van monetaire verkrapping, hoe meer de volatiliteit op de obligatiemarkt doorgaans afneemt: de beleidsrente nadert het eindniveau en de lange rente bereikt in de regel een plafond vanwege de voortschrijdende economische cyclus en de daaruit voortvloeiende daling van de groeivooruitzichten.

Dat was in deze verkrappingscyclus niet het geval. Tenminste, het gebeurde pas toen er een scheur in het Amerikaanse regionale banksysteem verscheen en de verwachting ontstond dat de Fed een einde zou maken aan deze cyclus van monetaire verkrapping, die in veel opzichten uitzonderlijk was. Sindsdien is de onzekerheid op de obligatiemarkten afgenomen, een dynamiek die nog wordt versterkt door de daling van de gerealiseerde volatiliteit.

We kunnen ook verwachten dat er weer een evenwicht ontstaat in deze situatie van buitengewone volatiliteit: de radicale verhoging van de beleidsrente loopt ten einde, de desinflatie is in volle gang, vooral nu de conjunctuur langzaam maar zeker verslechtert, en de traditionele kenmerken van diversificatie zijn weer terug. De komende marktfase zou een gunstige periode kunnen zijn voor de aankoop van staatsobligaties van kernlanden.

Het lijkt echter een illusie dat de MOVE-index terugkeert naar het gemiddelde niveau van de afgelopen tien jaar. Er komt namelijk een einde aan de uitzonderlijke steunmaatregelen (met name de monetaire verruiming) die de volatiliteit hadden onderdrukt; daarnaast zal het inflatieklimaat veel ongunstiger worden vanwege de aard van de inflatie en het risico op een ommekeer in zowel het monetair als het begrotingsbeleid voordat de inflatie volledig onder controle is.

Zo zal op langere termijn de evenwichtswaarde voor de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid meer lijken op die van de periode voorafgaand aan de grote financiële crisis – namelijk rond de 100 (zie de zwarte lijn) – wat overeenkomt met dagelijkse schommelingen van in de regel +/- 6 bp.

Een dergelijke situatie is gunstig voor staatsobligaties, en meer in het bijzonder voor de middellange en lange looptijden. Actief beheer is daarbij echter een structurele vereiste en de meest aangewezen manier om kansen te creëren in een volatiele omgeving.