Han Dieperink: De start van een zeepbel in kunstmatige intelligentie

Han Dieperink: De start van een zeepbel in kunstmatige intelligentie

Technologie
Han Dieperink

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

Volgens de Wet van Amara hebben mensen de neiging om de kortetermijneffecten van technologie te overschatten en de langetermijneffecten te onderschatten. Waarschijnlijk is hetzelfde aan de hand op het gebied van kunstmatige intelligentie.

Na de snelle doorbraak van ChatGPT eerder dit jaar is er een hype ontstaan op het gebied van kunstmatige intelligentie. Die hype stuwt op korte termijn de betreffende aandelen naar een niveau waar ze in de toekomst eigenlijk alleen maar kunnen teleurstellen. Zeker in een echte hype zijn goede bedrijven zelden een goed aandeel.

Veel interessanter is om te zien welke bedrijven mogelijk in de toekomst nog meegezogen worden in deze hype, of om te zien wat de daadwerkelijke effecten zijn van kunstmatige intelligentie op de economie. Waar het dan vooral om gaat, is het effect van kunstmatige intelligentie op de productiviteit.

In de Verenigde Staten stijgt de productiviteit sinds 2005 slechts met 0,3% per jaar. In de periode 1947-2004 was dit 0,6% per jaar. Veel economen rekenen voor de toekomst met 0,3%. Hun stelling is dat de belangrijkste uitvindingen die de productiviteit verbeteren allang zijn gedaan. Toch lijkt eerder het tegenovergestelde het geval: de productiviteit zal de komende jaren sterker stijgen dan in de periode 1947-2004.

Vierde Industriële Revolutie op komst

Waar de Eerste Industriële Revolutie gebaseerd was op de automatisering van de menselijke spierkracht, is deze Vierde Industriële Revolutie gebaseerd op de automatisering van de menselijke denkkracht. Aangezien denkkracht tegenwoordig een veel groter deel van de economie omvat dan spierkracht, wordt de impact van kunstmatige intelligentie mogelijk groter dan destijds de automatisering van menselijke spierkracht tijdens de Eerste Industriële Revolutie.

Bovendien strekt kunstmatige intelligentie zich niet uitsluitend uit ter vervanging van mensen op het gebied van diensten, het maakt vrijwel alle machines efficiënter. Nu al wordt kunstmatige intelligentie volop toegepast in de landbouw, bijvoorbeeld in het herkennen van ziektes en gebreken bij planten, in het wieden, of in het geautomatiseerd plukken van vruchten. Dat betekent dat de agrarische sector straks met veel minder mensen toe kan en mogelijk ook veel meer kan produceren.

Voor de Eerste Industriële Revolutie werkte 30% van de wereldbevolking in de agrarische sector, nu is dat in de ontwikkelde landen minder dan 2%. Nu werkt die 30% in fabrieken (voornamelijk in Azië), straks kan dat in een nog sneller tempo naar 2% of minder. Dan gaat het dus niet over 0,6% productiviteitsgroei per jaar, maar over veel meer.

Noodzaak tot verhoogde productiviteit neemt toe

De prikkels om de productiviteit te verhogen waren in de afgelopen decennia niet zo groot. Maar door een gebrek aan arbeidskrachten en daardoor de veel hogere kosten van arbeid is er nu wel een duidelijke prikkel. Geen enkele ondernemer kan immers achterblijven als een nieuwe technologie ten koste gaat van de concurrentiepositie.

Bovendien vereisen de deglobalisering, de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne een meer gedecentraliseerde productie in plaats van lange maar kwetsbare productielijnen. De trek naar de lage-lonen-landen is voorbij, of anders gevirtualiseerd, aangezien werken op afstand in snel tempo de norm is geworden. Het gaat nu om de kosten van energie. 

De productiviteitswinsten liggen waarschijnlijk vooral in de non-tech sectoren, zoals consument cyclisch (retail) en industrie & dienstverlening. Dat betekent dat ook markten met relatief weinig tech-bedrijven van deze technologie zullen profiteren.

Jarenlang waren de kosten van arbeid een  bepalende factor voor bedrijven om zich ergens te vestigen. Gelet op de grote verschillen in energieprijzen wereldwijd (met dank aan de oorlog in Oekraïne), zijn dat nu de energiekosten. Bedrijven trekken straks niet meer naar Azië vanwege de goedkope arbeid, maar vanwege de goedkope energie. In dat kader kan het Midden-Oosten interessant worden, omdat energie (zowel fossiel als alternatief) nergens zo goedkoop te produceren is als daar.

De wereld zal in rap tempo veranderen

Op wat kortere termijn is vooral de vraag: hoe groot de kans is dat er niet zoiets zal ontstaan als de dotcombubble rondom de millenniumwisseling? Als die er komt, dan zitten we nog maar in de beginfase van een veel grotere zeepbel. Nu kunnen langetermijnbeleggers stellen dat ze niet meedoen aan zeepbellen, maar na afloop van de dotcomzeepbel waren er verrassend weinig langetermijnbeleggers meer over. Die waren namelijk allemaal ontslagen door hun baas of door hun klant.

Kunstmatige intelligentie is in tegenstelling tot het internet een technologie die vrijwel overal kan worden toegepast. Organisaties worden verbeterd, processen geoptimaliseerd en de kosten van producten geminimaliseerd. Wel worden ook hier de vruchten meer aan het einde dan aan het begin geplukt. Mogelijk zullen we de komende twee jaar niet veel zien, maar is over tien jaar de wereld totaal veranderd.

Denk aan de foto’s van Manhattan meer dan 100 jaar geleden. Op het ene plaatje allemaal paard-en-wagens en één auto, maar op de volgende foto, iets meer dan tien jaar later in dezelfde straat (Broadway) alleen maar auto’s en één paard-en-wagen.

Veranderingen gaan steeds sneller. Het stenen en het bronzen tijdperk duurden vele duizenden jaren, de industriële revolutie een halve eeuw, de digitale revolutie twee decennia, en met kunstmatige intelligentie gaat het waarschijnlijk binnen tien jaar lukken. Dat betekent dat het voor bedrijven vooral gaat om aanpassingsvermogen.

De winnaars van morgen

De geschiedenis leert dat bedrijven die snel de nieuwe technologie omarmen de grootste winst behalen. Wel heeft AI veel data nodig om goed te presteren. Dat betekent dat grote bedrijven of bedrijven met een sterk netwerk beter in staat zullen zijn om te profiteren van kunstmatige intelligentie, dan kleinere bedrijven. Het zijn ook de grote bedrijven waarvan de aandelen nu in snel tempo stijgen, hoewel de allergrootste databedrijven tegenwoordig Chinese bedrijven zijn, zoals Tencent en Alibaba (het voordeel van meer dan 1 miljard inwoners zonder privacybescherming).

Verder zullen producenten van kunstmatige intelligentie profiteren, maar consumenten waarschijnlijk nog meer, in de vorm van lagere prijzen. Kunstmatige intelligentie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om goedkoop en in een vroeg stadium ziektes op te sporen en daarmee veel kosten besparen. Iets wat overigens moeilijk te meten is, in BBP-termen.

Gelet op de vele toepassingen zou zo maar de helft van de huidige banen in 15 tot 20 jaar tijd kunnen verdwijnen. De vraag is hoe de maatschappij er dan uitziet. Niet iedereen zal de helft minder willen werken, dus de druk op de arbeidsmarkt zal hoe dan ook toenemen. Gelet op de grotere totale welvaart is dat een luxeprobleem en zet dit het ‘tekort-aan-personeel-probleem’ in het kader van de vergrijzing ook in een heel nieuw perspectief.

Reken op een levendige IPO-markt

De dotcomzeepbel werd aanvankelijk slechts gedragen door enkele bedrijven (Cisco, Intel, Microsoft en Dell), terwijl nu de toepassingen van kunstmatige intelligentie veel breder zijn dan toen die van het (mobiele) internet. De Nasdaq staat nu op 36 keer de winst. In dotcomtermen is dat gelijk aan het jaar 1998 en bereikte de zeepbel pas in 2000 op 80 keer de winst haar maximale omvang.

Reken daarom in de komende jaren op een levendige IPO-markt. Nu wordt die nog gedrukt door het monetaire beleid, maar er is kennelijk een duidelijke vraag naar bedrijven op het gebied van kunstmatige intelligentie en dan volgt vrijwel altijd ook het aanbod. Waar voor de millenniumwende opeens elk zichzelf respecterend bedrijf ‘.com’ achter zijn naam had staan, zal nu AI onderdeel moeten zijn van de naam om de populariteit op te krikken. Dat is goed nieuws voor private equity fondsen die dergelijke bedrijven nu graag naar de beurs willen brengen.

Tot slot, kunstmatige intelligentie zal voor nog meer concurrentie zorgen tussen China en de VS, waarbij China in de acceptatie van kunstmatige intelligentie en zelfs in de hoeveelheid data een groot voordeel heeft. De chip-blokkade zal de Chinese groei op dit gebied wel vertragen. Tegelijkertijd zal deze strijd de ontwikkeling van AI eerder versnellen.