Annebeth Roor-Wubs: What gets measured, gets managed?

Annebeth Roor-Wubs: What gets measured, gets managed?

ESG
Annebeth Roor-Wubs (foto archief EY)

Door Annebeth Roor-Wubs, Sustainable Finance Senior Consultant bij EY en parttime PhD student aan Rotterdam School of Management

Wat gemeten wordt, wordt gemanaged. Dat motto wordt vaak gebruikt bij duurzaamheidsinformatie, om te benadrukken hoe belangrijk het is dat er goede data beschikbaar is. Maar is wel het zo dat het meten ook altijd leidt tot managen? En wat als dat niet zo is?

Twee interessante wetenschappelijke artikelen vormen de aanleiding voor deze column, dus laten we daar beginnen.

Het eerste betreft een experiment dat is uitgevoerd onder leden van de Vereniging van Effectenbezitters en waarvan de resultaten gepubliceerd zijn in een top finance journal[1]. Het experiment vergelijkt de voorkeur van particuliere beleggers voor fondsen die CO2-emissies vermijden en daarmee bijdragen aan het beperken van klimaatverandering.

Een interessante bevinding van dit experiment is dat beleggers wel een voorkeur hebben voor deze duurzamere fondsen, maar dat ze hun keuze veel minder laten afhangen van hoeveel emissies er worden bespaard. Meten laat dus zien dat iets duurzamer is, maar beleggers lijken minder te doen met hoe duurzaam een fonds is.

Deze ongevoeligheid voor de omvang van milieu-impact is ook aangetoond bij bijvoorbeeld het geven van geld aan goede doelen en bij het uitdrukken van de waarde van natuur (de waarde van 10.000 vogels versus 100.000 vogels).

Het tweede artikel betreft ook een experiment, gepubliceerd in een top management journal[2] en uitgevoerd onder een grote groep algemene deelnemers. Hier werd geconcludeerd dat de deelnemers niet de meest efficiënte keuzes maken wanneer ze kiezen tussen investeringen met verschillende financiële en positieve sociale returns. Ook deze studie laat zien dat deelnemers met name zien dat iets duurzamer is, maar minder naar hoeveel duurzamer.

Toegegeven, de experimenten zijn niet onder professionele beleggers uitgevoerd, maar ze zetten wel aan tot denken.

Impact op waarde schatten

Voor het managen van duurzaamheidsinformatie is het noodzakelijk dat beleggers niet alleen zien dat er een positieve of negatieve impact is, maar ook hoe groot deze impact is en wat dit betekent. Want hoe waardeer je precies een ton CO2-equivalent?

Er zijn methoden om impacts te monetariseren: via een life cycle assessment of het Impact-Weighted Accounts Framework. Hierin worden impacts zoals een ton CO2 of kinderarbeid uitgedrukt in euro’s. Het voordeel hiervan is dat impacts vergelijkbaar worden, het nadeel dat het eigene van een impact kan wegvallen in het grotere geheel. Daarnaast zijn er bepaalde negatieve impacts die beleggers principieel en/of vanuit een risicohouding willen uitsluiten, los van preventie- of herstelkosten.

Het op waarde schatten kan ook door impacts af te zetten tegen een maatstaf. In de beleggingspraktijk wordt daarvoor vaak een gemiddelde van een benchmark gebruikt. Bij emissies is onder de benchmark bijvoorbeeld goed en erboven slecht. Een beetje minder vervuilend dan het gemiddelde is dus groen? Dit rechtvaardigt met name de gevestigde orde van beursgenoteerde bedrijven en geeft geen perspectief op een duurzame economie.

Het is daarom beter om als basis een maatstaf te nemen die relateert aan een duurzame en inclusieve economie. Dat is bijvoorbeeld het Parijsakkoord over klimaatverandering en het Biodiversiteitsakkoord, ondertekend door de VN-lidstaten in december 2022. Deze akkoorden maken duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is naar een duurzame economie. Het zou dus ook logisch zijn als beleggers een bedrijf afzetten tegen deze akkoorden en niet tegen wat het gemiddelde momenteel is.

Op sociaal vlak kan je bijvoorbeeld denken aan grenswaarden voor een gender pay gap en een CEO-to-worker-ratio die van een goed bedrijf mag worden verwacht.

Bioloog op de investment case

Het op waarde schatten van impacts vergt ook een begrip van processen in de natuur en in de samenleving. Bij de natuur en klimaat gaat het om tipping points, feedback loops en verschillende factoren die gezamenlijk biodiversiteitsverlies en klimaatverandering beïnvloeden. Duurzaamheidscijfers gaan leven als je begrijpt hoe een bedrijf invloed heeft op deze processen.

Een gemiddelde investment analist kreeg (en krijgt) dit niet mee in een opleiding Bedrijfskunde of Economie. Er zijn daarom verschillende capabilities nodig op de werkvloer. Bij de duurzaamheidsaudits binnen onze organisatie werken al jaren verschillende collega’s die van huis uit bioloog, scheikundige of politicoloog zijn. Voor een goede investment case van bijvoorbeeld een nature-based solution is de kennis van een bioloog niet meer dan logisch. En voor een goed begrip van processen in de natuur is het zo gek nog niet om zelf eens met de voeten in de aarde te staan.

Waarde wordt gewaardeerd

Er zijn verschillende manieren om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsinformatie wordt begrepen en gemanaged, maar duidelijk is: dit vergt meer dan alleen meten. Het vergt integratie in processen en een aparte weging van duurzaamheidsprestaties in beleggingsbeslissingen. En bovenal: samen leren begrijpen wat die informatie nu echt zegt. Bij hoeveel ton CO2 per kilo cement is iets duurzaam?

Het woordenboek van de Europese Commissie, de EU Taxonomie, geeft op sommige vragen gedetailleerd antwoord. Maar veel interpretatie blijft bij beleggers. En dat is goed. Laten we leren van biologen en van anderen hoe we de natuur en elkaar op waarde kunnen schatten.



[1] Heeb, F., Kölbel, J. F., Paetzold, F., & Zeisberger, S. (2023). Do investors care about impact? The Review of Financial Studieszie https://academic.oup.com/rfs/article/36/5/1737/6696721?login=false

[2] Lee, M., Adbi, A., & Singh, J. (2020). Categorical cognition and outcome efficiency in impact investing decisions. Strategic Management Journalzie https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1002/smj.3096