DNB: Steeds meer pensioenvermogen belegd in buitenlandse beleggingsinstellingen

DNB: Steeds meer pensioenvermogen belegd in buitenlandse beleggingsinstellingen

Pensioenfondsen Pensioen
Pensioen.jpg

Nederlandse pensioenfondsen beleggen steeds meer vermogen in buitenlandse beleggingsinstellingen. Terwijl de participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen al langere tijd dalen, komt een toenemend deel bij buitenlandse, met name Europese beleggingsinstellingen terecht. Dit blijkt uit een nieuwe doorsnede van de cijfers over pensioenfondsen en beleggingsinstellingen van DNB.

Participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen blijven dalen

Pensioenfondsen beleggen een deel van hun vermogen in zowel Nederlandse als buitenlandse beleggingsinstellingen. Sinds 2021 hevelen pensioenfondsen steeds meer van de participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen over naar hun eigen balans (in de vorm van zogenoemde mandaatbeleggingen). Op de balans van pensioenfondsen komt dit vooral tot uiting in de toename van het deel van het vermogen dat zij in aandelen hebben belegd.

Het aandeel van participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen daalde daardoor van 37% van het totale vermogen begin 2021 naar 26% aan het eind van het tweede kwartaal van 2023. In de eerste helft van 2023 is dit proces vertraagd. Waar over 2022 nog €245 miljard aan Nederlandse beleggingsinstellingen werd onttrokken, ging het in de eerste helft van 2023 nog slechts om €6 miljard.

Participaties in buitenlandse beleggingsinstellingen nemen juist toe

De data over pensioenfondsen kunnen gecombineerd worden met data over Nederlandse beleggingsinstellingen. Daardoor is voor een groot deel te achterhalen in welke financiële instrumenten Nederlandse beleggingsinstellingen de participaties van pensioenfondsen beleggen. Behalve in instrumenten zoals aandelen en schuldpapier, beleggen zij deze voor een deel ook in participaties in beleggingsinstellingen in het buitenland wat daarmee indirecte participaties van pensioenfondsen zijn.

Het gezamenlijke aandeel directe en indirecte participaties in buitenlandse beleggingsinstellingen door pensioenfondsen is tussen begin 2020 en het eind van het tweede kwartaal van 2023 toegenomen van 11% naar 15%.

Deze toename is opvallend gezien de afname van het aandeel participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen. Een deel van de verklaring zijn de prijsontwikkelingen in de periode van medio 2020 tot medio 2023: de koersen van buitenlandse beleggingsinstellingen stegen harder dan van andere beleggingen. De participaties in buitenlandse beleggingsinstellingen namen hierdoor per saldo met €52 miljard toe. Voor een ander deel volgde deze toename uit transacties: pensioenfondsen kochten in diezelfde periode per saldo €11 miljard aan participaties in buitenlandse beleggingsinstellingen. 

Vooral sterkere interesse in Europese beleggingsinstellingen

Het pensioenvermogen dat gemoeid is met directe en indirecte participaties in Europese beleggingsinstellingen buiten Nederland is nog relatief klein in omvang. Vergeleken met de indirecte participaties in beleggingsinstellingen buiten Europa en directe participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen nemen deze verhoudingsgewijs echter het hardst toe.

De omvang van de indirecte participaties in niet-Nederlandse Europese beleggingsinstellingen was in het tweede kwartaal van 2023 80% hoger dan begin 2020. Deze toename komt in belangrijke mate doordat pensioenfondsen tussen medio 2020 en het tweede kwartaal van 2023 per saldo indirect, via Nederlandse beleggingsinstellingen €9,5 miljard aan participaties in Europese beleggingsinstellingen kochten. Tegelijkertijd zorgden prijsmutaties voor een toename van de betreffende participaties met €7,5 miljard.

De omvang van zowel de directe als de indirecte participaties van pensioenfondsen in buitenlandse beleggingsinstellingen is tussen begin 2020 en het tweede kwartaal van 2023 met meer dan 20% gegroeid. Dit is opvallend te noemen vergeleken met de omvang van het totale vermogen van pensioenfondsen die aan het eind van die periode 3% hoger lag dan aan het begin ervan.

Uit het voorgaande blijkt een groot deel van het vermogen waarmee pensioenfondsen participeren in Nederlandse beleggingsinstellingen, indirect een participatie in een beleggingsinstelling buiten Nederland te zijn. Begin 2020 schoof 14% van de participaties in Nederlandse beleggingsinstellingen door naar buitenlandse beleggingsinstellingen. Aan het eind van het tweede kwartaal van 2023 is dit aandeel opgelopen tot ruim een kwart van de participaties van pensioenfondsen in Nederlandse beleggingsinstellingen.