Han Dieperink: Deadline schuldenplafond komt dichterbij
Han Dieperink: Deadline schuldenplafond komt dichterbij
Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
Binnen drie weken moet de gepolariseerde Amerikaanse politiek er toch uitkomen, anders gaat de overheid op slot. Dit keer valt die dreigende sluiting samen met belangrijke monetaire beleidsbeslissingen, verkiezingen en geopolitieke hoogspanning.
Vóór het jaar 1917 kon de regering van de Verenigde Staten alleen staatsleningen afsluiten als die door het Congres waren goedgekeurd. Met de Second Liberty Bond Act van 1917 werd echter bepaald dat de regering zo veel staatsleningen mocht afsluiten als nodig was om de overheid te financieren. Het Congres mocht alleen nog de maximale omvang van de schuld vaststellen.
De Second Liberty Bond Act was ingegeven door bijzondere omstandigheden. Door de Eerste Wereldoorlog moest de regering veel bijlenen en procedureel was er sprake van een onwerkbare situatie. Om uitwassen te voorkomen werd er wel een schuldenplafond (debt limit of debt ceiling) ingesteld. Maar sinds 1917 is dat schuldenplafond al zo’n 80 keer verhoogd.
Republikeinen versus Democraten
In de afgelopen drie decennia gaat het verhogen van het schuldenplafond steeds moeizamer. De Amerikaanse politiek polariseert steeds meer. Een akkoord over een hoger schuldenplafond is niet langer vanzelfsprekend. Vooral de combinatie van een Democratische president en een nieuwe Republikeinse meerderheid in het Congres zorgt regelmatig voor het nodige vuurwerk.
Na de mid-terms van 1994 werd de Democratische president Bill Clinton geconfronteerd met een Republikeinse meerderheid in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat. Deze Republikeinse revolutie streefde naar begrotingsevenwicht als onderdeel van het ‘contract with America’. Clinton moest uitgaven omlaag brengen, maar blokkeerde dit met een veto.
Daarna ging dit gevecht verder via het schuldenplafond. De Amerikaanse overheid sloot vijf dagen de deuren. Speaker of the House Newt Gingrich dreigde zelfs voor het eerst in de geschiedenis met een default. Als Clinton niet zou toegeven aan de Republikeinse eisen, zou dit volgens hem een risico zijn. In de patstelling daarna sloot de Amerikaanse overheid voor 21 dagen de deuren.
Na de mid-terms van 2010 kreeg de Democratische president Barack Obama te maken met een Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Onder invloed van de Tea Party streefden de Republikeinen opnieuw naar begrotingsevenwicht. In aanloop naar de deadline voor het schuldenplafond daalde de S&P 500 met 17% en steeg de rente. Standard & Poors verlaagde op basis van deze patstelling de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten van AAA naar AA+.
Vlak voor deadline werd de Budget Control Act van 2011 getekend. De uitgaven gingen met 917 miljard dollar in tien jaar tijd omlaag en het schuldenplafond ging met 2,1 biljoen dollar omhoog. Dat schuldenplafond kwam opnieuw in zicht bij de discussie over de Affordable Care Act (Obamacare) en overheid sloot opnieuw voor 16 dagen. Inmiddels, 12 jaar verder, heeft ook Fitch de rating voor de VS verlaagd naar AA+.
Polarisatie neemt opnieuw toe
Gelet op de toenemende polarisatie lijkt een hoger schuldenplafond een onbereikbare doelstelling. Maar beide partijen moeten zich wel realiseren dat de blokkerende partij meestal niet goed ligt bij de kiezers. Dankzij de blokkade midden jaren negentig won Clinton in 1996 de verkiezingen. In 2011 kregen de Republikeinen weliswaar hun gelijk over het schuldenplafond, maar daar konden ze electoraal niet van profiteren.
De huidige crisis lijkt op die van 1995 en 2011. Het verschil is dat de kleine meerderheid van de Republikeinen in het Huis niet bepaald zorgt voor meer stabiliteit. Zo waren er vijftien stemrondes nodig om de laatste speaker-of-the-house te selecteren. Toch is afgelopen week relatief snel de Republikein Mike Johnson uit het Trump-kamp de nieuwe speaker-of-the house geworden. Daarmee nemen de kansen op een schuldenplafondcrisis af.
Johnson moet er wel binnen drie weken voor zorgen dat er een deal komt over het schuldenplafond. Daarvoor moet Johnson onderhandelen met een Senaat waarin de Democraten de meerderheid hebben. De consensus in Washington is dat het Johnson niet gaat lukken om binnen drie weken tot overeenstemming te komen met de Democraten. Het alternatief is een verlenging van de onderhandelingen. Alleen is zo’n maatregel juist de reden dat de laatste speaker-of-the-house Kevin McCarthy het veld moest ruimen. Mogelijk dat het hem desondanks lukt om alles uit te stellen tot begin 2024.
Geopolitieke spanningen
Een ander dilemma is dat de Republikeinen door de terroristische aanslagen in Israël electoraal de wind in de rug hebben. Niet alleen is Donald Trump nu vrijwel zeker de kandidaat voor de Republikeinen, hij loopt ook uit in de opiniepeilingen. Joe Biden heeft net een nieuw dieptepunt bereikt met een approval rate van slechts 37%.
Biden lijkt met de vriendelijke aanpak van Iran op het verkeerde paard te hebben gewed. Hij moet wat dat betreft hopen op de recente bedenkelijke ontwikkeling in de publieke opinie. Zolang Joden slachtoffers zijn, kan de publieke opinie daar prima mee omgaan. Maar zodra ze terugslaan, verdwijnt die sympathie razendsnel.
Onderdeel van het schuldenplafond is ook het verzoek van de regering Biden om 106 miljard dollar voor militaire steun aan Oekraïne, Taiwan en nu ook Israël. Er is weliswaar brede steun bij zowel de Republikeinen als de Democraten voor Israël (het Huis van Afgevaardigden veroordeelde de aanslagen met 412 stemmen voor en 10 tegen), maar sommige Republikeinen beginnen wel te piepen over de steun aan Oekraïne. Johnson wil dat verzoek nu splitsen in twee delen.
De troef die de Democraten in handen hebben is dat de vijfjarige farm bill (waar vooral Republikeinse staten van profiteren) moet worden verlengd en daarvoor is steun van de Democraten vereist.
Voor financiële markten kan het naderen van de deadline van het schuldenplafond op 17 november zorgen voor meer volatiliteit. Een bijkomend probleem is dat wanneer de overheid de deuren moet sluiten, er ook geen macro-economische cijfers meer worden gepubliceerd. Dat betekent dat de Fed in het donker moet varen op een cruciaal moment. Verder kan dit het moment worden dat de Democraten de volgende verkiezingen gaan verliezen en dat markten dus nog eens vier jaar Trump moeten gaan inprijzen.