Joeri de Wilde: Bestaanszekerheid niet te rijmen met onze groeiverslaving
Joeri de Wilde: Bestaanszekerheid niet te rijmen met onze groeiverslaving
Door Joeri de Wilde, Investment Strategist bij Triodos Investment Management
Veel kiezers zullen op 22 november stemmen met het oog op hun bestaanszekerheid. Het zou goed zijn als ze inzien dat dit niet hand in hand gaat met onze huidige economische groeiverslaving.
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen is bestaanszekerheid hét thema van de campagne. Dit is een relatief nieuw begrip voor ons Nederlanders en dus is er behoefte aan duiding. De financieel-economische cijfers vliegen ons de laatste tijd dan ook om de oren, veelal vergezeld van de conclusie: het valt allemaal reuze mee. Maar door zo in te zoomen op cijfers, missen we het grote plaatje. De onzekerheid over ons bestaan tekent zich namelijk duidelijk af.
Volgens de cijfers gaat het goed
Een blik onder de motorkap van de Nederlandse economie is een logische eerste stap in de zoektocht naar toegenomen onzekerheid. In welke staat verkeren de belangrijkste onderdelen? Een overzicht in de Volkskrant toont de cijfers van deze keuring voor armoede, flexwerk, spaargeld, wanbetalingen en tandartsbezoek. Uit die cijfers blijkt dat het op deze onderdelen zeker niet slechter gaat dan tien jaar geleden. Eerder beter. Een soortgelijke boodschap was ook te lezen in de NRC: anders dan mensen denken, is het verschil tussen rijk en arm juist afgenomen, afgaande op de cijfers.
Een van de pijnpunten bij dit soort analyses is dat ze uitgaan van doorsnedes en gemiddelden. Zo bezien is bijvoorbeeld de ongelijkheid inderdaad kleiner geworden, want de meeste Nederlandse huishoudens zijn huizenbezitter. Juist de huizenprijzen van goedkopere woningen zijn procentueel het meest gestegen. Maar met dit soort cijfers vang je niet de werkelijke pijn, die toont dat de absolute vermogens van huurders en huizenbezitters steeds verder uit elkaar lopen.
Toch wringt er iets
Daarnaast lijkt de onzekerheid zeker niet alleen te zijn toegenomen bij diegenen die door de cijfers over het hoofd worden gezien. De onzekerheid leeft veel breder. Dat is natuurlijk niet gek, want door de klimaatcrisis, de coronapandemie en verscheidene internationale conflicten is de wereld er niet veiliger op geworden. Dit blijkt ook al jaren uit de Edelman Trust Barometer. Naast zorgen over de toekomstige financieel-economische situatie, hebben klassenongelijkheid en een gebrek aan leiderschap geleid tot een dalend vertrouwen in de overheid.
Hier tekent zich een tegenstelling af tussen de huidige financieel-economische staat en een vertrouwen dat deze levensstandaard in de toekomst ook nog houdbaar is. Dat de volgende generatie het beter zal hebben dan de huidige, is allang geen algemeen aanvaarde notie meer.
We leven op de pof
Toegegeven, de Tweede Kamer heeft er met verscheidene enorme steunpakketten de afgelopen jaren voor gezorgd dat het gemiddelde huishouden er niet op achteruit ging. In reactie op de pandemie en de energiecrisis leek geld geen rol te spelen. Maar waarschijnlijk voelen kiezers steeds meer aan dat deze lapmiddelen geen solide basis vormen voor een stabiele toekomst. Al dat geleende geld moeten we namelijk ooit terugbetalen. En de prognoses voor toekomstige economische groei zijn in het vergrijzende Nederland alles behalve rooskleurig.
Het moment van harde keuzes komt dus steeds dichterbij, in een systeem dat leeft op de pof. Want alleen al de klimaatcrisis vraagt om enorme investeringen. Het IMF heeft deze harde keuzes voor overheden in haar haar recente economische vooruitblik omschreven als ‘beleidstrilemma’: een keuze tussen klimaatdoelen, een gezond begrotingsbeleid en politieke haalbaarheid. Alle drie is volgens het IMF niet mogelijk, een van de drie moet worden opgeofferd ten koste van de andere twee.
Afkicken groeiverslaving enige optie
Impliciet stelt het IMF hier natuurlijk dat we niet kunnen blijven uitgaan van stevige economische groei. Was dit namelijk wel zo geweest, dan zou dit trilemma minder spelen. Er zouden dan fikse klimaatinvesteringen mogelijk zijn door veel te blijven lenen, en het zou niet nodig zijn dat geld elders weg te halen. Maar door de verwachte lage groei van de rijke landen op de korte en langere termijn moéten we kiezen.
Deze keuze lijkt mij een eenvoudige: klimaatdoelen zijn essentieel voor onze toekomst, evenals een gezond begrotingsbeleid. Flinke investeringen in duurzaamheid dus, zonder teveel te lenen van toekomstige generaties. Politiek ligt dit natuurlijk erg gevoelig, want het betekent ingaan tegen de gevestigde belangen. Maar de bestaanszekerheid van huishoudens is hier uiteindelijk bij gediend. Het is aan politici deze boodschap zo helder mogelijk over te brengen. Zodat de kiezers die stemmen voor bestaanszekerheid niet terechtkomen bij een partij die het gevestigde belang vertegenwoordigt.