Bob Homan: Tussen hoop en hoogtevrees
Bob Homan: Tussen hoop en hoogtevrees
Door Bob Homan, Hoofd ING Investment Office
Na een spectaculaire klim kijken sommige beleggers met angst het dal in, beducht om van grote hoogte terug te vallen. Gelukkig zijn fobieën ingebeeld en is de befaamde Shiller PE-ratio ook niet alles wat het lijkt.
Als aandelenbeurzen hard genoeg stijgen en record na record breken, ontstaat er als vanzelf twijfel over toekomstige koerswinsten. Immers, wat er vandaag aan rendement bijkomt, komt er morgen niet bij. Ook nu, na een periode waarin veel goed nieuws verdisconteerd is in de koersen, dringt de vraag zich op of deze niet te hoog opgelopen zijn. En dus duikt de Price Earnings (PE)-ratio van de Amerikaanse econoom Robert J. Shiller weer her en der op in analyses. Om eventuele cyclische bewegingen uit te vlakken kijkt deze waarderingsmethodiek naar de koers/winstverhouding op basis van de winst in de afgelopen tien jaar.
PE-ratio op historisch hoog niveau
En wat zien we? De Shiller PE-ratio voor de S&P 500-index noteert boven de 30. Da’s niet mals, want er zijn in de geschiedenis maar weinig momenten geweest dat de index (naar deze maatstaf) duurder was. Trek je de ontwikkeling door, dan volgt vanaf dit niveau doorgaans juist een periode met ondergemiddelde rendementen. Maar voordat je meteen al je effecten van de hand gaat doen: het is nog maar de vraag of het deze keer ook zo uitpakt.
Megacaps zijn zeer winstvast
Het zou namelijk goed kunnen dat bedrijfswinsten in een komende, neergaande cyclus veel minder hard dalen dan in eerdere cycli. Dat zit zo: de huidige hoge winsten van de megacaps, die vooralsnog het meeste profiteren van de ontluikende ontwikkeling en implementatie van kunstmatige intelligentie (en dat ook in de nabije toekomst zullen blijven doen), kunnen best eens blijvend zijn.
Een tweede reden dat het dit keer anders is, heeft te maken met dezelfde Shiller-PE. Voor de rest van de wereld buiten de VS – zoals voor Europa, Japan en de opkomende markten – noteert die ratio helemaal niet zo hoog en voorspelt daarmee voor de komende jaren ongeveer gemiddelde rendementen. Het is niet of nauwelijks voor te stellen dat andere blokken het goed doen, terwijl de Amerikaanse aandelenmarkten het slecht doen.
De rest van de wereld haakt aan
Eigenlijk komt het erop neer dat de toekomst niet door één factor bepaald wordt. Vele dingen spelen een rol bij het tot stand komen van de toekomstige rendementen van aandelenmarkten. Na een lange periode waarin de Amerikaanse beurzen iedereen sterk outperformden, doet de rest van de wereld het in de komende tijd wellicht wat beter. Daardoor komen terloops de verschillende Shiller PE-ratio’s meer met elkaar in evenwicht. Bovendien komt de Amerikaanse PE-ratio vanzelf omlaag als koersstijgingen achterblijven bij de veronderstelde, cyclusbestendige winstgroei. Zo zijn er genoeg redenen voor hoop en minder voor (hoogte)vrees.