Janus Henderson: De verassende energierally van 2024
Janus Henderson: De verassende energierally van 2024
Vorig jaar maakten de markten zich zorgen dat de haperende vraag naar olie door de vertragende economische groei en de overgang naar groene energie zou drukken op aandelen van fossiele energiebedrijven. Maar in 2024 behoorde energie tot de best presterende sectoren in de S&P 500® Index en hielden energieaandelen zelfs gelijke tred met de snelgroeiende techaandelen.
De reden: de prijs van ruwe olie, zegt analist Noah Barrett van Janus Henderson. In de eerste weken van april werd Brentolie tegen $ 90 per vat verhandeld, een stijging van bijna 30% ten opzichte van het dieptepunt in 2023, waardoor de inkomsten van olie- en gasbedrijven stegen. En de druk op de prijzen kan een groot deel van het jaar aanhouden als gevolg van de dynamiek tussen vraag en aanbod.
Spanningen in het Midden-Oosten en de aanhoudende oorlog tussen Rusland en Oekraïne hebben bijvoorbeeld de bezorgdheid over een aanbodschok doen toenemen. De OPEC-leden verlengden de productieverlaging van 2,2 miljoen vaten olie per dag tot het tweede kwartaal van 2024. Aan de vraagzijde is de olieconsumptie verrassend veerkrachtig, dankzij de veerkrachtige Amerikaanse economie.
Wat kunnen beleggers verwachten?
In een markt die door technologieaandelen wordt gedomineerd kan de energiesector beleggers een manier bieden om tegen een aantrekkelijke prijs diversificatie aan hun beleggingsportefeuille toe te voegen. De energiesector wordt verhandeld tegen 12,3 keer de geschatte winst over de komende 12 maanden, bijna de helft van de S&P 500 Index.
Bovendien zijn veel olie- en gasbedrijven gericht op het teruggeven van kapitaal aan aandeelhouders via royale dividenden en inkoop van eigen aandelen, in plaats van te groeien tegen elke prijs. En als de rente in de VS langer hoger blijft, kunnen energieaandelen aantrekkelijk worden omdat ze van oudsher gezien worden als een bescherming tegen inflatie.
Maar daar staat tegenover dat energieaandelen notoir volatiel zijn. Hoewel Barrett denkt dat er nog steeds ruimte is voor potentiële opwaartse groei, zullen beleggers in gedachten moeten houden dat een plotselinge daling van de ruwe olieprijzen kan leiden tot een daling van de energieaandelen. zoals in de afgelopen weken inderdaad gebeurde.
Bovendien hebben sommige delen van de sector niet deelgenomen aan de rally van dit jaar, in veel gevallen met een goede reden. Bijvoorbeeld, dienstverlenende bedrijven - die bedrijven die apparatuur en diensten leveren aan olieproducenten - worden geconfronteerd met zowel hogere arbeidskosten en inputkosten, als een dalende vraag omdat de olieproductie over het algemeen vlak blijft.
Voor beleggers is het ’t interessantst om zich te richten op upstream olie- en gasproducenten. Veel van deze bedrijven profiteren niet alleen van de hoge olieprijzen, maar hebben ook een rendement op hun vrije kasstroom dat twee keer zo hoog is als dat van de S&P 500, terwijl ze worden verhandeld tegen een lagere prijs dan de index.
Belangrijk is dat, zoals eerder besproken, een aanzienlijk deel van dat geld wordt teruggegeven aan aandeelhouders via dividenden of aandeleninkoop, wat de bezorgdheid over herinvestering in ongerechtvaardigde groei van het aanbod helpt te verminderen. De balansen van de meeste producenten zijn ook sterk, wat steun zou moeten bieden als de olieprijzen dalen.
Veel raffinaderijen genereren ook aanzienlijke kasstromen dankzij gezonde raffinagemarges (het verschil tussen de waarde van de aardolieproducten die raffinaderijen produceren en de kosten van grondstoffen). Daardoor konden deze bedrijven hun dividenden verhogen en aandelen inkopen, wat bijdraagt aan de groei per aandeel.
De verstoringen door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne creëren een rugwind op korte termijn voor raffinaderijen, maar Barrett gelooft ook dat de marges voor Amerikaanse raffinaderijen in het midden van de cyclus structureel hoger zijn dan in voorgaande cycli, dankzij verbeterde operaties en kostenvoordelen. En hoewel er de komende jaren nieuwe raffinageprojecten in Mexico en Nigeria op de markt komen, is het onwaarschijnlijk dat dit extra aanbod de wereldwijde groei van het olieverbruik, zoals voorspeld door de U.S. Energy Information Administration, zal overtreffen.