Klaas Knot: groeiende rol pensioenfondsen in financiële systeem

Klaas Knot: groeiende rol pensioenfondsen in financiële systeem

Pensioenstelsel Pensioenfondsen
Klaas Knot (foto archief De Nederlandsche Bank N.V.)

Verschuiving naar private credit geeft meer onzekerheid voor pensioenfondsen. Hun macroprudentiële gereedschapskist is daarvoor nog onderontwikkeld.

De groei van de Nederlandse economie trekt het komende jaar ‘naar verwachting weer aan, wat vertrouwen geeft in een zogenoemde ‘zachte landing’ van onze economie. Ook is de Nederlandse financiële sector – mede door de hervormingen na de financiële crisis – weerbaar gebleken,’ zo meldde Klaas Knot, President van DNB, gisteravond aan de Tweede Kamer. ‘Het vertrouwen in een zachte landing van de economie vertaalt zich onder meer in historisch hoge aandelenkoersen en minder krappe financiële condities. Daarmee is de zachte landing in eerste instantie positief voor de financiële stabiliteit.’

Pensioenfondsen: grotere rol en verhoogde onzekerheid

‘Verzekeraars en pensioenfondsen beleggen tegenwoordig meer in bedrijven. Specifiek zijn beleggingen in private equity en leningen aan risicovolle bedrijven, oftewel private credit, gegroeid.’ ‘Voor investeerders is private credit interessant vanwege het hogere rendement. Echter, met hoger rendement komen risico’s en dat geldt ook voor deze verschuiving van kredietverlening. Bij private credit komen risico’s daarnaast voort uit de inherente lage transparantie, want deze bedrijven hebben vaak geen extern kredietoordeel. Dit vraagt om gedegen risicomanagement door financiële instellingen en monitoring van potentiële verwevenheden.

Vanwege de verhoogde onzekerheid is het belangrijk om een passende macroprudentiële gereedschapskist te hebben voor financiële instellingen in Europa.’ ‘Voor niet-banken staat deze macroprudentiële gereedschapskist nog in de kinderschoenen, terwijl de rol van pensioenfondsen, verzekeraars en beleggingsinstellingen in het financiële systeem juist gegroeid is. Vooral voor beleggingsinstellingen zijn verbeteringen in het raamwerk dan ook wenselijk.’