Harry Geels: Hegemonie VS is vooral financieel-monetair van aard

Harry Geels: Hegemonie VS is vooral financieel-monetair van aard

Monetair beleid Verenigde Staten Dollar
Harry Geels (foto credits Cor Salverius)

Door Harry Geels

De Amerikaanse aandelenmarkten naderen een marktkapitalisatie van $ 60 biljoen dollar. Er zijn zes oorzaken te noemen voor deze megaprestatie. Eén daarvan dringt zich steeds meer op: de financieel-monetaire macht van de VS.

Een klein jaar gelden schreef ik een column met als titel Europa heeft een recordachterstand op de VS, waarin zeven redenen werden benoemd waarom het economisch zoveel beter gaat in de VS dan in Europa. Zo zijn de financiële markten er veel meer liquide, waardoor aandelen duurder worden (hoe hoger de liquiditeit, hoe meer beleggers bereid zijn te betalen). Zo ligt het gemiddelde aantal verhandelde aandelen per fonds in de VS tweemaal zo hoog als elders. De jaarlijkse beursomzet (‘turnover ratio’) ligt op 120% versus 60% voor de rest van de wereld.

Verder ligt de economische groei in de VS structureel hoger, is er minder afhankelijkheid van het buitenland (onder andere geen dure import van energie), speelt private equity een veel belangrijkere rol (waardoor bedrijven scherp worden gehouden om goed voor de aandeelhouders te zorgen), is er een goed werkende muntunie (hetgeen van de euro nog niet gezegd kan worden), en speelt de groei van passief beleggen de grote Amerikaanse bedrijven in de kaart (hoe meer passief belegd, hoe meer geld naar de megacaps stroomt).

Verschillen zijn pregnant

De totale marktkapitalisatie ofwel beurswaarde van de Amerikaanse aandelenmarkten nadert de $ 60 biljoen-grens. Alleen al sinds november vorig jaar is er $ 15 biljoen bijgekomen. Daarmee claimen ze ongeveer 50% van de totale wereldmarktkapitalisatie (zie Figuur 1). Alleen al de beurswaarde van de Magnificent 7 is groter dan welke andere beurs buiten de VS om. Verder bedraagt de Amerikaanse beurswaarde nu ongeveer 170% van het Amerikaanse bbp (voor de rest van de wereld ligt dit percentage gemiddeld op 60%).

Figuur 1: De hegemonie van de Amerikaanse aandelenmarkten

16072024 - Harry Geels - Figuur 1

Noot: Als percentage van de wereldwijde aandelenmarkten, per 1 januari 2024

Financieel-monetaire macht

Wat in de vorige column over de krachtverschillen onvoldoende besproken werd, is dat er ook versterkende effecten zitten tussen de zeven oorzaken. Vooral de financieel-monetaire macht van de VS lijkt een versterkende spil te zijn. Het hebben van de belangrijkste reservevaluta, de dollar in dit geval, werkt op een aantal manieren (positief) door op de beurskoersen. Ten eerste omdat instituten die dollars aanhouden als reserve dat bijna altijd doen in de vorm van beleggingen in dollars.

Als er dollars worden bijgedrukt – en dat is via kwantitatieve verruiming de laatste jaren op grote schaal gebeurd – vinden die vervolgens weer deels hun weg terug naar Amerikaanse aandelen en obligaties. Daarnaast is het zo dat als bedrijven en overheden, ook buiten de VS, leningen aangaan in dollars, de rente daarop doorgaans gunstiger is dan in andere valuta’s, vooral als die valuta’s risicovoller zijn. Veel bedrijven en overheden lenen daarom ook geld in dollars of staan genoteerd op de Amerikaanse effectenbeurzen, wat de beleggingsmarkt in dollars divers maakt.

Volgens onderzoek van onder andere het IMF leidt het hebben van een stabiele reservevaluta – via onder andere de uitgiften van effecten in dollars – tot diepere liquiditeit, die, zoals eerder beschreven, ook weer een bijdrage levert aan hogere koersen, wat dollarbeleggingen vervolgens weer aantrekkelijker maakt, et cetera. Liquide markten en een lagere risicopremie op de valuta zorgen er ook voor dat extra ‘leverage’ (schuldopbouw) gefaciliteerd wordt (in de VS vindt een groter deel van de economische groei op basis van leverage plaats dan elders).

Kanttekeningen

De economische voorsprong van de VS kan niet louter worden verklaard aan de hand van een rijtje oorzaken. Het is een complex van zaken die elkaar deels versterken. De opkomst van AI, waar Amerikaanse techgiganten domineren, versterkt de opwaartse spiraal nog eens. Het ‘winner takes all’-effect, dat we al in diverse bedrijfssectoren zien, lijkt ook op landenniveau opgeld te doen.

Er moeten echter ook een aantal kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste dat het belang van de VS in de wereld wel erg groot wordt (versus het eigen bbp en de rest van de wereld). Dat is gezien de gespannen politieke situatie in de VS zelf een risicofactor. De Fed moet steeds omzichtiger opereren. Weliswaar heeft het monetaire beleid geleid tot flink hogere koersen, maar eveneens tot een enorme schuldopbouw in dollars. Te streng monetair beleid kan dan problemen opleveren. Wellicht is het goed om te kijken naar Japan, waar, mede door steeds ruimer monetair beleid, tijdens de eerste vier decennia na de Tweede Wereldoorlog eveneens de grootste beurs ter wereld kon ontstaan (zie Figuur 1). Totdat de beurswaarde in 1987 ook ongeveer 50% van de wereld besloeg.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels