FSC: Geopolitieke spanningen vormen risico voor Nederlandse economie
FSC: Geopolitieke spanningen vormen risico voor Nederlandse economie
De Nederlandse economie en financiële sector hebben zich in de hogere rente-omgeving schokbestendig getoond, hoewel geopolitieke spanningen een risico blijven vormen voor de financiële stabiliteit.
Dat constateert het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) in haar vergadering van 5 juli 2024. Het comité onderschrijft de conclusies van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat de Nederlandse financiële sector weerbaar is in verschillende stressscenario’s en benadrukt het belang om de schokbestendigheid verder te versterken.
Actuele ontwikkelingen en risico’s financiële stabiliteit
Het FSC constateert dat de financieel-economische omstandigheden vergelijkbaar zijn met de situatie rond de vorige vergadering in maart. De lagere inflatie in combinatie met een voorzichtig aantrekkende economie heeft een positief effect op de financiële stabiliteit. Daarnaast ondersteunt de solide winstgevendheid van financiële instellingen de weerbaarheid van de sector. De belangrijkste financieel-economische risico’s hebben DNB, de AFM en het CPB recent in hun rapporten gepubliceerd.
Door geopolitieke spanningen is de onzekerheid toegenomen. Dit kan bij hoge waarderingen tot correcties op financiële markten leiden en tot hogere risico’s voor financiële instellingen. Tevens nemen cyber-risico’s toe, die kunnen leiden tot financiële verliezen en maatschappelijke ontwrichting. Via scenario-analyses en simulaties kunnen deze risico’s beter in kaart gebracht worden en kan de weerbaarheid vergroot worden.
Daarnaast kan geo-economische fragmentatie via meerdere reële en financiële kanalen de Nederlandse financiële stabiliteit beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan zijn verstoringen in toeleveringsketens die tot productieproblemen en/of prijsstijgingen kunnen leiden. Dit kan zijn weerslag hebben op financiële instellingen met blootstellingen op betrokken bedrijven.
Bedrijfsleningen
Het FSC constateert dat risico’s van Nederlandse bedrijfsschulden het afgelopen decennium zijn afgenomen. De schuldratio’s zijn sinds de financiële crisis gedaald en beter houdbaar geworden. De doorwerking van hogere beleidsrentes op bedrijfsleningen beïnvloedt de terugbetalingscapaciteit van bedrijven.
Door hoge winstgevendheid en lagere schuldratio’s zijn de hogere rentes voor de meeste bedrijven goed te verteren. De financiële stabiliteitsrisico’s lijken daardoor over het algemeen beperkt. De kwaliteit van de leningen is goed, met een laag aandeel niet-presterende leningen en beperkt oplopende kredietrisico’s. Wel zijn er bepaalde segmenten met hogere risico’s, met name commercieel vastgoed waar transactieprijzen dalen en leningen een verhoogd risico op wanbetaling hebben.
Alternatieve vormen van kredietverlening, bijvoorbeeld via private credit, zijn in principe een goede ontwikkeling, mits de risico’s beheerst worden. Zo kan private credit bedrijven van financiering voorzien die lastig toegang hebben tot bankfinanciering.
Waakzaamheid is wel geboden vanwege de snelle groei en ondoorzichtigheid van private credit. Risico’s kunnen voortkomen uit zwakke balansen bij de lenende bedrijven, (verborgen) leverage, infrequente waarderingen en een mogelijke liquiditeitsmismatch. Gelet op de beperkte omvang lijken de financiële stabiliteitsrisico’s van private credit in Nederland tot nu toe beperkt.
IMF-beoordeling Nederlandse financiële sector
Het FSC onderschrijft de conclusie van het IMF dat Nederlandse financiële instellingen weerbaar zijn in verschillende macro-economische stressscenario’s. Ook concludeert het IMF dat het Nederlandse toezicht op financiële instellingen, evenals de risicoanalyse en het (macroprudentieel) beleid gericht op het financiële systeem als geheel, op orde zijn. Naast aanbevelingen voor verdere verbetering, benadrukt het IMF de belangrijke stappen die in Nederland al zijn gezet, zoals de wettelijke verankering van het FSC in de Bankwet 1998.
Gezien het belang van een schokbestendige financiële sector, geven FSC-leden reeds opvolging aan aanbevelingen van het IMF. Zo wordt er gekeken naar de toekomstige risico’s van overstromingen voor financiële instellingen. Daarnaast is een aanbevolen wetgevingstraject in gang gezet zodat DNB en AFM de beschikking krijgen over noodzakelijke granulaire data om risicoanalyses t.a.v. de woning- en commercieel vastgoedmarkt uit te voeren. Ook is een extern onderzoek gestart om de bepaling van leennormen op de woningmarkt vanuit een breed perspectief te bekijken.