Carmignac: Een ongebruikelijke discrepantie
Carmignac: Een ongebruikelijke discrepantie
Hoe valt de verwachte scherpe stijging van de bedrijfswinsten in de VS te rijmen met de toestand van de economie daar, die kampt met trage groei en desinflatie?
De ongebruikelijke discrepantie in de VS tussen de consensusvooruitzichten voor de winstgroei van largecaps en de economische groei valt op. ‘De winstgroei zal dit jaar en volgend jaar naar verwachting +10% bedragen, terwijl er een nominale economische groei (inclusief inflatie) van +4 tot +5% wordt verwacht,’ meldt Carmignac vandaag.
‘In een economie komt de groei van de bedrijfsresultaten op middellange termijn meestal overeen met de nominale groei. Dit komt door verschillende factoren: bedrijven vormen een integraal onderdeel van de economie en hun prestaties zijn daarom nauw verbonden met de bedrijvigheid; groei van de productiviteit draagt bij aan een stijging van de algehele economische groei én van de bedrijfswinsten; en ten slotte is het effect van de inflatie op de verkoopprijzen en de kosten geïntegreerd in de nominale winsten van bedrijven. Een verschil van 5 tot 10 procentpunten tussen beide factoren over een periode van één tot twee jaar is dan ook een anomalie. Hoe valt in de huidige situatie de verwachte forse stijging van de bedrijfswinsten te rijmen met de trage economische groei en de desinflatie, die resulteren in een lage nominale groei?
De verwachte sterke groei van de bedrijfsresultaten is grotendeels, maar niet uitsluitend, gebaseerd op de populariteit van de technologische sectoren, en vooral het thema artificiële intelligentie. We kunnen er in alle redelijkheid van uitgaan dat de exponentiële winstgroei van de bedrijven in die sector op een gegeven moment stagneert (de sector als geheel vertegenwoordigt de helft van de winststijging van de S&P 500-index). De algemene winstvooruitzichten, die in dat geval alleen zouden worden ondersteund door de conjunctuurgevoeligere sectoren, zouden op een teleurstelling kunnen uitlopen en bijdragen aan een neerwaartse convergentie van de winsten en de economische groei.
Deze context is gunstig voor effecten met duidelijke vooruitzichten en vormt een aanleiding om minder te beleggen in de populairste effecten, die in hogere mate zijn blootgesteld aan het risico van teleurstelling, ten gunste van defensieve waarden en segmenten. Hoe het ook zij, doordat de stijging van de markten sterk geconcentreerd is op een zeer beperkt aantal aandelen, moeten we onze portefeuilles diversifiëren door te beleggen in aandelen en sectoren die momenteel weinig op de voorgrond treden.
Het is ook mogelijk dat de winsten en de economie zullen convergeren dankzij een stijging van de groei. Die groei is immers verrassend veerkrachtig gebleken en bleek in staat om een algemeen verwachte recessie om te zetten in een 'zachte landing'. Dus waarom zou die sterke groei niet nog meer verrassingen in petto hebben?’
‘Deze hypothese heeft zijn voordelen. Concretisering ervan zou resulteren in een verlenging van de groeicyclus, wat gunstig is voor de daarmee gecorreleerde sectoren van de aandelenmarkt, die beter dan andere sectoren in staat zijn zich aan te passen als de rente omhooggaat als gevolg van de stijgende inflatie.’