Harry Geels: Drie verborgen boodschappen van het nieuwe Draghi-plan
Harry Geels: Drie verborgen boodschappen van het nieuwe Draghi-plan
Door Harry Geels
Het vorige week gepubliceerde plan van Mario Draghi om Europa competitiever te maken is inmiddels veel bediscussieerd. Interessant zijn de minder belichte politieke boodschappen. Verder is de vraag wat de status van het rapport is.
Vorige week publiceerde Mario Draghi zijn lang verwachte rapport over Europa, ‘The Future of European Competitiveness’, dat noodzakelijk werd geacht omdat Europa de laatste jaren economisch gezien steeds meer op de VS is gaan achterlopen. Voor die achterstand heb ik ruim een jaar geleden zes waarschijnlijke oorzaken gegeven. Het was goed om te lezen dat Draghi er in ieder geval een aantal wil aanpakken. Laten we eerst eens kijken naar wat de hoofdpunten uit het plan zijn, om vervolgens wat dieperliggende boodschappen te benoemen.
Draghi’s rapport kent een aantal hoofdpunten. Draghi wil vooral de investeringen in Europa aanjagen, met een bedrag van € 800 miljard, via zowel publieke als private sectoren. Meer dan de helft daarvan moet zijn gericht op de energietransitie. Het publieke deel moet via gezamenlijke schulden worden gefinancierd (waarbij de term ‘eurobonds’ wordt omzeild). Daarnaast wil hij een hervorming van de EU Competition Law, zodat Europese bedrijven zich makkelijker kunnen meten met hun evenknieën uit de VS en China.
Draghi wil ook dat de aanbodketens veilig worden voor Europa, wat neerkomt op minder afhankelijkheid van (natuurlijke) hulpbronnen van buiten. Verder wil hij nationale veto’s afschaffen om de EU slagvaardiger te maken in crises en wil hij de prioriteiten van EU-budget heralloceren naar strategische sectoren, vooral naar energie, AI, farma en transport (de agrarische sector wordt niet genoemd). Tot slot wil hij meer integratie van de ‘single market’, om schaal te verkrijgen teneinde competitiever te worden.
Drie boodschappen
Of we nu een korte of een lange samenvatting van Draghi’s plan maken, het is interessanter om te kijken welke (politieke) boodschappen erachter schuil gaan. Grofweg zijn er drie te noemen. Ten eerste wil Draghi meegaan in de wereldwijde ‘rat race’ van schulden maken (deels in eurobonds). Dat kan verdedigd worden met ‘de VS en China doen het ook’, maar dit heeft uiteindelijk negatieve consequenties, zoals opwaartse druk op inflatie, het naar toekomstige generaties doorschuiven van lasten, verdere financialisering van de economie en instabielere financiële markten.
De tweede, meer verborgen boodschap is dat Draghi aanstuurt op ‘European Champions’, enerzijds, door ernaar te verwijzen dat de VS relatief veel meer megabedrijven hebben, anderzijds door te beweren dat ‘big caps’ eerder nieuwe technologieën omarmen. Een economie die in toenemende mate wordt gedomineerd door grotere bedrijven, heeft ook weer consequenties, zeker als er verwevenheid ontstaat tussen die bedrijven en de overheid, ook wel ‘corporatocracy’ genoemd, waarbij de machtspositie van de kleinere bedrijven en consumenten kleiner wordt.
De derde boodschap is dat Draghi wat betreft onze achterstand met geen woord rept over de weeffouten van de huidige euro, namelijk de ‘one size does not fit all’: één munt en één officiële rente werkt niet als landen economisch verschillen. Sterker nog, ze gaan alleen maar meer divergeren. Draghi maakt nu een sprong vooruit. Hij wil de facto ook de eurozone vervolmaken, onder andere door aan te sturen op eurobonds en verdere integratie van Europa. Zijn rapport leest als een ‘Whatever it takes to save the euro, part II.’
Goede punten
Het rapport bevat overigens een aantal zinnige analyses. Een van de issues die terecht wordt aangestipt, betreft de relatief veel te hoge energiekosten die de Europese bedrijven op grote achterstand zet versus die uit de VS en China. Verder dringt Draghi aan op het versterken van de kapitaalmarkten (vooral de toegang tot venture capital en private equity moet veel beter worden) en het verlagen van knellende, vooral ook tussen de landen veel te fragmentarische, regelgeving. Ook zouden er meer topuniversiteiten moeten komen.
Wat is de status van het rapport?
De grote vraag is verder wat nu eigenlijk de status van dit rapport is. Gaat de EU-commissie hiermee aan de slag? En hoe zien de EU-landen dit allemaal zelf? Of is het een rapport dat bij de volgende crisis als technocratische oplossingsblauwdruk uit de kast wordt gehaald? We kunnen het ook als een discussiedocument zien, waarin de contouren van een mogelijke (technocratische en corporatistische) toekomst wordt voorgesteld. De vraag is ook of we met minder (tegelijkertijd meer uniforme) regels en belastingen (en een beter eurosysteem) ook niet al een heel eind komen.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels