Ronde Tafel Sustainable Investing in PE & VC - Deel 2: Gevolgen van wet- en regelgeving

Ronde Tafel Sustainable Investing in PE & VC - Deel 2: Gevolgen van wet- en regelgeving

Duurzaam beleggen Private Equity
FI-5 - 2024 - RT Sustainable Investing in PE & VC - Deel 2.jpg

Wat zijn de gevolgen van de SFDR-wetgeving en de UNPRI-richtlijnen? En wat zou hieraan moeten veranderen? Deze vragen kwamen aan bod in deel 2 van de Ronde Tafel ‘Sustainable Investing in Private Equity & Venture Capital’.

Door Hans Amesz

Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier en deel 3 lees je hier.

 

Voorzitter:

Koen Ronda, IBS Capital Allies

 

Deelnemers:

Björn Aarts, Rabo Investments

Jonathan Bailey, Neuberger Berman

Karin Bouwmeester, PGGM

Paul Lamacraft, Schroders Capital

Stephanie Scholten, Achmea Investment Management

Peter Tummers, ABN AMRO

Marc van Voorst tot Voorst, NVP

 

Wat vinden jullie van de SFDR-wetgeving en de UNPRI-richtlijnen?

Bouwmeester: ‘Zowel de UNPRI als de SFDR zijn heel belangrijk. De UNPRI heeft ervoor gezorgd dat ESG mainstream is geworden. En nu ESG zo groot is, zijn regels zoals de SFDR nodig. De SFDR is pas recent geïmplementeerd en nog in ontwikkeling. We zijn het er, denk ik, allemaal over eens dat de intentie goed is, maar dat een en ander nog niet perfect is.’

Scholten: ‘De intentie achter de SFDR is uitstekend. Het gaat over verslaglegging en ervoor zorgen dat het publiek weet welke bedrijven duurzamer zijn dan andere, zodat er kapitaal naar meer duurzame bedrijven kan stromen. In de praktijk zal dat niet altijd goed werken, omdat het voor managers niet altijd haalbaar is een artikel 9-product of -fonds te realiseren, terwijl het wel een impactbelegging is. Als een fonds bijvoorbeeld een brede focus heeft, gericht op meerdere sectoren, wordt het moeilijk om van tevoren precies te weten welk soort beleggingen je wilt hebben.’

Aarts: ‘De SDFR- en UNPRI-richtlijnen zijn een eerste goede stap, maar zoals gezegd nog niet perfect. Het helpt om het vertrouwen in ESG- en impactgerelateerde fondsen en investeringen te vergroten, onder andere door meer transparantie. Ik verwacht een aantal doorontwikkelingen te zien die het pragmatischer maken en die beter helpen om onderscheid te maken tussen wat echt ESG en impact is.’

Lamacraft: ‘De richtlijnen hebben ervoor gezorgd dat we allemaal over dit belangrijke gebied praten en er sprake is van voortdurende raadplegingen en ontwikkelingen. In die zin is er wel degelijk iets bereikt, wat niet wegneemt dat er nog steeds problemen bestaan die moeten worden aangepakt. We moeten erkennen dat er nog hiaten zijn, die in de loop van de tijd zullen moeten worden bijgeschaafd en geperfectioneerd, maar we gaan zeker de goede kant op.’

Van Voorst: ‘Er is een groot verschil tussen regelgeving en richtlijnen. De SFDR is een verordening, regelgeving dus, en UNPRI is meer een richtlijn. De toegevoegde waarde van de SFDR is enorm, vooral omdat het een markt van vijfhonderd miljoen mensen reguleert. Het is belangrijk om van hieruit te evolueren, want we moeten iets doen omdat het klimaat drastisch aan het veranderen is. Overigens is de Europese Unie een grootmacht op het gebied van regelgeving. Je ziet dat andere continenten de EU-regelgeving kopiëren.’

Tummers: ‘Wij moeten kritisch staan tegenover de verschillende rapportagenormen die ons worden voorgelegd. Als we die rol op ons nemen, kunnen we de nodige veranderingen in gang zetten en versnellen. Het is de eerste stap in de richting van een meer ontwikkeld raamwerk.’

 

Wij moeten kritisch staan tegenover de verschillende rapportagenormen die ons worden voorgelegd.

 

Lamacraft: ‘We hebben nog veel te doen om te kunnen beoordelen en vergelijken. Er is bijvoorbeeld sprake van een lichte inconsistentie met betrekking tot de data die via de verschillende organisaties naar buiten komen. Op dit punt moeten we nog steeds evolueren, zodat we een en ander bij elkaar kunnen brengen, harmoniseren en de vergelijkbaarheid en benchmarking kunnen verbeteren.’

Bouwmeester: ‘Een artikel 9-product of fonds wordt ook wel ‘donkergroen’ genoemd. Bij impact investing kun je van groen naar meer groen gaan, maar ook van bruin naar groen. Onder artikel 9 moet de investering al groen zijn. Er is dus sprake van enige discrepantie tussen deze twee concepten: ze kunnen hetzelfde zijn, maar hoeven dat niet te zijn. De SFDR is een concept van de Europese Unie. Een Amerikaanse private equity-manager zal niet snel een fonds labelen als artikel 9.’

Zullen de toenemende druk en regelgeving op het gebied van greenwashing een uitstroom veroorzaken in ESG- en impactgerichte fondsen?

Aarts: ‘De toenemende regulering en toezicht op greenwashing is bedoeld om de integriteit van ESG- en impactgerichte fondsen te verbeteren door ervoor te zorgen dat hun milieuclaims nauwkeurig en onderbouwd zijn. Er zal op korte termijn een aanpassingsperiode zijn, maar uiteindelijk zal dit leiden tot een robuustere en betrouwbaardere markt voor ESG-investeringen, waardoor de instroom mogelijk zal toenemen.’

Van Voorst: ‘Ik denk dat het goed is dat er heldere kaders zijn gezet en dat het voor de eindbeleggers inzichtelijk is welke fondsen duurzaam zijn en welke niet. Zo weet iedereen waar die aan toe is. Partijen kunnen zichzelf niet langer verkopen als groen terwijl ze dat niet zijn. Mogelijk dat sommigen activiteiten staken, maar er bestaat ook een gerede kans dat ze daadwerkelijk groen worden. Tot slot moeten we ook waken voor green hushing: partijen die groener zijn dan ze zeggen. Concluderend: ik denk dat de heldere kaders op den duur zullen zorgen voor een toename van ESG- en impactfondsen.’

Lamacraft: ‘Het is van groot belang dat we ons huiswerk doen, een gedetailleerd due diligence-onderzoek uitvoeren om te weten te komen wat een fonds eigenlijk doet en hoe, welk beleid het heeft, hoe de strategie eruitziet, en waarin geïnvesteerd wordt. Dat is belangrijker dan te vertrouwen op een label of een claim.’

Bouwmeester: ‘Ook hier is echt een verschil tussen de publieke en private markten. Veel managers in publieke markten hebben de SFDR in eerste instantie opportunistisch geïnterpreteerd en moesten daar later soms op terugkomen, terwijl managers in private markten hebben afgewacht totdat er meer duidelijkheid was.’

 

Wees als toezichthouder initieel niet te streng. Partijen moeten de tijd krijgen om zich aan te passen.

 

Een kleine zijsprong: hoe zit het met duurzaamheidsregulering voor co-investeringen?

Scholten: ‘Als je een artikel 9-fonds wilt zijn, moet elke investering in principe worden aangemerkt als een artikel 9-investering. De leidende partij moet een bepaalde analyse uitvoeren en over bepaalde zaken rapporteren. Daar moet overeenstemming over zijn. Als dat niet mogelijk is, doen we de investering misschien niet.’

Lamacraft: ‘Wij hebben geïnvesteerd in een aantal gespecialiseerde non-impactmanagers en impactmanagers en hebben geïnvesteerd in een aantal impact co-investeringen van al deze managers. We doorlopen het due diligence-proces met de betreffende manager, stellen de side letters op en zorgen ervoor dat we de commitments, juridische zaken en overeenkomsten op orde hebben. Dat geeft ons vertrouwen in het fonds en in de manager om te voldoen aan onze impactcriteria en rapportagevereisten. Deze managers zijn op hun beurt heel vertrouwd met waar we naar op zoek zijn en waarderen onze expertise. Ze zijn blij met onze inbreng, omdat superieure ESG-, duurzaamheids- en impactoverwegingen vaak de waarde van de beleggingen bij exit verhogen. Dit kan een vrij moeilijk proces zijn wat betreft de hoeveelheid data en het niveau van de gegevens, en soms zijn die er niet noodzakelijk op dag één. Maar zodra je de nodige gesprekken hebt gevoerd en de leidende partij zich realiseert dat je waarde kunt toevoegen door deze gegevens te creëren en te rapporteren, bestaat de bereidheid om te proberen alles voor elkaar te krijgen.’

Wat zou de Europese regelgever moeten veranderen, aanpassen of toevoegen aan de verordening?

Van Voorst: ‘In de eerste plaats moet de regelgever zo stabiel mogelijk zijn. In de tweede plaats moet worden opgepast voor overregulering. Als je wilt dat de regelgeving wordt geaccepteerd, zorg dan voor behapbaarheid, vooral ook omdat je als Europa concurreert met de Verenigde Staten en Azië. Wees je daarvan vooral bewust in markten waar je voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen bedient, omdat kleine bedrijven, zoals gezegd, niet altijd goed zijn toegerust om dit aan te pakken. Verder moeten partijen de tijd krijgen om zich aan te passen. Geef ze de tijd om de verordeningen op een degelijke manier te implementeren. En wees als toezichthouder initieel dus niet te streng.’

Aarts: ‘Als de spelregels voortdurend veranderen, zal er uiteindelijk een afwachtende houding ontstaan.’

Van Voorst: ‘Het Verenigd Koninkrijk is geen lid meer van de Europese Unie. Hoe gaat de Britse regelgever om met dit dossier? Volgen de Britten meer de Amerikaanse aanpak, of meer die van de Europese Unie?’

Lamacraft: ‘Het Verenigd Koninkrijk heeft de SDR (sustainability disclosure requirements) ingevoerd, vergelijkbaar met de Europese SFDR. Er is veel aandacht voor duurzaamheid, maar er zijn gebieden die nog moeten worden onderzocht en voortdurend moeten worden bijgesteld. Er bestaat geen perfect raamwerk om dit wereldwijd aan te pakken, dus moeten we gewoon doorgaan met het verwerken van relatief kleine ontwikkelingen en het benutten van de best practices die we zien bij onze teams over de hele wereld.’

 

Koen RondaKoen Ronda (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Koen Ronda is Head of Private Markets Investments bij IBS Capital Allies. Hij begon er in 2013 als Investment Analyst en was later Senior Portfolio Manager. Eerder was hij onder andere Analyst bij Pelargos Capital. Gedurende de jaren 2018 tot en met 2022 was hij tevens Chairman van het Active Investing Committee van CFA Society Netherlands. 

 

Björn AartsBjörn Aarts (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Björn Aarts is ESG Director bij Rabo Investments. Hij is lid van de NVP Responsible Investment Committee en betrokken bij diverse impact- en duurzaamheidscommissies van fondsen. Eerder vervulde hij verschillende rollen op het gebied van business banking, sustainable finance en business development in de circulaire economie. Aarts heeft een MBA van de Nyenrode Business Universiteit.

 

Jonathan BaileyJonathan Bailey (photo archive Neuberger Berman) 600x600

Jonathan Bailey is Global Head of ESG & Impact Investing bij Neuberger Berman. Hij is er ook Voorzitter van het ESGcomité en Lid van het Partnership Committee. Voor hij in 2017 bij het bedrijf kwam, werkte hij onder meer bij McKinsey & Co, bij Generation Investment Management, en voor de voormalige Britse premier Tony Blair

 

Karin BouwmeesterKarin Bouwmeester (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Karin Bouwmeester is ESG and Sustainability Specialist in het private equity-team van PGGM en werkt al bijna 20 jaar in de financiële sector. Zij begon als Investment Officer Infrastructuurenergie bij de Nederlandse en Franse ontwikkelingsbanken, FMO en Proparco. Daarna was Bouwmeester ESG Specialist bij de private banking divisie van ABN AMRO, met een focus op publieke markten.

 

Paul LamacraftPaul Lamacraft (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Paul Lamacraft is Senior Investment Director, Head of Sustainability & Impact, Private Equity bij Schroders Capital, waar hij sinds 2020 werkt. Daarvoor was hij 8 jaar actief in private equity en public markets investing en adviseerde hij meer dan 12 jaar bedrijven over private equity en M&A, waarvan 5 jaar bij Deutsche Bank. Lamacraft begon zijn carrière bij EY.

 

Stephanie ScholtenStephanie Scholten (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Stephanie Scholten is Senior Portfolio Manager Private Equity in het externe managersteam van Achmea Investment Management. Eerder was zij werkzaam als Adviseur Fusies en Overnames bij Deloitte en bij Alvarez & Marsal, als Relatiemanager Private Equity bij ABN AMRO en als Portfolio Manager Private Equity bij Shell. Scholten studeerde Economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

 

Peter TummersPeter Tummers (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Peter Tummers is Senior Investment Professional Private Equity bij ABN AMRO. Hij kwam in 2021 bij het Private Markets team en is verantwoordelijk voor het trainen en ondersteunen van adviseurs en relatiemanagers in de lokale ABN AMRO MeesPierson kantoren. Eerder werkte hij voor ABN AMRO MeesPierson, Fortis MeesPierson en Rabobank, als Portefeuillemanager en Beleggingsadviseur.

 

Marc van VoorstMarc van Voorst (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Marc van Voorst is sinds 2016 plaatsvervangend Directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), waar hij in 2014 in dienst trad als Manager Public Affairs. Van 2010 tot en met 2013 was hij Manager Government Relations bij Holland Financial Centre. Hij begon zijn carrière als persoonlijk medewerker van een VVDTweede Kamerlid.

 

Bijlagen