Sebastiaan Hooghiemstra: Nieuwe ESMA-richtsnoeren over fondsnamen met ESG-termen
Sebastiaan Hooghiemstra: Nieuwe ESMA-richtsnoeren over fondsnamen met ESG-termen
Op 14 mei 2024 nam ESMA de definitieve versie aan van de richtsnoeren over fondsnamen waarin ESG-termen of duurzaamheidsgerelateerde woorden worden gebruikt. Deze bijdrage bespreekt die richtsnoeren.
Door Sebastiaan Hooghiemstra, Advocaat Investment Management – Financieel Recht, Loyens & Loeff
Fondsnamen verschaffen beleggers informatie over de fondsen en vormen daardoor een belangrijk marketinginstrument. Beleggers behoren de onderliggende informatie van het fonds natuurlijk goed te bestuderen en dienen zich daarbij niet tot de naam te beperken, maar de fondsnaam kan desondanks een aanzienlijke invloed hebben op hun beleggingsbeslissingen.
Met het oog op het aanpakken van ‘greenwashing’ heeft ESMA in haar nieuwe richtsnoeren dan ook vereisten geïntroduceerd inzake het gebruik van ESGuitdrukkingen of duurzaamheidsgerelateerde woorden in fondsnamen, die ervoor moeten zorgen dat er geen termen op dat vlak worden gebruikt die incorrect, onduidelijk of misleidend zijn. Het doel van de Europese toezichthouder met het afvaardigen van de richtsnoeren is met name om de fondsnaam op dit vlak af te stemmen met de beleggingskenmerken en -doelstellingen van een fonds. Om hieraan concreet gevolg te geven, heeft ESMA met betrekking tot fondsnamen zes brede categorieën gedefinieerd. Voor elke categorie is in de richtsnoeren een (nietlimitatieve) lijst van voorbeelden van termen opgenomen die beleggers de indruk zouden kunnen geven dat een fonds tot een van deze categorieën behoort.
ESMA is van mening dat ESG-uitdrukkingen of duurzaamheidsgerelateerde termen alleen in fondsnamen mogen worden gebruikt als deze consistent zijn met de duurzaamheidskenmerken of -doelstellingen, zoals geformuleerd in de relevante fondsdocumentatie. Om dit te waarborgen, heeft de toezichthouder minimumvereisten ten aanzien van drempelwaarden en uitsluitingsregels geformuleerd waaraan fondsen die onder één van de zes categorieën van fondsnamen vallen, dienen te voldoen.
In geval van fondsnamen waarin termen uit meerdere categorieën van fondsnamen worden gecombineerd, gelden de bepalingen die van toepassing zijn op die categorieën, cumulatief, behalve wanneer die termen worden gecombineerd met transitiegerelateerde termen. In dat geval zijn alleen de vereisten zoals opgenomen in Tabel 2 ten aanzien van transitiegerelateerde termen van toepassing.
Fondsen met een naam waarin transitieof effectgerelateerde termen zijn vervat, dienen, naast het voldoen aan eerdergenoemde vereisten, ervoor te zorgen dat de beleggingen ‘duidelijk en meetbaar in de richting van een sociale of ecologische transitie evolueren’, dan wel ‘naast financieel rendement ook een positief en meetbaar sociaal of ecologisch effect trachten te sorteren’.
Toepassingsdatum richtsnoeren
Fondsbeheerders dienen voor (nieuwe) fondsen die na 21 november 2024 worden opgericht onmiddellijk aan de richtsnoeren te voldoen. De deadline voor fondsen die per 21 november 2024 al bestaan, is 21 mei 2025.
Afsluitende opmerkingen
De ESMA-richtsnoeren hebben naar verwachting (ingrijpende) gevolgen voor enkele duizenden al bestaande (Europese) fondsen. Met name dienen vele ‘lichtgroene’ fondsen die ingevolge de SFDR als ‘artikel 8’ zijn gekwalificeerd hun fondsnaam en/of beleggingskenmerken aan te passen.
Hoewel het achterliggende gedachtengoed van de richtsnoeren valt toe te juichen, laat de inhoud van de richtsnoeren nog steeds vrij veel ruimte over voor interpretatie. Zo leidt de (nietlimitatieve) lijst met voorbeelden van ESG- en duurzaamheidsgerelateerde termen in de praktijk tot verwarring over zowel de vraag of de richtsnoeren van toepassing zijn, alsmede tot welke categorie(ën) het fonds behoort. Het is echter in de context van de geplande herzieningen van de SFDR en SFDR RTS duidelijk dat de ESMA-richtsnoeren deel uitmaken van een dynamisch Europees ESG-regelgevingskader dat zich blijft ontwikkelen.