Harry Geels: Het dilemma van het opsplitsen van Big Tech
Harry Geels: Het dilemma van het opsplitsen van Big Tech
Door Harry Geels
Op 9 oktober spande het US Department of Justice een rechtszaak aan om Alphabet op te splitsen, met als nevendoel de data die het bedrijf verzamelt over verschillende concurrerende platformen openbaar te laten maken. Er zijn wellicht andere, betere oplossingen om ons te verweren tegen oligopolies.
Er is een maatschappelijk debat ontstaan over de macht van de grote bedrijven, vooral in de sectoren Big Tech en Big Pharma. Maar er wordt ook regelmatig gesproken over Big Finance, Big Food en Big Energy. Deze sectoren hebben monopolistische of oligopolistische trekken gekregen. Dat is om meerdere reden bezwaarlijk, zoals eerder toegelicht in mijn column Het politiek-filosofische dilemma van oligopolies, waarin de maatschappelijke voor- en nadelen van oligopolies tegenover elkaar worden gezet. De balans slaat daarbij door naar het negatieve.
Een groot nadeel van oligopolies is hun macht: lobbymacht, ‘pricing power’ (ten nadele van de consument) en fiscale macht (wereldwijde fiscale planning). Toch zijn er ook voordelen van oligopolies. Zo kunnen ze door hun macht bepaalde producten optimaliseren. Het feitelijke monopolie van Google draagt bijvoorbeeld bij aan de verbetering van de kwaliteit van haar zoekmachine. En het kan Amazon helpen efficiënt een enorme hoeveelheid producten aan te bieden aan consumenten, daarbij ook kleinere aanbieders een wereldwijde markt biedend.
Nieuwe rechtszaak tegen Alphabet
Vooral Big Tech staat op het vizier van politici en vermeende gedupeerden. Door de EU zijn er reeds verschillende hoge boetes uitgedeeld aan bekende Amerikaanse techbedrijven. Op 9 oktober heeft de US Deparment of Justice (DoJ) een rechtszaak aangespannen tegen Alphabet. Het DoJ heeft zowel ‘gedrags- als structurele oplossingen’ voorgesteld, waaronder de mogelijkheid om Google's zoekactiviteiten op te splitsen om te voorkomen dat Google zijn andere producten, zoals Chrome, Android en AI-tools, gebruikt om zijn marktdominantie te behouden.
De onvolprezen Aswath Damodaran, Professor Corporate Finance aan de Stern School of Business in New York, heeft naar aanleiding van deze rechtszaak een interessante ‘longread’ geschreven. Damodaran duidt de zaak eerst historisch, door te kijken naar opsplitsingen uit verleden, waarna hij de voor- en nadelen van opsplitsingen opsomt, om tot slot met oplossingsrichtingen voor de macht van Big Tech te komen: 1) opsplitsingen, 2) gereguleerde monopolies, 3) doelgerichte veranderingen, en 4) niets doen.
Twijfels over nut opsplitsingen
Bij gereguleerde monopolies zouden we bijvoorbeeld moeten denken aan prijsregulering, of de betreffende bedrijven beschouwen als nutsbedrijven waarin de overheid een belangrijke rol speelt, waardoor het een publieke zaak wordt. Bij doelgerichte veranderingen moeten we denken aan toegang tot de platformen door derden, of Big Tech laten betalen voor gebruik of gebruikersdata. Aan het eind van zijn verhaal komt Damodaran tot de conclusie dat het opbreken (te) complex is en niet in het belang van de consument hoeft te zijn (zie de eerder genoemde voordelen van de monopolies van Google en Amazon).
Interessant is verder Damodaran’s stelling dat oligopolies in de technologie tijdelijk neigen te zijn en dat de markt het probleem zelf oplost. Door nieuwe disruptieve technieken kunnen ze ook weer verdwijnen. Denk aan de opkomst en teloorgang van Nokia en HTC (ten gunste van Apple en Samsung) of Intel. In de (korte) tijd kunnen bepaalde techbedrijven machtig worden en bepaalde technologische ontwikkelingen tot stand brengen die niet mogelijk waren binnen kleinere ondernemingen. In die zin kunnen bubbels ook efficiënt zijn.
Twee kanttekeningen
Tot slot twee kanttekeningen, punten waar Damodaran net iets te weinig aandacht aan besteedt. Consumenten kunnen van bepaalde technologieën beter worden, maar die producten bestaan bij de gratie van die consumenten, bijvoorbeeld door exploitatie van hun data. Gezien de enorme winsten die Big Tech maakt, lijkt er sprake van een ‘wealth transfer’ van consumenten naar Big Tech (in casu de medewerkers en aandeelhouders daarvan). Strenge marktmeesters zouden erop moeten toezien dat consumenten voor hun data en gebruik beloond worden.
De tweede kanttekening is dat Damodaran’s betoog vooral gaat over Big Tech. Voor andere sectoren, zoals farma en finance, waar ook sprake is van oligopolies, gelden andere dynamieken. Dat het oligopolie van de banken in Nederland aantoonbaar leidt tot bijvoorbeeld een lagere rente voor de spaarders en hogere hypotheektarieven (ten opzichte van andere landen) – wat een wealth transfer betekent van Nederlandse consumenten naar onze banken – is weer iets dat om een andere aanpak schreeuwt. Wellicht dat Damodaran daar ook eens over kan schrijven.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels