Pimco: Europese obligaties aantrekkelijk
Pimco: Europese obligaties aantrekkelijk
Door de toegenomen veerkracht en stabiliteit van de eurozone is beleggen in Europese vastrentende waarden aantrekkelijk, zeggen economen Nicola Mai en Peder Beck-Friis van Pimco.
'Terwijl de eurozone worstelt met een zwakke groeiprognose, toont ze tegelijkertijd veerkracht. Nu de Europese Centrale Bank (ECB) een begin heeft gemaakt met de normalisering van het monetaire beleid, zijn wij van mening dat Europese vastrentende beleggingen aantrekkelijk zijn, met mooie rendementen en mogelijke koersstijgingen als de omstandigheden verslechteren.'
Zwakke groei
Sinds de pandemie in 2020 is de groei in de eurozone zwak. De regio kende een diepere neergang en een meer gematigd herstel dan de meeste andere ontwikkelde landen. Dit kwam door het conflict tussen Oekraïne en Rusland (stijgende energieprijzen), fiscale steunmaatregelen die minder genereus waren dan in de VS, en korter lopende hypotheken die het effect van het strakkere monetaire beleid versterkten.
Inmiddels lijken veel van de ‘ontwrichtende’ effecten van de pandemie naar de achtergrond verdwenen. Net als andere ontwikkelde economieën lijkt de eurozone 'normaler' dan ooit sinds het begin van de pandemie, als je kijkt naar de inflatie, de economische groei en de kredietgroei.
Toch blijven de vooruitzichten fragiel, zeggen Mai en Beck-Friis. 'De conjuncturele zwakte in China en in de wereldwijde verwerkende industrie weegt op de economische activiteit, vooral in Duitsland, terwijl huishoudens door hun spaaroverschotten heen zijn die ze tijdens de pandemie hebben opgebouwd. Ook de productiviteitsgroei blijft structureel zwak en in tegenstelling tot de meeste andere landen zijn de investeringsuitgaven in de eurozone de afgelopen twee jaar gekelderd.'
In dat kader publiceerde voormalig ECB-president Mario Draghi onlangs een uitgebreide lijst met beleidsaanbevelingen om de groeivooruitzichten op lange termijn te verbeteren. Het is volgens de economen echter onwaarschijnlijk dat de meeste van deze aanbevelingen worden uitgevoerd. 'En van de aanbevelingen die het wel halen, betwijfelen we of ze het groeitraject snel significant zullen veranderen.'
Mai en Beck-Friis: 'Over het algemeen verwachten we dat de groei in de eurozone traag zal blijven en rond 1% zal schommelen, wat dicht bij het langetermijngemiddelde ligt. Hoewel we geen onmiddellijke recessie voorzien, blijft het risico daarop groot, med door de onzekerheid over de vooruitzichten voor de wereldhandel in het licht van de komende Amerikaanse verkiezingen.'
Fragiel maar stabiel
Ondanks de broze groeivooruitzichten zijn de economen optimistischer over één cruciaal aspect: het is onwaarschijnlijk dat de economie van de eurozone terugkeert naar de instabiliteit van tien jaar geleden.
Zo zijn de beleidsmaatregelen effectiever en tijdiger gebleken dan in het verleden, en is de economie in de regio nu meer in balans. Ook de afwezigheid van aanzienlijke financiële stress de afgelopen jaren is een teken van veerkracht.
'Het is waar dat de groei zwak is geweest, maar de spreads op staatsobligaties zijn over het algemeen stabiel gebleven ondanks de vele uitdagingen, waaronder: een oorlog in een buurland; de vermindering van de gastoevoer door Rusland; stijgende rentetarieven; de ineenstorting van Credit Suisse; en de verkiezing van een extreemrechtse regering in Italië. Je kunt je moeilijk grotere schokken voorstellen die de veerkracht van de eurozone op de proef stelden. Natuurlijk blijven er enkele staartrisico's gezien het ontbreken van een volledige fiscale en financiële unie. Toch lijkt de regio stabieler dan tien jaar geleden.'
Monetair beleid
Wat betekent dit alles voor het monetaire beleid? Op korte termijn is de richting volgens de economen duidelijk: verder omlaag. Lange termijn zijn de vooruitzichten ‘troebeler’. 'Hoewel de onzekerheid groot blijft, verwachten we niet dat de rente terugkeert naar het niveau van voor de pandemie als gevolg van hogere inflatieverwachtingen. Als er geen recessie komt, verwachten we dat de beleidsrente tussen 1,5 en 2,0% zal liggen.' Een recessie kan leiden tot nog lagere rentes, maar een terugkeer naar negatieve rentes lijkt onwaarschijnlijk.
Beleggingsimplicaties
Tegen deze achtergrond zijn vastrentende beleggingen in Europa aantrekkelijk, vinden Mai en Beck-Friis. 'We verwachten dat de rentecurve steiler zal worden naarmate het monetaire beleid normaliseert. De lange rente kan dus stijgen ten opzichte van de korte rente.'
De verschillen in risicopremies tussen kernlanden en perifere landen zijn minder duidelijk geworden en dat zal dat waarschijnlijk zo blijven. 'Door de recente politieke volatiliteit in Frankrijk zijn de Franse leenkosten nu gelijk aan die in Spanje, wat gerechtvaardigd lijkt. Ondertussen zullen de spreads op Italiaanse staatsobligaties, gesteund door een verbeterd institutioneel kader, waarschijnlijk stabieler blijven, wat diversificatievoordelen biedt voor beleggingsportefeuilles.'