Ronde Tafel Net Zero Portfolio Management - Deel 3: Op zoek naar oplossingen

Ronde Tafel Net Zero Portfolio Management - Deel 3: Op zoek naar oplossingen

Duurzaam beleggen Energietransitie
FI-6 - 2024 - RT Net Zero Portfolio Management (deel 3).jpg

Om Net Zero te bereiken is een holistische visie nodig. Door de keten onder handen te nemen en via engagement druk uit te oefenen, kan directe impact teweeg worden gebracht, zo bleek in deel 3 van de Ronde Tafel over Net Zero Portfolio Management.

Door Ronald Bruins

Dit is deel 3 van het verslag. Deel 1 lees je hier en deel 2 lees je hier.

VOORZITTER:

Erwin Houbrechts, PGB Pensioendiensten

 

DEELNEMERS:

Phil Cliff, Fidelity International

Manuel Coeslier, Mirova (onderdeel van Natixis Investment Managers)

Tim Gooding, Baillie Gifford

Nathan Griffiths, EY

Jack Julicher, Netherlands Advisory Board on Impact Investing

Alex van der Meulen, Achmea Investment Management

Dick van den Oever, a.s.r. real estate

Sarah Peasey, Neuberger Berman

Tina Radovic, HSBC Asset Management

Théophile Tixier, Amundi

 

Holistisch bekijken

Volgens Gooding moet een onderneming holistisch onder de loep worden genomen. ‘Je moet een holistische visie hanteren. Hoe denkt het bedrijf over zijn impact op het klimaat? En hoe over de impact van het klimaat op zijn eigen bedrijfsvoering? Hoe houden ze rekening met fysieke risico’s? Hoe zit het met de biodiversiteit? Statistieken zijn zowel nuttig als nutteloos. Ze helpen ons een basislijn vast te stellen. Wat is van cruciaal belang? Maar een overmatig vertrouwen op steeds groter wordende datasets helpt niet. Het moet één van de vele inputs blijven.’

Van der Meulen: ‘Ik ben het daarmee eens. Je kunt ook kijken naar businessmodellen en je afvragen of deze realistisch gezien kunnen bewegen richting net zero. Als dat niet zo is, kun je je afvragen of deze businessmodellen nog toekomst hebben. Daarbij heb je wel sectorspecifieke indicatoren nodig om die modellen te beoordelen. We moeten bijvoorbeeld op termijn af van fossiele brandstoffen, maar staalbedrijven en nutsvoorzieningen, die afhankelijk zijn van deze fossiele brandstoffen, hebben we hard nodig om de transitie mede mogelijk te maken. Je kunt voor de laatstgenoemde categorie voor nu extra CO2-uitstoot accepteren. Mits deze bedrijven een geloofwaardig reductieplan hebben en hier stappen in zetten.’

Directe impact

Gooding hamert op het belang van kwalitatieve analyses van ondernemingen. ‘De cijfers verbeteren, maar kwalitatieve analyse blijft van cruciaal belang voor het vaststellen van de holistische benadering van de klimaattransitie van een bedrijf.’ Radovic aansluitend: ‘Er zit een groot verschil tussen decarbonisatie van de portfolio en decarbonisatie van de echte wereld. Je kunt namelijk van een groot energiebedrijf in Europa zeggen dat deze nog de meeste exposure heeft naar kolen, maar tegelijkertijd is het ook de grootste investeerder in hernieuwbare energiebronnen. Een index zegt dus niet altijd alles. Om het scherp neer te zetten: willen we stappen in de echte wereld zetten en ondernemingen ondersteunen die die stappen zetten, of willen we alleen CO2 uit onze portfolio’s drukken? Dat zijn twee verschillende zaken. Die vraag moeten we ook bespreken met onze cliënten. Mede omdat zij ons afrekenen op de financiële resultaten die we bereiken. Daarbij moeten we het ook over de risico’s en de resultaten hebben. We blijven immers asset managers. Net zero hoort hier ook bij. Ook omdat we voor een planetaire uitdaging staan die we niet licht kunnen nemen. Wij gaan dan ook voor directe impact bij ondernemingen en voor reducties in de echte economie.’

 

Willen we stappen in de echte wereld zetten en ondernemingen ondersteunen die diestappen zetten, of willen we alleen CO2 uit onze portfolio’s drukken? Dat zijn twee verschillende zaken.

 

Keten onderhanden nemen

Coeslier vertelt over de Paris Aligned Benchmark. ‘Die benchmark representeert een economie die in lijn is met het Parijsakkoord. Zo’n economie zou elk jaar 7% minder CO2 moeten uitstoten. Als je op basis hiervan zou investeren, heb je in je portfolio veel ondernemingen die in een transitie zitten. Maar er is ook een benchmark, de Climate Transition Benchmark, waar je dat eerdergenoemde Europese energiebedrijf niet hoeft uit te sluiten. Kortom, je kunt deze ondernemingen prima in je portfolio hebben en toch de CO2-uitstoot in je portfolio verminderen. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten.’ Het najagen van minder CO2 in de portfolio zou volgens hem een doel moeten hebben. ‘We moeten ons als financiële instellingen afvragen wat we doen om in de echte wereld de CO2-uitstoot te verminderen. Het verkopen van een deel van de portfolio op een tweedehands markt heeft geen effect op de wereldwijde CO2-uitstoot. Het doel moet zijn dat we ondernemingen helpen zichzelf van CO2-uitstoot te ontdoen en hun keten onder handen te nemen. Let wel, dat kan ook een onderneming zijn die zelf CO2 uitstoot, maar een oplossing biedt voor een hele sector om de CO2 naar beneden te krijgen. Die onderneming is dan een solution enabler.’

Druk uitoefenen

Julicher wijst op engagement om de onderneming in beweging te krijgen. ‘Vinden jullie ook niet dat we daar zouden moeten beginnen? Engagement heeft echter zijn grenzen. Financiële instellingen moeten bereid zijn om niet te beleggen in bedrijven die hun transitiedoelstellingen niet halen.’ Coeslier is het daarmee eens. ‘Dat doen wij als asset manager ook. Als er echt geen actie komt, kun je besluiten er alsnog uit te stappen. Maar eerst probeer je druk uit te oefenen om een transitie tot stand te brengen.’ Houbrechts: ‘Eenvoudigweg de ondernemingen uit je portfolio gooien omdat ze CO2-uitstoot hebben, werkt niet. Dat is je eigen straat schoonvegen terwijl de rotzooi bij de buren terechtkomt. Dus moet je wel aan engagement doen.’

 

Het doel moet zijn dat we ondernemingen helpen zichzelf van CO2-uitstoot te ontdoen en hun keten onder handen te nemen.

 

Griffiths: ‘Bij engagements moet je er wel voor zorgen dat je doelen stelt aan de onderneming. Dan valt het ook uit te leggen. We hebben bedrijf A in onze portfolio omdat het beweegt naar doel X. Als de onderneming dan niet dat doel heeft bereikt, dan ga je het gesprek aan. Waarom is het doel niet gehaald en wat kun je eraan doen? Dan moet er een duidelijke tijdslimiet zijn om die doelen te halen. De AFM heeft bijvoorbeeld twee jaar aanbevolen in haar advies voor een overgangscategorie in het SFDR-overleg. Het belangrijkste is dat het niet halen van doelen moet leiden tot desinvestering.’

Hoe focus aanbrengen?

Tixier observeert dat er vele methodes zijn ontwikkeld om engagement aan te gaan met een onderneming. ‘De diversiteit aan discussies, thema’s en KPI’s die worden gebruikt tijdens engagement vereist een in-house tool. De reden daarvoor is traceerbaarheid. Dit maakt het mogelijk om verifieerbare statistieken te genereren. Die kunnen het juiste transparantieniveau bieden naar onze klant toe. Maar die kunnen we ook intern gebruiken om ons inzicht in het risicoprofiel van een bedrijf te verbeteren en ons engagementproces te versterken.’ Peasey: ‘Wij geloven dat elke doelstelling van een net zero-fonds multidimensionaal van aard moet zijn. Inclusief een engagementdoelstelling. Die staat naast kwantitatieve elementen zoals emissies en net zero-alignment. Gegevens die achteruitkijken, bijvoorbeeld naar emissies, hebben hun beperkingen. Vooruitkijkende elementen, zoals net zero alignment en engagement, zijn essentieel om te valideren waarom je belegd zou moeten blijven in bedrijven die misschien geloofwaardige transitieplannen hebben, maar worstelen om hun emissies op korte termijn te verminderen. Denk aan bedrijven in sectoren die moeilijk kunnen reduceren.’

 

Engagement heeft zijn grenzen. Financiële instellingen moeten bereid zijn om niet te beleggen in bedrijven die hun transitiedoelstellingen niet halen.

 

Een exitstrategie

‘Ook ik vind dat je een exitstrategie moet hebben’, zegt Van der Meulen. ‘Ik geloof ook dat je daaraan voorafgaand alle instrumenten die je als belegger tot je beschikking hebt, moet aangrijpen om een onderneming in beweging te krijgen. Op een gegeven moment is dat ook een kwestie van je boerenverstand gebruiken. In sommige sectoren heeft het weinig zin om engagement aan te gaan. Als voorbeeld: de kleinere schalieproducenten in de VS. Die doen niets anders dan olie en gas oppompen en kunnen realistisch gezien ook niets anders. Het heeft daarom geen zin om met dit soort bedrijven in gesprek te gaan. Daarom denk ik dat we de bedrijven waarmee we resultaten kunnen boeken eruit moeten filteren. Sommige ondernemingen zullen we achter moeten laten. Dat is niet anders. Deze ondernemingen staan duidelijk niet achter de net zero-gedachte.’

Moedige investeerders

De deelnemers benadrukken aan het eind van de discussie het belang van sectorspecifieke kennis om ondernemingen naar net zero te krijgen. ‘Dat is cruciaal om de uitdagingen van bedrijven beter te begrijpen en transitieplannen goed te kunnen beoordelen’, zegt Van der Meulen. Van den Oever: ‘Ik vind het mooi dat financiële instellingen samenwerken met universiteiten, maar soms ook met NGO’s en andere partijen buiten de industrie, om kennis op te doen, om raamwerken te ontwikkelen en om samen op te trekken.’ Hij dringt er bij de beleidsmakers op aan minder met generiek beleid en meer met maatwerkbeleid te werken. ‘Maatwerkbeleid draagt bij aan decentrale en lokale oplossingen. Daarmee verhoog je de betrokkenheid van alle mensen en het helpt om milieudoelen te halen.’

De transitie brengt nu eenmaal kosten met zich mee, geeft Van der Meulen tot slot aan. ‘Ik zie moedige investeerders die daaraan bij willen dragen. Dat is buitengewoon hoopvol.’ Houbrechts: ‘Beleggers hebben overtuiging en moed nodig. Want er is flink wat weerstand te overwinnen en je moet durven navigeren in een snel veranderende wereld waarin historische rendementen weinig houvast geven voor de toekomst. Maar dat is onvermijdelijk als je financiële risico’s verbonden aan klimaatverandering wilt beperken, de verwachte voordelen van de energietransitie wilt realiseren en een leefbare wereld wilt achterlaten.’ 

 

CONCLUSIE

Regulering stuwt de beweging naar net zero.

Er is nog altijd een gat tussen de targets van bedrijven en de doelen van nationale overheden.

De transitie naar net zero kan worden bevorderd door kapitaal te alloceren naar transitiegerelateerde beleggingen of door bedrijven te helpen veranderen.

Impactbeleggingen zijn nodig om net zero te halen.

De snelheid waarmee klimaatverandering materieel wordt in het beleggingsportfolio is hoog.

Kwalitatieve scenarioanalyses helpen om een beter beeld te krijgen.

CO2-beprijzing is een van de belangrijkste routes die overheden gaan volgen.

Bij engagement moet je vooraf weten wat de exitstrategie is.

Het eerste jaar van de CSRD leidde niet tot een massale transformatie.

 

Erwin HoubrechtsErwin Houbrechts (foto credits Joep van Drunen Fotografie) 600x600

Erwin Houbrechts is Senior Portfoliomanager Duurzaam Beleggen bij PGB Pensioendiensten en is nauw betrokken bij het opstellen en implementeren van het duurzaam beleggingsbeleid. Hij begon er in 2016 als Head of Risk Management. Tevens is hij Docent Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit. Houbrechts heeft onder andere een Master in Applied Economics van de Universiteit Antwerpen en een Executive MBA van de Erasmus Universiteit.

 

Philip CliffPhil Cliff (photo archive Fidelity International) 600x600

Phil Cliff is Directeur Duurzaam Beleggen (Klimaat & Rapportages) bij Fidelity International. Hij werkt aan de klimaatstrategie en het transitieplan en aan de duurzaamheidsrapportage van het bedrijf. Hiervoor was hij Head of Climate bij M&G Investments. Cliff heeft meer dan twintig jaar beleggingservaring, onder andere opgedaan bij Threadneedle Asset Management en Skandia Life.

 

Manuel CoeslierManuel Coeslier (photo archive Mirova) 600x600

Manuel Coeslier is sinds 2022 Lead Expert Climate & Environment bij Mirova, onderdeel van Natixis Investment Managers. Hij was lid van de Technical Expert Group on Sustainable Finance bij de Europese Commissie en is momenteel lid van de GFANZ-subgroep voor portfolio-alignment. Hij begon zijn carrière bij 2° Investing Initiative. Coeslier heeft een MSc Milieu-economie van Mines ParisTech en een MSc Milieutechniek van IMT Atlantique.

 

Tim GoodingTim Gooding (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Tim Gooding is Climate Specialist Director bij Baillie Gifford. Voordat hij daar in 2010 begon, was hij zeven jaar lang officier in het Britse leger en werkte hij twee jaar als Inter-Dealer Broker, waar hij handelde in aandelenderivaten op de belangrijkste Europese indices. Gooding studeerde in 2001 af met een MA (Hons) in Economie en Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van St. Andrews.

 

Nathan GriffithsNathan Griffiths (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Nathan Griffiths is WAM ESG Consulting Lead bij EY, waar hij sinds 2022 in dienst is en werkt aan diverse projecten, van duurzame beleggingsstrategieën tot de implementatie van regelgeving op het gebied van duurzame financiering, zoals SFDR, CSRD en EU-taxonomie. Griffiths vervulde 20 jaar lang beleggingsfuncties bij vermogensbeheerders in Londen en Nederland en is sinds 2014 direct betrokken bij duurzaam beleggen. 

 

Jack JulicherJack Julicher (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Jack Julicher is niet-uitvoerend bestuurslid van verschillende organisaties, waaronder van de NAB, de Nederlandse Adviesraad voor impactbeleggen. Daarnaast is hij interim-voorzitter van de financiële sector Dutch Climate Commitment. Julicher begon zijn carrière bij het Ministerie van Financiën en was daarna lange tijd Chief Investment Officer van ASR. 

 

Alex van der MeulenAlex van der Meulen (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Alex van der Meulen is Adviseur Maatschappelijk Verantwoord Beleggen bij Achmea Investment Management. In die rol adviseert hij pensioenfondsbesturen over MVB-vraagstukken en -beleidsontwikkeling. Hij werkt er sinds 2020. Eerder was hij werkzaam als Analist en Adviseur bij Morningstar Sustainalytics. Van der Meulen studeerde Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam.

 

Dick van den OeverDick van den Oever (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Dick van den Oever is sinds 2016 Directeur Landelijk Vastgoed en lid van het Management Team bij a.s.r. real estate. Hij is Fondsdirecteur van het ASR Dutch Farmland Fund en verantwoordelijk voor de investeringen in Renewables. Zijn eerdere functies waren onder meer Senior Manager Institutioneel Bankieren bij ABN AMRO, Praktijkleider Beleggingsadvies bij AON en medeoprichter en CEO van Rabo Farm.

 

Sarah PeaseySarah Peasey (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Sarah Peasey is Head of Europe ESG Investing bij Neuberger Berman. Ze leidt de ESG-integratie en klantbetrokkenheid in heel Europa en werkt samen met beleggingsteams en analisten om hun ESG-capaciteiten te vergroten. Hiervoor bekleedde zij een aantal functies bij LGIM, waaronder Investment Strategist en Head of Fixed Income Investment Specialists. Peasey heeft een first class degree in Business Management van de University of East Anglia.

 

Tina RadovicTina Radovic (photo archive HSBC AM) 600x600

Tina Radovic is Global Head of Credit Research, Fixed Income, bij HSBC Asset Management, waar ze sinds 2003 werkzaam is. Radovic behaalde een diploma Economie en een postacademische specialisatieopleiding in Bankwezen en Financiële Markten aan de Université Paris I - Pantheon Sorbonne in Frankrijk en is lid van de adviescommissie van de Société Française des Analystes Financiers.

 

Théophile TixierTheophile Tixier (foto credits Joep van Drunen) 600x600

Théophile Tixier is Responsible Investment Specialist, Net Zero Development Lead, bij Amundi in Parijs. Met een focus op sustainable finance helpt hij institutionele beleggers hun duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Tixier heeft een track record in het ontwikkelen en implementeren van verantwoorde beleggingsstrategieën voor institutionele beleggers, met een bijzondere focus op net zero-beleggingskaders.

 

Bijlagen