Harry Geels: Inflatieperikelen bepaalden Amerikaanse verkiezingsuitslag

Harry Geels: Inflatieperikelen bepaalden Amerikaanse verkiezingsuitslag

Inflatie Amerikaanse verkiezingen
Harry Geels

Door Harry Geels

In de analyses van wat er gebeurde tijdens de laatste presidentsverkiezing in de VS komt steeds vaker het thema inflatie naar boven drijven. De Democraten zijn het slachtoffer geworden van sterk opgelopen prijzen. Donald Trump speelde hier met zijn voorgenomen belastingverlagingen handig op in.

In mijn column over de gevolgen van de herverkiezing van Donald Trump als president van de VS schreef ik dat Trump een concreet verhaal had voor de ‘gewone Amerikaan’ en Kamala Harris niet. Harris kwam eigenlijk niet verder dan een verhaal over het nader tot elkaar komen van alle Amerikanen en dat Trump zou aansturen op verdere polarisatie, terwijl de Democraten intern juist zelf erg gepolariseerd zijn geraakt. Waar Trump met ‘Make America Great Again’ (2.0) een duidelijke slogan had, kwam Harris niet verder dan het af en toe zachtjes herhalen van Joe Biden’s ‘Build Back Better’.

Er was ook nog een ander duidelijk verschil. Make America Great Again had een persoonlijke boodschap voor de Amerikanen, een boodschap van het terughalen van banen naar de VS (met minder concurrentie van immigranten), minder regulering en minder belastingen. Harris’ boodschap was veel abstracter, meer beleidsmatig, gelinkt aan een vergelijkbare slogan van de baas van het World Economic Forum. En bij dat beleid ging het ook nog eens mis met Biden, en dan vooral met het inflatiebeleid. In de afgelopen vijftig jaar steeg de inflatie nooit zó hard tijdens één regeerperiode als onder Biden.

In Figuur 1 is te zien dat de inflatie tot 9% steeg, althans gemeten met de zogeheten ‘year-over-year’ (YoY-)inflatie. Daarna leek de inflatie onder controle te komen. Dus geen probleem, zouden we kunnen zeggen, maar zo werkt het niet in de hoofden van mensen.

Figuur 1

26112024 - Harry Geels - Figuur 1

Gevoelsinflatie

YoY-inflatie is geen goede graadmeter voor de consument. Het gaat om de index. Als de prijzen in een jaar met 9% stijgen en daar komt in de drie jaar daarna nog eens gemiddeld 3% bij, dan is de totale inflatie, met samengestelde interest, 20% gestegen. De Big Mac werd gedurende het presidentschap van Biden 25% duurder. Inflatie is geen koud cijfer, zoals hier in Forbes terecht wordt opgemerkt, maar een ‘judgement call.’ Voor iedereen is het anders. Bovendien wordt er vaak gerommeld met de berekeningen. Op basis van oude berekeningen zou de inflatie nog hoger zijn geweest.

Het heeft ook geen zin als beleidsmakers, soms laatdunkend, verwijzen naar de ‘objectieve cijfers’. Voormalig DNB-president Nout Wellink sprak na de introductie van de euro, waarbij de gulden te goedkoop in de euro opging en er hoge inflatie ontstond, van ‘gevoelsinflatie’: mensen moesten verder niet zo zeuren. Maar er is een groot verschil hoe (monetair) economen inflatie beleven en hoe ‘gewone’ mensen dat doen, zoals blijkt uit Figuur 2.

Figuur 2

26112024 - Harry Geels - Figuur 2

Economen denken in YoY-inflatie, oftewel de procentuele veranderingen van de prijzen jaar op jaar, ‘gewone’ mensen denken in hoeveel minder ze overhouden, oftewel bij de Amerikanen: ‘Mijn boodschappen werden onder Biden 25% duurder.’ Dan is ook eenvoudig de koppeling te leggen naar het tegenwoordig zo populaire begrip ‘bestaanszekerheid’.

‘Biden kon er niets aan doen’

Er wordt gezegd dat Biden niets aan de inflatie kon doen als gevolg van externe omstandigheden (het extreem losse monetaire beleid van de centrale bank, dat startte in 2020, nog tijdens Trump I, en daarna de oorlog in Oekraïne, die de prijzen van veel grondstoffen deed stijgen). Dit is gedeeltelijk waar, gedeeltelijk niet. Tijdens Biden is het Amerikaanse begrotingstekort enorm opgelopen, mede gefinancierd door de Fed. Overheidsbestedingen zijn inflatoir. Dus Biden heeft olie op het inflatievuur gegooid. Sterker nog, toen de Fed begon te verkrappen, werkte hij het monetaire beleid tegen door extra uitgaven. Stemmers voelen dit soort zaken haarfijn aan, zo bleek ook bij de laatste verkiezingen.

Neerbuigend, maar dan op een subtiele manier, was ook het verhaal van ‘tijdelijke inflatie’. Zoals eerder betoogd, bestaat tijdelijke inflatie namelijk helemaal niet, behalve als inflatie gevolgd wordt door deflatie, maar dat is in de praktijk zelden het geval. Centrale banken, opvallend genoeg ondersteund door de meeste financiële journalisten en economen, probeerden met die term ‘tijdelijk’ het probleem van inflatie te bagatelliseren, terwijl inflatie juist ‘een van de grootste ziektes in de maatschappij is’. Inflatie komt ook eigenlijk neer op een verborgen belasting.

Toekomst

Inflatie blijft de komende jaren een thema, gezien de uitgavendrang van veel overheden (al is het maar om de gigantische rentekosten op de schulden te betalen) en de klimaatverandering (waarvoor de enige echte oplossing het inprijzen van negatieve externe effecten is en niet een SDG-programma). Zijdelings kunnen ook de herbewapening van Europa, de vergrijzing en het terughalen van productieprocessen naar de eigen regio (in combinatie met eventuele hogere importtarieven) tot hogere prijzen leiden.

Regeringsleiders die dus weer herkozen willen worden, zijn met de Amerikaanse verkiezingen gewaarschuwd. De kiezer heeft gestemd met zijn portemonnee, zoals zo vaak.

Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels