Kansen en uitdagingen in Infra Debt en Real Estate Debt (Deel 2 Ronde Tafel)
Kansen en uitdagingen in Infra Debt en Real Estate Debt (Deel 2 Ronde Tafel)
Welke invloed hebben rente-ontwikkelingen op de performance van Infra & Real Estate Debt? Welke kansen zijn er voor beleggers en met welke uitdagingen moeten zij rekening houden? Daarover ging deel 2 van deze Ronde Tafel.
Door Hans Amesz
Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier en deel 3 lees je hier.
VOORZITTER: Mark van der Wekken, a.s.r. real assets investment partners
DEELNEMERS: Charlotte Daelemans, Nuveen Damien Gardes, Schroders Rupert Gill, Barings Cyrus Korat, DRC Savills Investment Management Holly Murnieks, Willis Towers Watson Florent del Picchia, Aviva Investors Dan Riches, M&G Investments Bert Schoen, AXA IM Alts |
Zijn infrastructuur- en vastgoedschulden nog steeds aantrekkelijk in een omgeving met lagere rentes?
Gardes: ‘Infra debt heeft natuurlijk geprofiteerd van de rentestijging. Maar als we terugkijken naar hoe de asset class is gegroeid in een omgeving met lage rentetarieven, hoeven we ons zeker geen zorgen te maken over een terugkeer van een omgeving met lagere rentes. Het is inderdaad die superlage rente-omgeving die de interesse van institutionele beleggers heeft gewekt voor de asset class, die aangetrokken werden door de margin premie in vergelijking met public credit.’
Daelemans: ‘Als lener denk je aan de totale kosten en niet alleen aan de basisrente en de spread. Een dalende rente kan soms enigszins gecompenseerd worden door een hogere spread en ik denk dat er ook mogelijkheden zijn om een wat flexibelere kapitaalverschaffer te zijn. Een omgeving met lagere rentetarieven baart ons niet veel zorgen en nu de rentetarieven dalen, is de kans groot dat de M&A-markt weer wat aantrekt, omdat de financiering goedkoper wordt.’
Schoen: ‘Omdat de verwachtingen van een sterke verdere rentedaling zijn verdwenen, is er merkbaar meer volume in de markt gekomen. Verder is de vraag naar liability matching toegenomen. Beleggers die daarnaar op zoek zijn, zijn tot op zekere hoogte minder gevoelig voor de basisrente. Zij zijn geïnteresseerd in langetermijnassets van goede kwaliteit om hun verplichtingen relatief onafhankelijk van de basisrente te matchen.’
Riches: ‘De beleggingscategorie infra & real estate debt wordt, denk ik, nog aantrekkelijker, vooral voor beleggers die alleen maar geïnteresseerd zijn in het beheren van neerwaartse risico’s.’
Del Picchia: ‘Waar het volgens mij vooral om gaat, is de vraag of de belangstelling voor rentevast versus rentevariabel aan het veranderen is, of er nu dus weer meer wordt overgestapt naar variabel.’
Korat: ‘De vraag is moeilijk te beantwoorden omdat de redenen om in infra & real estate debt te beleggen voor de verschillende beleggers ook heel verschillend zijn.’
Gill: ‘Als het rendement op treasuries veel verder daalt, wordt het interessanter om te investeren in meer risicovolle assets. Voor sommige investeerders wordt real estate debt in een omgeving met lagere rentes aantrekkelijker.’
Murnieks: ‘Wij zijn van mening dat vastgoed en infrastructuur kunnen profiteren van macrothematische rugwind, of het nu gaat om demografische veranderingen, de energietransitie, digitalisering, enzovoort. Dat creëert volgens ons veel kansen om kapitaal in te zetten, ook als kredietverstrekker.’
Hebben recente evoluties op de kredietmarkt de interesse van beleggers voor infra & real estate debt gewijzigd?
Del Picchia: ‘Infra debt wordt beschouwd als een veerkrachtige beleggingscategorie. Naar onze mening is de vraag hiernaar over het algemeen sterk gebleven. Binnen infra debt zien we nu dat beleggers terugkeren naar beleggingen met een hoger risicorendementsprofiel.’
Korat: ‘Eén ding is echt veranderd: de toegankelijkheid en de algemene acceptatie van alles wat met private markets te maken heeft. Beleggers hebben nu heel andere keuzemogelijkheden dan nog maar vijf jaar geleden. Dat maakt een groot verschil, omdat men zich over het algemeen prettiger voelt bij beleggingen in onderhandse markten in vergelijking met bijvoorbeeld liquide vastrentende fondsen.’
Daelemans: ‘Zowel vanuit het oogpunt van risico-rendement als vanuit een meer macroperspectief komen beleggers tot dezelfde conclusie, namelijk dat infrastructuurleningen op dit moment aantrekkelijk zijn. De risico-rendementsverhouding is nu zeer gunstig en beleggers willen meeliften op macro-economische ontwikkelingen als verdergaande digitalisering, decarbonisatie, deglobalisatie en groene energie. Hierbij zijn veel toeleveringsketens betrokken, die wij ook financieren.’
Gardes: ‘Sinds eind 2023 zijn de marges voor bedrijfsobligaties weer gedaald en is de illiquiditeitspremie (of complexiteitspremie) van private infra debt weer gestegen, waardoor die beleggingscategorie aantrekkelijker is geworden voor beleggers.’
Murnieks: ‘Een nuttig kenmerk van infra & real estate debt voor beleggers is dat veel van de onderliggende kasstromen van contractuele aard zijn op de lange termijn en mogelijk ook gekoppeld zijn aan de inflatie. Dit was de afgelopen jaren een speciaal aandachtspunt.’
Hoe creëert disintermediatie door banken kansen voor kredietverstrekkers in vastgoed en infrastructuur?
Gill: ‘Doordat banken de laatste jaren zijn vastgelopen, heeft private capital meer toegang gekregen tot verschillende delen van de vastgoedmarkt, verschillende investeringsstijlen en een breder scala aan leners. Dat betekent dat er meer transacties en verschillende soorten risico’s zijn, en dat er daarom meer kansen zijn voor beleggers.’
Schoen: ‘Van jaar tot jaar zien we een kleine toename van transacties die niet via banken, maar door investeerders naar ons gaan. We zien ook dat banken voor bepaalde kapitaalintensieve sectoren op een gegeven moment aan het einde van hun balanscapaciteit komen. Banken zijn veel actiever geworden in het verkopen van hun leningen, het recyclen van kapitaal en het aangaan van partnerschappen met investeerders. Als je kijkt naar sommige subsectoren, bijvoorbeeld duurzame energie, verwachten we dat banken daar de komende jaren aan het einde van hun balanscapaciteit komen en actiever op zoek gaan naar het inbrengen van institutionele investeerders.’
Riches: ‘Wij krijgen heel vaak banken aan de lijn die zeggen: we hebben net een deal gesloten, willen jullie twee derde daarvan?’
Schoen: ‘Volgens mij is het een trend dat deals zonder de banken worden gesloten. Een andere trend is dat banken actiever worden in het verkopen van risicoposities, maar dat zijn nog steeds deals die gestructureerd zijn of onderschreven door banken.’
Gill: ‘Er zijn modellen voor directe kredietverlening waarbij banken samenwerken met private kapitaalverstrekkers en de deals rechtstreeks via de banken naar private capital lopen – private capital boort de infrastructuur aan die de banken al tientallen jaren hebben. De sector zal waarschijnlijk disintermediatie zien, maar ook meer partnerschappen.’
Korat: ‘Het meeste eigen vermogen dat momenteel wordt ingezet, wordt gebruikt voor meer waardetoevoegende en opportunistische strategieën. Dit heeft de mogelijkheden voor alternatieve kredietverstrekkers vergroot. Bovendien, omdat de banken nog steeds een groot deel van de markt uitmaken en over het algemeen voorzichtig zijn met hun uitleenbereidheid, heeft dit een onevenredig effect op het prijszettingsvermogen van alternatieve kredietverstrekkers, dat op dit moment erg goed is.’
Del Picchia: ‘Wij zien zeker voordelen in het verstrekken van directe leningen zonder de bemiddeling van banken. Je kunt onderhandelen over voorwaarden, zodat je de transactie kunt afstemmen op de behoeften van de investeerders en toegang krijgt tot allerlei formats: obligaties, vaste of variabele rente, enzovoort. En je kunt ook onderhandelen over de voorwaarden om er zeker van te zijn een aanvaardbaar risico aan te gaan.’
Gill: ‘De banken zijn door de regelgevers in een bepaald deel van de markt geduwd omdat ze in het verleden kredietproblemen hebben gehad. Dat heeft ons betere toegang tot de schuldenmarkt verschaft.’
Gardes: ‘De mate van disintermediatie heeft te maken met de bereidheid van banken om in een bepaalde sector of in een bepaald deel van het beleggingsuniversum te blijven. Hoe meer je naar het sub-investment grade-universum gaat, hoe minder de banken aanwezig zijn. Dat betekent dat het makkelijker wordt om voorwaarden te beïnvloeden en gunstige prijzen voor te stellen aan kredietverstrekkers, maar je moet in staat zijn om financieringsoplossingen te ontwikkelen die passend zijn voor kredietnemers.’
Daelemans: ‘Ik denk dat er ook aanvullende financieringstechnieken worden toegepast op nieuwere delen van de totale kredietmarkt. Bijvoorbeeld SRT’s, significante risico-overdrachten, wat neerkomt op kapitaalbescherming die banken kunnen nemen als bescherming tegen eerste verliezen. Dat wordt veel gedaan in het MKB en de vastgoedsector. We zien dit soort structuren ook verschijnen in de infrastructuursector, waar banken de relatie met hun leners willen behouden, maar tegelijkertijd hun kapitaalkosten willen verlagen. Dus gebruiken ze SRT’s om hun totale kapitaalkosten te verlagen.’
Er is een opmerkelijke toename geweest van markten die in moeilijkheden verkeren ten aanzien van onroerend goed, zoals bijvoorbeeld in Duitsland. Is dit, nu binnenlandse kapitaalverstrekkers worstelen met hun problemen, een aantrekkelijke leenmogelijkheid? En bovendien, wat ging er mis en welke lessen kunnen daaruit worden getrokken?
Korat: ‘Aan de financieringsbehoefte van leners in Duitsland kan niet worden voldaan door lokale instellingen, omdat die zichzelf in uitleenproblemen hebben gebracht. Dat biedt kansen. We moeten er wel over nadenken wat het juiste waarderingsniveau in de toekomst is voor assets in Duitsland. Over het algemeen denk ik dus dat er mogelijkheden zijn om krediet te verstrekken, maar we zijn nog relatief voorzichtig over hoe we toegang kunnen krijgen tot de Duitse vastgoedmarkt. Behalve een aantal heel grote banken heeft Duitsland duizenden kleine tot middelgrote banken, die geen adequaat toezicht hebben. Dat heeft volgens mij geleid tot een verkeerde allocatie van kapitaal en prijsstelling en dat zal in Duitsland blijven gebeuren.’
Gill: ‘Ik zeg niet dat het een NPL-markt, een markt met non-performing loans, wordt, maar er moeten wel problemen worden opgelost, waarschijnlijk met nieuw aandelenkapitaal. Duitsland is een enorme investeringsmarkt, een van de meest liquide markten in Europa. Er dienen zich dus geweldige kansen aan. Het is een kwestie van timing.’
Is de stress ook zichtbaar aan de infrastructuurkant, of betreft het alleen vastgoed?
Del Picchia: ‘Over het algemeen zijn de inkomsten van infrastructuurassets meer geïndexeerd aan de inflatie dan de kosten, waardoor ze bestand zijn tegen hoge inflatie. Daar kunnen uitzonderingen op zijn en soms kan het ook moeilijk zijn om de hogere inkomsten door te berekenen om redenen van betaalbaarheid of politiek. Maar dit komt zelden voor. Voor de kredietverstrekkers is het verstrekken van leningen meer gebaseerd op kasstroomdekking dan op loan-to-value ratio’s. Mechanisch gezien kan je aan de kant van real estate debt problemen hebben met ratio’s, puur op basis van de waardering die verandert. Aan de infrastructuurkant is dat over het algemeen niet het geval. Ze passen zich aan de inflatie aan en dus zijn de kasstroomratio’s over het algemeen prima.’
Korat: ‘Iedereen heeft het erover dat de energie-infrastructuur in Duitsland zo slecht is. Biedt dat kansen?’
Schoen: ‘Ik weet niet zeker of de energie-infrastructuur slecht is. Duidelijk is dat Duitsland snel het relatief goedkope Russische gas moest vervangen. Daardoor zijn de energiekosten drastisch gestegen. Het is eigenlijk opmerkelijk hoe snel Duitsland erin is geslaagd vervangende energie te vinden.’
Wat zijn de innovaties en recente trends die je ziet op de markten voor infra & real estate debt?
Gardes: ‘Een van de ontwikkelingen is de groei van het sub-investment grade-segment in infrastructuur, dat groter en gediversifieerder wordt dan vroeger. Het is nu deels een nieuwe markt geworden, waar door de equity-sponsor naar alternatieve kapitaaloplossingen wordt gezocht om de uitbreiding van infrastructuurplatforms te financieren met niet-verwaterend kapitaal. Wij denken dat hier aantrekkelijke kansen liggen voor investeerders. Er is een enorme vraag van leners, maar er zijn niet zoveel kredietverstrekkers en fondsen die momenteel in staat zijn om passende financieringsoplossingen te bieden.’
Daelemans: ‘Een duidelijke trend is dat er veel extra energie nodig is om allerlei faciliteiten als bijvoorbeeld datacenters te laten draaien. We zullen op korte termijn veel moeten investeren, want er is vraag naar extra financiering om deze faciliteiten uit te bouwen.’
Charlotte Daelemans Charlotte Daelemans is Managing Director en Senior Sales Specialist Real Assets bij Nuveen. Eerder werkte zij vijf jaar bij AMP Capital en vijf jaar bij Goldman Sachs Asset Management. Zij begon haar carrière bij Bloomberg. Daelemans behaalde haar Master in Finance aan de Katholieke Universiteit Leuven en met een onderscheiding haar Master in Management aan Vlerick Business School. |
Damien Gardes Damien Gardes begon zijn carrière in 2009 bij de AXA Groep en maakte in 2015 de overstap naar Schroders, waar hij als Co-Head of Debt Investments, Infrastructure, verantwoordelijk is voor de uitvoering van een groot aantal senior en junior debt transacties. Tijdens zijn carrière in de infrastructuursector heeft Gardes diverse rollen vervuld op het gebied van projectfinanciering, overnamefinanciering, M&A en beleggingsadvies. |
Rupert Gill Rupert Gill is sinds 2024 Head of Portfolio Management van Barings’ European Real Estate Portfolio Debt Group. In die rol is hij verantwoordelijk voor het beheer van het concern, het toezicht op de ontwikkeling van strategieën en de uitvoering van beleggingsoplossingen. Hiervoor fungeerde hij bijna zeven jaar als Head of European Real Estate Debt bij BlackRock. |
Cyrus Korat Cyrus Kora heeft meer dan 25 jaar ervaring in vastgoed en debt capital markets en is medeoprichter van DRC Savills Investment Management. Voor de oprichting van DRC was hij Managing Director en bekleedde hij senior managementposities in de Fixed Income Division van Merrill Lynch & Co. |
Holly Murnieks Holly Murnieks is Alternative Investment Solutions Strategist bij WTW Investments en is in die rol verantwoordelijk voor het leveren van beleggingsoplossingen in alternatieve asset classes die voldoen aan de behoeften van institutionele klanten. Zij werkte eerder bij J.P. Morgan Corporate Investment Bank en heeft een First Class Honours Degree in Natuurkunde. |
Florent del Picchia Florent del Picchia is Head Euro Infrastructure Debt en verantwoordelijk voor het beheer van de European Infrastructure Debt-strategie van Aviva Investors. Eerder was hij werkzaam bij Dexia Crédit Local in Parijs, waar hij de rol van Directeur in het Infrastructuurteam bekleedde. Daarvoor maakte hij deel uit van de Infrastructure and Project Finance adviesteams van Price Waterhouse Coopers in Parijs en Londen. |
Dan Riches Dan Riches is Hoofd Real Estate Finance bij M&G. Hij werkt er als sinds 2010 en is sinds de oprichting betrokken geweest bij de structureringen en marketing van de Real Estate Debt Fund-serie. Hij werkte eerder bij de Europese CMBS-groep van S&P Global en daarvoor bij RBS, waar hij vastgoedfinancieringstransacties in gang zette. |
Bert Schoen Bert Schoen is Senior Fondsbeheerder Infrastructuurfinanciering voor AXA IM Alts. Hij heeft als infrastructuurfinancier meer dan 27 jaar ervaring in financieringstransacties in West-Europa, Centraal- en Oost-Europa en het Midden-Oosten. Voor hij in 2019 bij AXA IM Alts kwam, was hij adviseur voor duurzame energieprojecten, structureerde hij een management buy-out en investeerde hij voor een operationele asset manager in offshore windprojecten. |