Relevante beleggingskeuzes in Infra Debt en Real Estate Debt (Deel 3 Ronde Tafel)

Relevante beleggingskeuzes in Infra Debt en Real Estate Debt (Deel 3 Ronde Tafel)

Infrastructuur Vastgoed Obligaties
FI-7 - 2024 - RT 26-sept Infra & Real Estate Debt (deel 3).jpg

Greenfield of brownfield assets? Geografische diversificatie of een lokale aanpak? Kernsegmenten of meer risicovolle segmenten? In deel 3 van deze Ronde Tafel vroegen we aan de experts welke keuzes zij maken bij het beleggen in Infra & Real Estate.

Door Hans Amesz

Dat is deel 3 van het verslag. Deel 1 lees je hier en deel 2 lees je hier.

 

VOORZITTER:

Mark van der Wekken, a.s.r. real assets investment partners

 

DEELNEMERS:

Charlotte Daelemans, Nuveen

Damien Gardes, Schroders

Rupert Gill, Barings

Cyrus Korat, DRC Savills Investment Management

Holly Murnieks, Willis Towers Watson

Florent del Picchia, Aviva Investors

Dan Riches, M&G Investments

Bert Schoen, AXA IM Alts

 

Is het mogelijk om impact te creëren via kredietverstrekking? Hoe actief kun je sturen?

Murnieks: ‘Ja. Wij zijn van mening dat het met name infra debt-beleggers een uitstekende kans biedt om projecten met een tastbare impact direct te financieren – en tegelijkertijd toegang te krijgen tot rendementen die in potentie hoger zijn dan die op publieke kredietmarkten. Duurzaamheid vormt een belangrijk onderdeel van onze due diligence en we hebben veel vooruitgang geboekt bij het identificeren van KPI’s om de voortgang te meten.’

Schoen: ‘Ja, dat kan. We maken gebruik van een ESG-vragenlijst voordat we een investering doen. We vragen leners om jaarlijks deze lijst in te vullen: op die manier rapporteren ze over bijvoorbeeld CO2-emissies en CO2-emissiedoeleinden. Door de jaarlijkse rapportage houden we toezicht op een heel scala aan factoren, inclusief biodiversiteit en watervervuiling.’

Daelemans: ‘Voordat we de overeenkomst aangaan, hebben we een bepaald kader doorlopen om ervoor te zorgen dat alles is zoals we het willen vanuit het oogpunt van verantwoord beleggen. We hanteren KPI’s die gekoppeld zijn aan marges, maar die misschien verschillen van die van sommige andere managers.’

Gill: ‘Hoewel je niet zoveel controle hebt als met eigen vermogen, kun je met vreemd vermogen bepaalde duurzaamheidsmijlpalen of convenanten in de overeenkomst opnemen – zoals margeverlagingen gekoppeld aan energie-efficiëntie – om te stimuleren of zelfs te straffen als een bepaald bedrijfsplan niet wordt uitgevoerd.’

Korat: ‘Wat sturen betreft, denk ik dat het heel moeilijk is om te sturen binnen de deal, maar je kunt wel sturen door de deals te selecteren die impact faciliteren.’

Riches: ‘Ik denk dat we meer kunnen faciliteren dan creëren. Als kredietverstrekker in onze sector zou je te maken moeten hebben met partijen die met jou op één lijn zitten. Je faciliteert het creëren van impact door de financiering te bieden die daarvoor nodig is en door een aantal controles en maatregelen in te bouwen om er zeker van te zijn dat beloften worden nagekomen.’

Kan een impactportefeuille investeren in zowel greenfield als brownfield assets?

Schoen: ‘Ja. Wij denken dat er nog steeds veel dingen zijn die je kunt doen als je investeert in brownfield assets. Een behoorlijk aantal van de investeringen die we doen, betreft bedrijven die meestal doorlopende capex-behoeften hebben om hun assets te upgraden en te decarboniseren als onderdeel van de decarbonisatie van de energieopwekking. We willen geen portefeuilles opbouwen waarvan alle assets zich in een bouwfase bevinden.’

Gardes: ‘Natuurlijk kun je denken dat een Essentieel deel van het werk moet worden gedaan met greenfield assets, bijvoorbeeld door de groei van hernieuwbare energiecapaciteit te financieren. Maar we moeten ook de overgang en de aanpassing van assets financieren die verantwoordelijk zijn voor de meeste CO2-uitstoot teneinde ze om te zetten in groenere assets. Het is volgens mij ook de taak van investeerders in infrastructuur om bedrijven te begeleiden bij het verbeteren van zichzelf aan het front van de energietransitie en de strijd tegen de opwarming van de aarde.’

Hoe vind je de balans tussen duurzaamheidsfactoren en rendement bij beleggen in infrastructuur en vastgoed?

Daelemans: ‘Wij richten ons op het leveren van het beste voor risico gecorrigeerde rendement voor onze klanten. Dit sluit niet uit dat we impact hebben, waar we wel naar streven.’

Schoen: ‘Op dit moment moeten we ervoor zorgen dat we assets selecteren waarbij we ons prettig voelen vanuit een duurzaamheidsperspectief. Gelukkig is het aantal mogelijkheden in de markt breed genoeg om duurzame assets te selecteren en assets te negeren die niet passen bij onze duurzaamheidsdoelstelling.’

Daelemans: ‘Ik denk dat beleggers op duurzaamheidsgebied veel slimmer zijn geworden en verder kijken dan labels. Het is belangrijk om door de labels heen te kijken en goed te kijken naar de assets waarin je belegt of die je financiert.’

Gill: ‘Het hangt van je klanten af. Je kunt klanten niet dwingen om het een of het ander te doen, bijvoorbeeld een duurzame route te nemen. Maar vanuit het perspectief van een manager is er een basislijn die steeds hoger wordt gelegd. Wat is acceptabel vastgoed om te financieren?’

Wat is de beste positie in de kapitaalstructuur vanuit het oogpunt van risico en rendement. Is dat senior, mezzanine?

Daelemans: ‘Het hangt heel erg af van waar je naar op zoek bent en waar je je als investeerder vanuit risico-oogpunt prettig bij voelt. Wij kunnen overal in de kapitaalstructuur naar alloceren. Het mooie daarvan is dat we op elk moment de beste voor risico gecorrigeerde kans kunnen pakken.’ ‘Wij zijn van mening dat kredietverstrekking met name infra debt-beleggers een uitstekende kans biedt om projecten met een tastbare impact direct te financieren.’

Gardes: ‘We proberen voor investeerders bij elke transactie de beste positie in de kapitaalstructuur te vinden en zijn in staat om in de hele structuur te investeren. Ik ben geneigd te denken dat in de meeste gevallen nu – als je inderdaad een bepaald risiconiveau accepteert – het sub-investment grade-segment binnen infrastructuur speciaal aantrekkelijk is voor investeerders, maar uiteindelijk moet de situatie per geval worden bekeken.’

Del Picchia: ‘We richten ons ook steeds meer op sub-investment grade in lijn met de voorkeur van onze klanten. In het sub-investment grade-segment doen zich goede kansen voor, met name voor assets die de belangrijkste kenmerken behouden die je zoekt in infrastructuur.’

Wat zouden jullie beleggers adviseren die willen investeren in infra & real estate debt via een fonds: open-end of closed-end?

Riches: ‘Vastgoed is illiquide. Daarom hebben we geen open-end product, omdat dat iets belooft, namelijk aflossen, dat je misschien niet waar kunt maken vanuit een liquiditeitsperspectief.’

Gill: ‘Het hangt af van je beleggingsstrategie. Bij een closed-end fonds is een vrij korte investeringsperiode van twee of drie jaar misschien logisch, maar het geld van beleggers zal zes, zeven of acht jaar vastliggen. Aan de andere kant moeten beleggers zich bij een open-end fonds realiseren dat hun kapitaal mogelijk niet zo liquide is als ze denken.’

Del Picchia: ‘Het probleem met closed-end fondsen is dat je bij beleggingen met een variabele rente helemaal niet in de hand hebt wanneer je het kapitaal aan beleggers moet terugbetalen, wat soms kort na de aanloopperiode kan gebeuren.’

Gardes: ‘Bij een closed-end fonds moeten beleggers het accepteren om gedurende een bepaalde periode geen liquiditeit te hebben, wat goed is voor hun rendement. Een van de grootste uitdagingen van open-end fondsen is dat ze namens de klanten de liquiditeit van het fonds moeten beheren, wat een soort cash drag met zich mee kan brengen, en dat is uiteindelijk nadelig voor het rendement van beleggers. De keuze voor een open-end of closed-end fund hangt in de eerste plaats af van de vraag in hoeverre de belegger in staat is om de afwezigheid van liquiditeit gedurende een bepaalde periode op te vangen.’

Hoe realistisch is het om geografische diversificatie na te streven? Of is het vooral een lokaal spel?

Murnieks: ‘Diversificatie is erg belangrijk in onze klantenportefeuilles, of dat nu pan-Europees is of in veel gevallen meer wereldwijd. Dit helpt niet alleen om de invloed van lokale marktdynamiek te verminderen, maar stelt beleggers ook in staat om te profiteren van wereldwijde kansen. De Amerikaanse Inflation Reduction Act is een goed voorbeeld van een potentiële rugwind voor beleggers voor infrastructuur assets. Wij kiezen er meestal voor om samen te werken met gespecialiseerde investment managers die een regio en relevante sector bestrijken om de beste resultaten te halen.’

Schoen: ‘Wij richten ons op West-Europa, maar in al onze portefeuilles zijn meerdere landen vertegenwoordigd. Door de diversiteit die West-Europa biedt, kunnen we behoorlijk gebalanceerde portefeuilles opbouwen over vijftien landen. We proberen te voorkomen dat we per land investeren in vergelijkbare sectoren. Als we een fiber deal doen in bijvoorbeeld Duitsland, willen we de volgende fiber deal in een ander land doen.’

Gill: ‘In Europa heb je diversificatie: elk land is anders. De markten en de verschillende producttypes veranderen met verschillende snelheden. Sommige markten zijn verder ontwikkeld dan andere. Het gebruik van e-commerce verschilt van land tot land, evenals de groei van studentenhuisvesting, de levering van kantoren, enzovoort.’

Daelemans: ‘Wij staan onszelf toe om ook in Europa te investeren, maar op dit moment zien we een veel beter voor risico gecorrigeerd rendement in de Amerikaanse markt en daarom neigen we naar de Verenigde Staten. Ik denk dat beleggers het beste kunnen zoeken naar de expertise van hun managers in verschillende regio’s om goed gediversifieerd te zijn.’

Kies je voor kernsegmenten of meer risicovolle segmenten?

Schoen: ‘Er vindt een behoorlijke migratie plaats van kernactiviteiten. Nog niet zo lang geleden was de meerderheid geïnvesteerd in transport, energienetwerken of olieopslag. Nu begint de discussie over het gasdistributienetwerk en over hoeveel we moeten migreren naar datacenters. We proberen uit te vinden waar we over vijftien jaar nog steeds in willen investeren.’

Daelemans: ‘Ik heb het in een ander verband al gezegd en doe het opnieuw: we moeten niet te veel op labels vertrouwen. We nemen graag een soort bouwrisico, maar dat hangt sterk af van het track record van de tegenpartijen waarmee we in zee gaan. Hoever is het project gevorderd, hoe zeker is het dat het op tijd en binnen budget wordt opgeleverd? We deinzen ook niet terug voor sommige mogelijkheden om een uitzonderlijk rendement te kunnen halen, maar laten ons daarbij niet te veel meeslepen door de al genoemde labels.’

 

IN HET KORT

Infra debt is op zichzelf al behoorlijk gediversifieerd, dus missen beleggers mogelijk iets als ze niet in deze beleggingscategorie investeren.

Vastgoedbeleggers die historisch gezien alleen maar in aandelen hebben geïnvesteerd, beginnen nu het voordeel van real estate debt in te zien.

Een nuttig kenmerk van infra- en real estate debt is dat veel van de onderliggende kasstromen op de lange termijn van contractuele aard zijn en mogelijk ook gekoppeld aan de inflatie.

Met name infra debt biedt beleggers een uitstekende kans om projecten met een tastbare impact te financieren.

Bij een closed-end fonds moeten beleggers in infra- en real estate debt het accepteren om gedurende een bepaalde periode geen liquiditeit te hebben, wat goed is voor hun rendement.

Charlotte Daelemans
Charlotte Daelemans

Charlotte Daelemans is Managing Director en Senior Sales Specialist Real Assets bij Nuveen. Eerder werkte zij vijf jaar bij AMP Capital en vijf jaar bij Goldman Sachs Asset Management. Zij begon haar carrière bij Bloomberg. Daelemans behaalde haar Master in Finance aan de Katholieke Universiteit Leuven en met een onderscheiding haar Master in Management aan Vlerick Business School.

  

Damien Gardes
Damien Gardes

Damien Gardes begon zijn carrière in 2009 bij de AXA Groep en maakte in 2015 de overstap naar Schroders, waar hij als Co-Head of Debt Investments, Infrastructure, verantwoordelijk is voor de uitvoering van een groot aantal senior en junior debt transacties. Tijdens zijn carrière in de infrastructuursector heeft Gardes diverse rollen vervuld op het gebied van projectfinanciering, overnamefinanciering, M&A en beleggingsadvies.

  

Rupert Gill
Rupert Gill

Rupert Gill is sinds 2024 Head of Portfolio Management van Barings’ European Real Estate Portfolio Debt Group. In die rol is hij verantwoordelijk voor het beheer van het concern, het toezicht op de ontwikkeling van strategieën en de uitvoering van beleggingsoplossingen. Hiervoor fungeerde hij bijna zeven jaar als Head of European Real Estate Debt bij BlackRock.

  

Cyrus Korat
Cyrus Korat

Cyrus Kora heeft meer dan 25 jaar ervaring in vastgoed en debt capital markets en is medeoprichter van DRC Savills Investment Management. Voor de oprichting van DRC was hij Managing Director en bekleedde hij senior managementposities in de Fixed Income Division van Merrill Lynch & Co.

  

Holly Murnieks
Holly Murnieks

Holly Murnieks is Alternative Investment Solutions Strategist bij WTW Investments en is in die rol verantwoordelijk voor het leveren van beleggingsoplossingen in alternatieve asset classes die voldoen aan de behoeften van institutionele klanten. Zij werkte eerder bij J.P. Morgan Corporate Investment Bank en heeft een First Class Honours Degree in Natuurkunde.

  

Florent del Picchia
Florent del Picchia

Florent del Picchia is Head Euro Infrastructure Debt en verantwoordelijk voor het beheer van de European Infrastructure Debt-strategie van Aviva Investors. Eerder was hij werkzaam bij Dexia Crédit Local in Parijs, waar hij de rol van Directeur in het Infrastructuurteam bekleedde. Daarvoor maakte hij deel uit van de Infrastructure and Project Finance adviesteams van Price Waterhouse Coopers in Parijs en Londen.

  

Dan Riches
Dan Riches

Dan Riches is Hoofd Real Estate Finance bij M&G. Hij werkt er als sinds 2010 en is sinds de oprichting betrokken geweest bij de structureringen en marketing van de Real Estate Debt Fund-serie. Hij werkte eerder bij de Europese CMBS-groep van S&P Global en daarvoor bij RBS, waar hij vastgoedfinancieringstransacties in gang zette.

  

Bert Schoen
Bert Schoen

Bert Schoen is Senior Fondsbeheerder Infrastructuurfinanciering voor AXA IM Alts. Hij heeft als infrastructuurfinancier meer dan 27 jaar ervaring in financieringstransacties in West-Europa, Centraal- en Oost-Europa en het Midden-Oosten. Voor hij in 2019 bij AXA IM Alts kwam, was hij adviseur voor duurzame energieprojecten, structureerde hij een management buy-out en investeerde hij voor een operationele asset manager in offshore windprojecten.

  

Bijlagen