Harry Geels: Help, het aantal analisten daalt!
Harry Geels: Help, het aantal analisten daalt!
Door Harry Geels
Het aantal analisten is in de afgelopen tien jaar met 30% gedaald. De actieve beleggingsindustrie staat onder druk van passief beleggen, regulering en AI. Dit heeft negatieve gevolgen voor fundamentele ‘prijsvinding’, die al onder druk staat door andere trends, zoals de toenemende invloed van centrale banken, duurzaam beleggen en industriepolitiek.
Volgens een recent artikel van Bloomberg heeft zich in het afgelopen decennium een grote schoonmaak onder analistenafdelingen van banken voorgedaan. Het aantal beleggingsanalisten is met 30% gedaald en het gemiddelde salaris, met een range van $110.000 tot $170.000, is sinds de kredietcrisis van 2008 zo goed als niet meer gestegen. Feitelijk is dat een koopkrachtdaling, rekening houdend met inflatie. Citi en Deutsche Bank zouden relatief de meeste analisten hebben teruggebracht.
Aanpalend is ook het bedrag dat gespendeerd wordt aan het inkopen van research met 50% gedaald, en wel sinds 2018, toen MifID II werd geïntroduceerd. Vermogens- en fondsbeheerders mogen sindsdien geen gratis research van zakenbanken of brokers meer ontvangen. Ze moeten daarvoor een marktconforme prijs betalen. Een deel van de afgevloeide analisten is iets anders gaan doen, andere zijn actief gebleven, bijvoorbeeld middels een eigen bedrijf.
Figuur 1: ‘Headcount’ analisten bij 15 grootste banken ter wereld
Bron: Bloomberg/Vali Analytics
Dit alles is geen goed nieuws voor fundamentele prijsvinding, die het laatste decennium sowieso al onder druk staat door andere trends.
Er zijn drie factoren te noemen voor de afname van het aantal analisten. De vraag is wat die afname betekent voor de bepaling van prijzen. Efficiënte prijsvorming – als onderdeel van vrije markten – is cruciaal omdat dit zorgt voor de ‘beste’ allocatie van kapitaal in de economie, zoals ook door professor Albert Menkveld wordt betoogd in dit interview.
Drie oorzaken voor het dalende aantal analisten
In het eerdergenoemde Bloomberg-artikel worden drie oorzaken genoemd voor het dalende aantal analisten. De belangrijkste is de opkomst van passief beleggen, waar geen fundamentele analisten meer aan te pas komen omdat een index wordt gevolgd. De rol van regulering is reeds besproken. Er moet betaald worden voor research en omdat dit minder gebeurt, zijn er minder analisten nodig. Een gevolg van de nieuwe wetgeving is ook dat vooral kleinere partijen minder geld hebben om research te kopen. Grotere beheerders zijn hier in het voordeel.
Dan is er nog de invloed van AI, wat aanvankelijk vooral automatisering betekende maar tegenwoordig ook denkkracht oplevert. Hierdoor wordt menselijk nadenken minder noodzakelijk. Er wordt in de financiële industrie momenteel gediscussieerd of dit een goede ontwikkeling is. Laten we computers volledig beleggingsbeslissingen nemen? Zo ver is het nog niet, want uiteindelijk worden de modellen nog altijd door mensen gebouwd en gemonitord. Maar het is wel een ontwikkeling die we met argusogen moeten volgen.
Versterkende inefficiëntiefactoren
Er vindt momenteel ook een debat plaats of minder analisten nu leidt tot minder efficiënte prijsvorming. Voorstanders van passief beleggen, regulering en automatisering/AI zullen waarschijnlijk zeggen dat de marktefficiëntie er niet negatief door wordt beïnvloed. Mijn stelling is echter dat de ‘wisdom of the crowd’ – als belangrijke drijfveer achter prijsvinding – minder krachtig wordt. Hoe minder mensen nadenken over wat financiële instrumenten waard zijn en hoe ze het beste verhandeld kunnen worden, hoe slechter dat is voor efficiënte prijsvorming.
De zaak wordt nog complexer doordat er nog andere, voor de prijsvorming negatieve trends bestaan. Zo hebben centrale banken in hun monetaire beleid andere motivaties om bepaalde beleggingen te kopen of te verkopen, zoals bijvoorbeeld het sturen van de rente. Zij kijken niet naar de waarde van een financieel instrument. Daarnaast kan ook duurzaam beleggen verstorend werken. Grofweg: vermeend duurzame aandelen stijgen, terwijl ‘sin stocks’ dalen in waarde. Tot slot werkt ook de overheid verstorend, bijvoorbeeld met subsidies.
Twee afsluitende opmerkingen
Het vraagstuk over marktefficiëntie is, zoals gezegd, belangrijk voor de ‘juiste’ allocatie van vermogen over de verschillende bedrijven en sectoren in de economie. Zoals Menkveld ook in eerdergenoemd interview stelt: ‘Als we het vrije marktmechanisme niet meer hebben, missen we de ‘wisdom of the crowd’, of lopen we de kans dat bureaucraten de kapitaalallocatie gaan doen. Het marktmechanisme werkt weliswaar niet altijd perfect, maar de geschiedenis heeft geleerd dat het beter is dan centrale kapitaalallocatie.’
Het is daarom zorgelijk dat het aantal analisten afneemt. Het heeft waarschijnlijk niet direct gevolgen voor de efficiënte prijsvorming van grotere aandelen. Daarvoor bestaat nog altijd wel een redelijk tot goede ‘analistendekking’. Voor kleinere aandelen zien we echter wel degelijk problemen ontstaan, met als gevolg dat deze steeds meer privaat worden verhandeld (en het aantal beursnoteringen daalt). Ze worden steeds lager (goedkoper) gewaardeerd, totdat ze door private equity van de beurs worden gehaald.
Terzijde, er ontstaan ook weer kansen voor beleggers die nog wél de moeite doen kleinere aandelen te analyseren, zolang ze er nog zijn natuurlijk.
Dit artikel bevat een persoonlijke opinie van Harry Geels