San Lie: Lichtpuntjes na het warmste jaar ooit gemeten
San Lie: Lichtpuntjes na het warmste jaar ooit gemeten
This column was originally written in Dutch. This is an English translation.
Door San Lie, Directeur van ASN Impact Investors
Een ding is zeker: 2025 wordt een jaar vol verandering. Over de hele linie ziet dat er niet fraai uit. Maar we mogen onze hoofden niet te veel laten hangen. We moeten blijven zoeken naar lichtpuntjes. En die zijn er.
Ik probeer vooral te kijken naar positieve veranderingen, want die zijn er ook. Vanuit bedrijven, vanuit investeerders en vanuit consumenten, want zij – en wij allemaal – geven de doorslag als we moeten breken met negatieve trends.
Wat dat laatste betreft was de balans over 2024 treurig. Gemiddeld lag de temperatuur wereldwijd voor het eerst meer dan 1,5 graad hoger dan in het pre-industriële tijdperk. Dat is precies de temperatuurstijging uit het Klimaatakkoord van Parijs, de grens die we hebben gesteld om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden. Voor de goede orde: de 1,6 graad die het afgelopen jaar werd geregistreerd, is pas ‘definitief’ als hij over een reeks van jaren wordt gemeten. Er is dus nog steeds tijd voor verandering.
Meer hernieuwbare energie dan fossiel
Positieve verandering dus liefst, en er zijn gelukkig lichtpuntjes. 2024 was namelijk ook het jaar waarin voor het eerst meer dan de helft van alle stroom die in Nederland werd opgewekt, afkomstig was uit hernieuwbare bronnen. Was de verhouding in 2023 nog net fifty-fifty, vorig jaar was gemiddeld 54% van de stroom groen, met een piek van 68% in de maand april. Een veelbetekenend kantelpunt.
Veel belangrijker is dat het ook een signaal is dat we dit jaar serieus moeten gaan investeren in de manier waarop we al die hernieuwbare energie distribueren en benutten. Daar heb ik het in een eerdere column al over gehad, de zogenaamde tweede fase van de energietransitie.
Infrastructuur moet op de schop
Als Nederland meer had geïnvesteerd in opties om energie op te slaan, bijvoorbeeld in batterijen of waterstof, had het aandeel groene stroom in de energiemix nog 2,5% hoger kunnen zijn, aldus het Nationaal Klimaatplatform.
Het variabele karakter van groene stroom en het volledig benutten van het aanbod vraagt om een drastische herinrichting van onze infrastructuur, met flexibelere, slimmere stroomnetten, meer lokale opslagmogelijkheden en de inzet van (groene) waterstof als energiedrager. In 2024 is in totaal ruim 3 terawattuur aan elektriciteit verloren gegaan doordat installaties werden uitgezet, driemaal zoveel als in 2023.
Opdracht voor investeerders
Dat houdt allemaal een urgente opdracht in voor de maatschappij, met goede kansen voor investeerders. Als zij de beste proposities selecteren, afgestemd op lokale behoeften, steken zij geld in toekomstvaste projecten met voorspelbare, langjarige returns.
Aantrekkelijke investeringen in de tweede fase van de energietransitie zullen ze niet alleen vinden in het aanbod of de distributie van hernieuwbare energie, maar ook rond de vraag ernaar. Dat gaat onder meer over industriële bedrijven die hun processen elektrificeren om te zorgen dat ze succesvol blijven in een duurzame toekomst.
De vraagkant van de energietransitie
Terwijl Den Haag onderhandelt over steun aan de allergrootste CO2-uitstoters van het Nederlandse bedrijfsleven, werkt het gros aan hun eigen transitieplannen. De businesscase daaronder vergt vaak forse investeringen, waarvoor bedrijven ongetwijfeld een beroep zullen doen op de markt. Inderdaad, dezelfde investeerders die ook aan de vraagkant de motor van de energietransitie kunnen aanjagen.
Laten we hopen dat we in 2025 op toeren komen in de tweede transitiefase. Want, dat heeft 2024 ook geleerd, alleen als we voor voldoende, schone, betaalbare en betrouwbare energie zorgen, kunnen we de sluipende de-industrialisatie stoppen die al een tijd aan de gang is. Dan behouden we de bedrijven met toekomst, die bijdragen aan welvaart en innovatie in een onafhankelijk en duurzaam Europa.
Dat lijkt me een positieve verandering.