Aon: Sterk begin van 2025 voor pensioenfondsen

Aon: Sterk begin van 2025 voor pensioenfondsen

Pensioenfondsen
Pensioen sparen (pixabay - izhar-ahamed).jpg

De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in januari gestegen naar 119%. De aandelenrendementen in combinatie met een rentestijging, zorgden voor een boost van de dekkingsgraad. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in januari naar 118%.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

Goede rendementen op aandelen, maar inflatie loopt op

Januari stond volledig in het teken van de start van het presidentschap van Trump. Voorafgaand aan de beëdiging waren de markten afwachtend of hij alle voornemens ten aanzien handelstarieven gelijk zou doorvoeren. Maar kort na zijn aantreden ondertekende hij executive orders om de VS terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs. Op de laatste werkdag van januari stelde hij handelstarieven voor Canada, China en Mexico in.

Deze landen zullen met tegenmaatregelen komen voor het importeren van Amerikaanse producten. Hoewel het Amerikaanse inflatierapport voor december nog zorgde voor een positieve verrassing op de markten, is de verwachting dat de tariefmaatregelen van Trump leiden tot hogere inflatie. De totale inflatie in de eurozone was in december iets opgelopen tot 2,4%, toch kwam de ECB met een verlaging van de beleidsrente met 0,25% tot 2,75%.

Wereldwijd gingen de aandelen van ontwikkelde markten met 3,2% omhoog. Dit kwam voornamelijk door de goede resultaten van Europese aandelen. Europese aandelen stegen met ruim 6%, terwijl Amerikaanse aandelen niet verder kwamen dan ongeveer 2,5%. Emerging markets stegen in januari 1,4%. Hoge inflatieverwachtingen leidden naar hogere kapitaalmarktrente, niet alleen in Amerika. Toch behaalden high yield en emerging market debt respectievelijk 1,2% en 1,3% rendement. In de eurozone steeg de swaprente licht, maar dat was voldoende om de vastrentende portefeuille te laten zakken met 0,7%. Het totaalrendement van de portefeuille bedroeg 1,5%.

Rente gestegen, verplichtingen gedaald en vermogen gestegen in januari

De rente steeg behoorlijk in januari. Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld 7 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 1,1%. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 1,5%. Door de stijging van het vermogen in januari met circa 1,5%, was er per saldo sprake van een stijging van de dekkingsgraad van ruim 3%.

Wetgeving

Nu de eerste fondsen al zijn ingevaren, stond er in januari een debat over de pensioenwet gepland. NSC heeft daar een voorstel ingebracht om alle deelnemers aan een pensioenfonds zich te laten uitspreken of ze wel of niet willen invaren via een referendum. Per pensioenfonds moet zo’n referendum worden georganiseerd: minstens 30% van de deelnemers moet zich uitspreken en van hen moet dan weer tenminste 50% voor invaren stemmen, anders kan het fonds niet over naar het nieuwe stelsel.

Dit heeft veel commotie binnen de sector veroorzaakt. Het merendeel van de pensioenfondsen is volop bezig de overgang naar het nieuwe stelsel te maken en heeft daar ook al veel tijd en energie aan gespendeerd. Wanneer je na zo een langdurig proces, denkt bijna klaar te zijn en dan op het laatste moment nog een referendum moet organiseren, met het risico op veel hogere kosten doordat in feite een dubbele administratie moet worden gevoerd, voelt dat niet goed voor de besturen. Omdat het zo’n verstrekkend voorstel is van NSC moet de Raad van State zich hierover uitspreken.

‘Waar wij moeite mee hebben’, zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland, ‘is de timing en waarover dan een keuze wordt voorgelegd. Het nu nog inbouwen van een referendum gaat tot verdere vertraging en onzekerheid leiden. De keuze tussen wel of niet overgaan naar het nieuwe stelsel is eigenlijk niet de echte keuze. Nieuwe opbouw moet namelijk in het nieuwe stelsel plaatsvinden en dat betekent dat voortzetten van het oude stelsel gevolgen heeft voor de kosten. Vanwege steeds oudere deelnemers zal dit ook impact hebben op bijvoorbeeld het beleggingsbeleid. Deelnemers zullen zich dus goed moeten realiseren wat het continueren van het oude stelsel betekent als ze deze keuze maken. Het was beter geweest als er twee jaar geleden tijdens de Wtp-wetsbehandeling over het inzetten van een referendum was gesproken.’ 

Overstap naar het nieuwe stelsel wordt vooruitgeschoven

DNB heeft naar aanleiding van een uitvraag aan alle fondsen haar sectorbeelden gepubliceerd. Opvallend daarin is dat de voorziene piek voor overgang naar het nieuwe stelsel per 1 januari 2026 naar achteren verschuift. Er komt ontzettend veel kijken bij de voorbereiding naar het nieuwe stelsel: naast het complete invaardossier voor DNB moet ook de pensioenuitvoerder op tijd gereed zijn. Dit zijn belangrijke redenen voor fondsen om later in de tijd over te gaan. Qua indiening van het invaardossier richt de meerderheid zich echter nog steeds op 1 juli 2025. Met name de evenwichtigheidsweging is een onderwerp dat veel tijd en aandacht vraagt.

‘Wij sluiten niet uit dat er uiteindelijk nog verder doorgeschoven wordt’, zegt Driessen. ‘Maar het doorschuiven is niet zonder risico’s’, voegt Driessen toe. ‘Zo moet een risicopreferentieonderzoek iedere vijf jaar worden uitgevoerd en de transitiedatum verder in de toekomst leggen kan betekenen dat dat weer opnieuw moet, dus vooruitschuiven kan extra werk betekenen.’