Actieve of passieve duurzame ETF’s? (Ronde Tafel Sustainable ETFs – deel 2)
Actieve of passieve duurzame ETF’s? (Ronde Tafel Sustainable ETFs – deel 2)

Actieve duurzame ETFs bieden flexibiliteit en impact, terwijl passieve opties kosten en eenvoud benadrukken. Welke strategie is het beste? Die vraag komt aan bod in deel 2 van deze Ronde Tafel.
Door Hans Amesz
Dit is deel 2 van het verslag. Deel 1 lees je hier, deel 3 lees je hier.
VOORZITTER: Simon Wiersma, ING Investment Office
DEELNEMERS: Effi Bialkowski, Van Lanschot Kempen Guido Hout, Index People Stefan Kuhn, Fidelity International Camiel van Roosmalen, OHV Vermogensbeheer Jill Rootsaert, JP Morgan Asset Management Joep Spoor, BNP Paribas Asset Management Matthew Tagliani, Invesco |
Nog niet zo lang geleden heeft MSCI de samenstelling van haar duurzame index veranderd. Hoe ga je daar als provider van passieve ETFs mee om?
Kuhn: ‘We hebben geen passieve ETFs die standaardindices van derden volgen. We zijn niet afhankelijk van een indexaanbieder die zijn duurzaamheidsmethodologie verandert. We beginnen met een niet-ESG-benchmark en leggen er dan ons eigen duurzaamheidskader overheen.’
Hout: ‘We zien dat fondsaanbieders hun eigen duurzaamheidsraamwerken bouwen. Dat maakt het vrij moeilijk om de verschillende passieve fondsen goed met elkaar te vergelijken. Daarom moedigen wij beleggers aan om te kijken naar breed geaccepteerde metrics. Het zou beter zijn als de overheid of de Europese Unie daar richtlijnen voor had gemaakt, maar de regelgeving blijft achter. Daarom zijn we onvermijdelijk afhankelijk van grote dataleveranciers zoals MSCI.’
Bialkowski: ‘Hoewel we veel gebruikmaken van MSCI-benchmarks, is ons eigen duurzaamheidsframework leidend voor ons. Wanneer MSCI de benchmarks van de ETFs die wij gebruiken, aanpast, is het essentieel dat de aangepaste benchmark nog steeds voldoet aan onze duurzaamheidsvoorkeuren. Indien dit niet het geval is, hebben we ook de mogelijkheid om samen met een fondsaanbieder en een indexprovider een nieuwe benchmark voor een nieuw fonds te creëren.’
De manier waarop ESG is geïmplementeerd in passieve fondsen is fundamenteel anders dan in actieve. Zijn er aspecten van hoe ESG-beleggen in een passieve context werkt die volgens jullie niet goed worden begrepen door beleggers?
Tagliani: ‘Beleggers gaan er vaak vanuit dat aanbieders van passieve producten een mate van flexibiliteit hebben die er gewoon niet is. Ze worden namelijk beperkt door de fondsdocumentatie. Als je een van de grote indexaanbieders goedkeurt en je op je gemak voelt bij de gegevens die ze gebruiken, dan kun je diezelfde gegevens toepassen op meerdere producten van meerdere aanbieders. De manier waarop indexaanbieders hun diensten hebben ontwikkeld, is dat het aanvankelijk alleen maar ging om de vraag of we ESG überhaupt kunnen opnemen. Aanbieders van indices beginnen in toenemende mate snelle exitregels en frequentere gegevensupdates in hun methodologieën op te nemen. Zo krijg je een reactietijd die aantrekkelijker is voor beleggers. Er is sprake van een geleidelijke evolutie. Je kunt dingen doen op het gebied van omzetbeheer, het beheren van de grootte van de posities ten opzichte van de benchmarks: overen onderwegingen toepassen. Daar kun je intelligent mee omgaan. We merken dat de grootste verrassingen over het algemeen komen van indices die niet zo goed ontworpen zijn. Een intelligente indexconstructie kan betrouwbaardere resultaten opleveren die consistenter zijn met de verwachtingen van de gemiddelde belegger. Het is een continu proces om de indices die we hebben te evalueren, hun geschiktheid te beoordelen en te bekijken of ze nog steeds resultaten opleveren die beleggers volgens ons verwachten. We hebben een product dat probeert de brede Europese staatsobligatiemarkt te repliceren en ESG zoveel mogelijk tracht te integreren door het gebruik van groene obligaties. Dat is moeilijk om mee te nemen in een indexmethodologie omdat de groene obligatiemarkten ingewikkeld zijn. De toepassing van ESG in het fonds is actief omdat er subjectieve beslissingen worden genomen. Maar het is niet actief vanuit het perspectief van het zoeken naar alpha, het is actief vanuit het perspectief van de integratie van ESG.’
Rootsaert: ‘Communicatie is alles. Ik denk dat wij allemaal wel een situatie hebben meegemaakt waarin actief passief raakte en omgekeerd. Zo zul je actieve ETFs kunnen vinden binnen Europa die actief zijn vanuit ESG of actief vanuit alpha-potentieel of allebei. Dat zal van huis tot huis verschillen. Als marktleider zien wij het meeste succes in onze research enhanced index ETFs en daar blijkt de actieve ESG-overlay net zo belangrijk te zijn als de alphadoelstelling. Het is een en/of verhaal, afhankelijk van de investeerder.’
Hoe worden stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en engagement behandeld binnen een ETF? Is dit groepsbeleid of specifiek voor de ETF?
Spoor: ‘Als wij een request for proposal, een RFP, ontvangen voor een actieve fondsstrategie, zijn er veel vragen over voting en engagement, maar als we een RFP ontvangen voor een passief mandaat of een passieve ETF zijn daarover aanzienlijk minder vragen. Ons sustainability center zorgt voor engagement en stemt op aandeelhoudersvergaderingen. Het komt regelmatig voor dat op aandeelhoudersvergaderingen voorstellen door het ondernemingsbestuur worden gedaan waar wij het niet mee eens zijn, bijvoorbeeld over beloningen of de omgang met duurzaamheid en energietransitie. Voting en engagement zijn echt een manier om vooruit te kijken en bedrijven iets te laten doen in de toekomst. Als je een bepaalde indexmanager moet selecteren, moet je er natuurlijk rekening mee houden hoe zo’n manager engagement en stemgedrag invult. Er wordt elk jaar een verslag gemaakt van hoe stemmingen zijn verlopen en hoe onze betrokkenheid is geweest. Dat is echt transparant en deze rapportage kunnen we met onze klanten delen. De nodige informatie is er en wordt elk jaar beter.’
Hout: ‘Stemmen en engagement zijn voor ons van essentieel belang. Binnen passieve mandaten zijn stemmen en engagement geëigend om impact te maken. Iets waar we soms van schrikken, is dat duurzame fondsen gebruikmaken van securities lending en daardoor niet in het bezit zijn van een betreffend aandeel om het te gebruiken om ‘groen’ te stemmen. Voor onze duurzame indexbeleggers gebruiken we dus vooral geen fondsen die doen aan securities lending, tenzij standaardbeleid van de aanbieder voorschrijft dat aandelen worden ‘gerecalled’ om wel te kunnen stemmen. En binnen die context zien we een groot verschil tussen de verschillende ETF-aanbieders: Europese aanbieders stemmen over het algemeen groener dan Amerikaanse. Dat komt doordat in de Verenigde Staten de focus veel minder op ESG is gericht dan in Europa, waar juist sprake is van een trend naar meer ESG. Daar moet rekening mee worden gehouden.’
Kuhn: ‘Wij maken geen onderscheid of we een bedrijf in een ETF of in een actief beleggingsfonds hebben. Dat geldt zowel voor engagement en stemmen als voor het verzamelen van informatie. We beschikken over een wereldwijd team van ongeveer vierhonderd beleggingsprofessionals die vorig jaar circa twintigduizend meetings hadden met bedrijven waarin we beleggen. Al die informatie gebruiken we om onze fundamentele en duurzame ratings te creëren en om te beslissen hoe we moeten stemmen. Communicatie en voorlichting zijn belangrijk om de belegger te laten begrijpen wat hij wil: puur de index of meer mogelijkheden om zaken rond de index te implementeren. In het laatste geval is een actieve ETF de betere oplossing.’
Rootsaert: ‘Bij stemmen en engagement zijn analisten cruciaal. Zij zijn degenen die, meestal gedurende een langere tijd, hebben gesproken of nog spreken met de verschillende bestuursleden: CIO’s, CFO’s, hoofden van duurzaamheidsbeleid. Analisten in Azië, de Verenigde Staten, China, Europa moeten allemaal dezelfde gemeenschappelijke taal gebruiken als het gaat om ESG en zich engageren. De aanwezigheid in dergelijke meetings van sustainable investment stewards en continue terugkoppeling tussen portfoliobeheerders, analisten en stewards is cruciaal voor impact. Het is natuurlijk aan de beleggers om te bepalen of ze de voorkeur geven aan het duurzame beleggingsvehikel of aan het niet-duurzame en de variaties daarop. ESG is, denk ik, het enige gebied waarin iedereen gelijk heeft en iedereen ongelijk. We hebben klanten die bijvoorbeeld van passief duurzaam beleggen zijn overgestapt naar actief duurzaam beleggen, maar we hebben ook nog steeds klanten die passief niet-duurzaam beleggen en die willen overstappen naar ons actieve duurzame beleggingsbeleid, maar dan meer vanuit alphapotentieel dan vanuit duurzaamheid. Alle kennis die analisten hebben verzameld, wordt gedeeld met de investeerder en juist die communicatie is heel belangrijk om inzicht te verschaffen in ons stemgedrag en engagement.’
Waarom zijn duurzame ETFs duurder dan niet duurzame?
Bialkowski: ‘Vaak zijn duurzamere ETFs iets duurder omdat er meer onderzoek, rapportage en communicatie nodig is, wat leidt tot een extra kostenlaag. Als we meer willen investeren in duurzame ETFs, moeten deze kosten worden aangepakt. Dit zou mogelijk moeten zijn, bijvoorbeeld door schaalvergroting.’
Van Roosmalen: ‘Als beleggers kiezen voor een duurzamere ETF, zijn ze over het algemeen wel bereid om daar iets meer voor te betalen. Naarmate ESG-gegevens gestandaardiseerd en toegankelijker worden, kunnen de kosten dalen. Nu moeten er vaak nog een eigen kader of eigen keuzes gemaakt worden. Als er duidelijkheid heerst, kunnen de kosten omlaag. Na verloop van tijd zouden technologische vooruitgang, grotere concurrentie, de groeiende schaal van ESG-investeringen en duidelijkere regelgeving eveneens kunnen bijdragen aan lagere kosten.’
Kuhn: ‘Wij geloven dat onze klanten bereid zijn om ongeveer 15 tot misschien 20 basispunten bovenop de prijs voor pure beta – die de afgelopen jaren is gedaald – te betalen om toegang te krijgen tot onze duurzame actieve expertise. De meeste klanten kijken naar de output, naar wat ze uit het fonds willen halen. Dat heeft in zoverre met duurzaamheid te maken, dat die zo’n vijf jaar geleden alom werd gezien als een generator van alpha: duurzame bedrijven zullen op de lange termijn beter presteren dan nietduurzame. De prijsdruk op de pure passieve duurzame invalshoek is hoger dan op de combinatie van actief en duurzaam.’
Hout: ‘Ik weet niet of meer concurrentie de kosten omlaag zal brengen. In de duurzame wereldindexfondsen die we gebruiken, zijn de kosten relatief laag, natuurlijk ook vanwege de omvang. In Nederland kunnen we voor onze beleggers tevens de FGR-fondsstructuur gebruiken, de structuur van een Fonds voor Gemene Rekening, wat betekent dat we geoptimaliseerd zijn voor dividendbelastinglekkage. Als we de tientallen basispunten die we winnen met de optimalisatie voor dividendbelasting in evenwicht brengen, zijn licht hogere kosten van een FGR geen probleem.’
Hoe gebruiken beleggers duurzame ETFs in hun portefeuilles?
Bialkowski: ‘In onze vermogensbeheerportefeuilles gebruiken we ETFs met verschillende niveaus van duurzaamheid. In onze meest duurzame vermogensbeheerportefeuille vind je uiteraard ook de meest duurzame ETFs. Die zijn door de toegepaste uitsluitingen geconcentreerder dan de minder duurzame ETFs. Daarnaast beleggen we in de meest duurzame portefeuille niet in alle vermogenscategorieën: goud is hier een voorbeeld van.’
Van Roosmalen: ‘Wij kijken naar wat klanten willen en leveren maatoplossingen. Als ze donkergroen willen, krijgen ze dat. Andere opties zijn ook mogelijk. We gaan geen donkergroen opdringen aan een lichtgroene klant of andersom. In het algemeen denk ik dat je als vermogensbeheerder naar de klant moet luisteren, of het nu gaat om duurzaamheid, om kosten, of om andere zaken. Hopelijk is alles op den duur duurzaam.’
Kuhn: ‘Ik denk dat je meer fijnmazige portefeuilles kunt opbouwen als je duurzame en niet-duurzame ETFs combineert. Dus ik zou zeggen dat de niet-duurzame oplossingen van onze klanten duurzame ETFs bevatten als ze passen bij de asset allocatie. Maar er is een groter deel niet-duurzame ETFs, gewoon omdat die meer keuze bieden om je portefeuille samen te stellen.’
Spoor: ‘Wij bieden vooral duurzame ETFs aan, dus zien we geen stromen van niet-duurzame ETFs. We bieden ESG ETFs aan met een lage tracking error en Paris-Aligned Benchmarks ETFs, het is puur wat de klant wil. Als die een donkergroene beleggingsfilosofie heeft, zal hij vaak onze Paris-Aligned Benchmarks ETFs kiezen. Indien ze op zoek zijn naar een ESG ETF met een lage tracking error, zullen ze kiezen voor onze ESG Filtered Min Tracking Error ETFs. Zijn ze op zoek naar een ESG-aanpak met hoge duurzaamheidsinvesteringen en ambitieuze decarbonisatiedoelstellingen, dan komen ze uit bij onze duurzame actieve ETFs. In Nederland hebben zo’n beetje alle asset owners een ESG-invalshoek en zullen daarom beleggen in een ESG ETF.’
Effi Bialkowski Effi Bialkowski is Vermogensbeheerder en Beleggingsfondsenspecialist bij Van Lanschot Kempen. Zij verhuisde op 25-jarige leeftijd van Duitsland naar Nederland en begon als trainee bij ABN AMRO. In 2000 is ze als Private Banker en later als Vermogensbeheerder voor Staalbankiers gaan werken. Sinds eind december 2016 werkt Bialkowski bij Van Lanschot Kempen. |
Guido Hout Guido Hout is Institutioneel Vermogensbeheerder bij Index People Vermogensbeheer. In deze functie houdt hij zich bezig met het optimaliseren van portefeuilles voor zowel zakelijke als particuliere klanten van Index People. Hout is afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in de richting Finance & Investments en is momenteel CFA-kandidaat. |
Stefan Kuhn Stefan Kuhn is Head of ETF Distribution, Europe bij Fidelity International. Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring in de financiële dienstverlening en heeft functies bekleed bij State Street Global Advisors, Société Générale’s Lyxor ETF divisie, BNP Paribas en Morgan Stanley. Kuhn begon zijn carrière in het fixed income strategieteam van JP Morgan in Londen. |
Camiel van Roosmalen Camiel van Roosmalen is sinds begin 2015 Manager Institutioneel Vermogensbeheer bij OHV Vermogensbeheer. Hij richt zich op het ontwikkelen van institutionele oplossingen, het adviseren van beleggingscommissies, portefeuilleconstructie en het beheren van relaties met een verscheidenheid aan institutionele cliënten. In 2011 begon hij zijn carrière als consultant bij EY, gespecialiseerd in de financiële sector. Hij is opgenomen in het DSI-register en is een Register Beleggingsanalist. |
Jill Rootsaert Jill Rootsaert is Head of ETF Distribution Benelux bij J.P. Morgan Asset Management. Sinds haar aantreden in 2019 is ze samen met het Benelux-team verantwoordelijk voor het uitbouwen van institutionele en wholesale ETF-relaties. Daarvoor werkte ze bij BlackRock met iShares EMEA ETFs aan indexbeleggingsoplossingen voor klanten. Ze begon haar carrière als Valutahandelaar bij Fortis Bank en heeft ervaring als portefeuillemanager en fondsselector. |
Joep Spoor Joep Spoor begon zijn carrière bij ABN AMRO, waar hij diverse functies vervulde. In 2005 maakte hij na een periode bij Private Banking de overstap naar ABN AMRO Asset Management. In 2006 zette Spoor zijn carrière voort bij J.P. Morgan Asset Management en sinds 2009 is hij werkzaam bij BNP Paribas Asset Management. Per 1 november is Spoor gestart als Sales-ETF & Index Solutionsspecialist. |
Matthew Tagliani Matthew Tagliani is Head of Product and Sales Strategy voor de EMEA ETF business bij Invesco. Daarvoor werkte hij als Handels- en Productspecialist bij Morgan Stanley, Goldman Sachs en Credit Suisse in New York en Londen. Tagliani heeft een BSc en MSc in Toegepaste Wiskunde van de Universiteit van Massachusetts in Amherst en is auteur van The Practical Guide to Wall Street: Equities and Derivatives. |