Governance, samenwerking en nieuwe spelers (Ronde Tafel Fiduciair Management & de Wtp – deel 3)

Wat verandert er in de governance van het vermogensbeheer? En zien we na invoering van de Wtp nieuwe partijen ontstaan? Daarover ging het in deel 3 van de Ronde Tafel 'Fiduciair Management en de Wtp'.
Door Hans Amesz
Dit is deel 3 van het verslag. Deel 1 lees je hier, deel 2 lees je hier.
VOORZITTER: Martijn Euverman, Sprenkels
DEELNEMERS: Rik Albrecht, Professioneel Pensioenfondsbestuurder Vermogensbeheer Tim Barlage, KPMG Peter Dom, AF Advisors Annemijn Fokkelman, APG Asset Management Hans Fortuyn, Columbia Threadneedle Investments Lodewijk van Pol, Van Pol Fiduciair Bestuur en Advies Karin Roeloffs, Aegon Asset Management Jeroen Roskam, Achmea Investment Management |
Wat verandert er in de governance van het vermogensbeheer onder de Wtp?
Roskam: ‘De samenwerking tussen pensioenfonds en fiduciair wordt nauwer, de keten wordt korter. Er is, als eerder gezegd, geen ruimte meer voor fouten. Er zal ook een frequentere uitwisseling plaats gaan vinden.’
Dom: ‘Daar ben ik het mee eens. De samenwerking wordt inderdaad veel hechter. Men vindt elkaar in de operationele uitvoering. Het gaat ook effect hebben op aansprakelijkheden. De vraag is wie de rol van regisseur gaat vervullen: de fiduciair of het bestuursbureau, als een pensioen dat heeft. Daar moet je van tevoren goed over nadenken, het bespreken met de stakeholders en het vastleggen in een operating model.’
Fokkelman: ‘Wij hebben een module die is opgebouwd binnen de fiduciair en het fondsbedrijf. Dat is eigenlijk een cross-functional team, die in het fondsbedrijf hangt. We zijn nu net een paar weken ‘live’. Ik kan daar nog niet zoveel over zeggen, behalve dat de transitie soepel is verlopen.’
Fortuyn: ‘Het is natuurlijk van wezenlijk belang dat het pensioenfonds de regie houdt, want daar ligt uiteindelijk de verantwoordelijkheid. Er moet een target operating model komen en dat vertaalt zich terug in de SLA’s, de service level agreements, die de fiduciairs, de pensioenuitvoeringsorganisatie, de PUO’s, en de custodian met het pensioenfonds hebben. Ook verwachten wij dat de interactie tussen de ALM-consultant en de fiduciair manager intensiveert. De ontwikkeling van het beleggingsbeleid is een iteratief proces, waarbij de top-down ALM-keuzes wat betreft beschermingsrendement en allocatie naar het overrendement van invloed zijn op de inrichting van de beleggingsportefeuille, en bottom-up keuzes wat betreft de inrichting van de returnportefeuille tegelijkertijd invloed hebben op de ALM-uitkomsten.’
Van Pol: ‘Er is een soort operationele afspraak over governance gemaakt. Er is a) een systeem gebouwd, een mid office noem ik het maar, en b) je hebt belegd bij de fondsuitvoerder. Daar zijn keuzes in te maken. Ik ben geïnteresseerd in welke oplossingen daarvoor in de markt zijn gekomen. Ook is het interessant om te zien wat de impact van de governance op het fonds zelf is. Moet je een bestuursbureau gaan inschakelen, of moet je overgaan naar een omgekeerd gemengd model? De trend van het pensioenfonds als ondernemer in plaats van als sociaal fonds wordt verder doorgezet.’
Barlage: ‘Voor het pensioenfonds is het ook goed om na te denken over wat zijn hoofdtaak is. Daar begint de keten begint immers. Is de hoofdtaak communicatie, vermogensbeheer, regievoering/grip over de gehele keten, of een combinatie van deze? Verder zal het pensioenfonds ook moeten gaan nadenken of een samenwerking met andere pensioenfondsen mogelijk is. Of moeten we wellicht fuseren? We zijn nu met zijn allen druk met de Wtp. Dat is al een megaklus. Maar de next wave gaat komen: de ontwikkeling van nieuwe toekomstige organisaties.’
Dom: ‘Ik weet nog niet welke kant het opgaat. Alles is nog in beweging met betrekking tot de verschillende rollen die moeten worden gepakt. Er zijn veel verschillende mogelijkheden en het is zaak om dat snel en concreet met alle stakeholders te gaan bespreken. Dat moet operationeel gezien crystal clear zijn.’
Roeloffs: ‘We zitten nu in een interessante tijd. Er is een aantal koplopers, er zijn allerlei afspraken gemaakt tussen de pensioenadministratie en de fiduciair, en het fonds heeft daar natuurlijk een visie op. Maar op een gegeven moment gaan we dat met verschillende combinaties allemaal uitvoeren. Hoe hou je dat beheersbaar?’
Van Pol: ‘Het moet scalable zijn, niet dat iedereen met zijn eigen model komt.’
Zouden de fiduciairs dan flexibel zijn in die governance? Of mag een fiduciair juist zeggen: ik geloof in deze rol en die pak ik, en andere dingen doe ik niet?
Fortuyn: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat er duidelijkheid is. Dat iedereen weet wie wat moet doen. Dat zal per fonds verschillen, want elk fonds is anders. Een fiduciair zal daar, denk ik, flexibel op inspelen. Maar het is vooral belangrijk dat de regie bij het fonds ligt en de afspraken duidelijk zijn.’
Dom: ‘Je zou eigenlijk moeten willen dat je als fiduciair zegt wat het beste is, ook om efficiëntie en marktstandaard te creëren. Ik weet dat veel pensioenfondsen groot en eigenwijs zijn en een sterke stem hebben. Maar ik zou als uitgangspunt wel een eerlijke discussie willen hebben.’
Roskam: ‘Ik denk dat je nu meer dan in het verleden duidelijke keuzes moet maken. We hebben het eerder over operational excellence gehad, maar dat is niet haalbaar als aan elke wens tegemoet moet worden gekomen. Elk pensioenfonds heeft een eigen beleid en een eigen identiteit. We moeten onderkennen dat dit ook een hoop complexiteit met zich meebrengt. We moeten de Wtp aangrijpen om daar een eerlijk gesprek met elkaar over aan te gaan.’
Barlage: ‘Dat is waar. Ik vind wel dat die discussie soms onvoldoende wordt gevoerd. Fiduciair managers dienen meer kleur te bekennen om echt aan te geven wat ze wel goed kunnen doen en vooral ook wat niet. In het verleden is maar wat vaak aangegeven dat de fiduciair manager alles goed kan, maar de ervaring leert dat dit soms tegenvalt.’
Van Pol: ‘We zitten nu in de tsunami van de Wtp. Als we straks overgaan, gaan fondsen nog meer en beter nadenken over strategische doelstellingen. Ze zijn van sociale tot financiële instituten geworden, deelnemers worden klanten. Er vindt een verdere schaalvergroting en professionalisering plaats. Daar ben ik van overtuigd.’
Barlage: ‘De fiduciair moet gaan nadenken over hoe hij straks op de beste manier voor zijn klanten kan werken. Iedereen moet zich opnieuw uitvinden. Natuurlijk is er de afgelopen jaren veel gebeurd, maar het is ook een mooie kans om een goede reset voor elke partij in de keten te bewerkstelligen en daar met elkaar goede afspraken over te maken.’
Albrecht: ‘Wat betreft de afspraken in de keten zou ik willen voorstellen dat vanuit de pensioenadministratie wordt berekend hoe het geld verdeeld moet worden over de beleggingsmodules van de FPR. Daar komt dan een bestand uit met informatie en dat moet vertaald worden naar daadwerkelijke transacties. Wie gaat dat doen? Ik denk dat dat moet worden gedaan door een fabrieksachtige organisatie. Alles moet heel strak bureaucratisch worden uitgevoerd. Daar zijn een bestuursbureau of een consultant niet geschikt voor.’
Fokkelman: ‘Dat is precies wat onze Asset Allocation en Overlay-afdeling heeft gedaan. Die krijgt dat bestand voor het einde van de maand om ex ante een inschatting te kunnen maken. Het gaat om een strak geoliede machine met checks en balances, een technische afdeling die haar bevindingen doorvertaalt naar de verschillende beleggingscategorieën.’
Moeten er nog bepaalde zaken aan de orde komen?
Roeloffs: ‘Omdat communicatie zo belangrijk wordt, pleit ik ervoor dat de fiduciair altijd in de communicatiecommissie van het pensioenfonds zit. Die kan dan op beleidsniveau bijdragen aan de communicatie van het fonds.’
Roskam: ‘We zouden veel meer samenwerking in de sector moeten organiseren. Fiduciairs bieden dat platform en zijn daartoe geëquipeerd. Ik zou graag zien dat we elkaar in de sector nog meer vinden en ook buiten de eigen kaders kunnen gaan denken. Dat vraagt de Wtp, en dat is in het belang van de deelnemers.’
Fokkelman: ‘Het is inderdaad van belang om breder te kijken. We denken vaak in termen van samenwerking ten aanzien van mede-pensioenpartijen, maar juist over de financiële sector heen zal daarnaar veel vraag komen.’
Barlage: ‘We horen veel negatiefs over zaken die niet goed lopen, maar we kunnen ook wel enigszins trots zijn op wat we wel met elkaar hebben bereikt. Dat geldt voor het pensioenfonds, de fiduciair, de administratie, de pensioenuitvoeringsorganisatie. Ik denk verder dat nu het moment is gekomen waarop moet worden nagedacht over de next waves. Wat komt er na de Wtp en hoe wil je daar als organisatie op inspelen? Hoe wil je als organisatie in de pensioensector te boek staan?’
Dom: ‘Niet alle belangen liggen op één lijn. Partijen moeten zich daarvan goed bewust zijn. Wat betreft de kosten zou een bepaalde reset van het prijsniveau voor de sector best gezond zijn. De winstgevendheid is niet overal om over naar huis te schrijven.’
Zien we nieuwe partijen ontstaan na invoering van de Wtp?
Roeloffs: ‘Het gaat niet om een heel winstgevende business. Voor nieuwe partijen is het niet erg aanlokkelijk om in een business te stappen waar de marges laag zijn. Het is bovendien een complexe tak van sport. Ik denk dat de barriers to entry nogal hoog zijn.’
Albrecht: ‘Ik denk dat er wel degelijk ruimte ontstaat voor, wat ik maar noem, nieuwe regiepartijen. Dat zijn geen vermogensbeheerders. Regiepartijen kunnen fungeren als een soort uitbesteed bestuursbureau. Ze zijn goedkoop, want hun kosten zijn laag: een computer en een auto, niet een hele machinerie om op te tuigen.’
Roskam: ‘Als er gaten vallen in de keten, ontstaat er ruimte voor nieuwe partijen om die in te vullen. Die kans is aanwezig. Een fiduciair moet een bepaalde basis hebben in de FPR en/of de SPR om zijn taken goed te kunnen uitoefenen.’
Dom: ‘De FPR en SPR zijn zo rudimentair, dat ze, denk ik, wel door alle partijen blijvend worden bediend. Ik zie niet gebeuren dat een partij zegt: ik ga als fiduciair de FPR of de SPR niet ondersteunen. Maar het wordt anders als je bijvoorbeeld leverage of meerdere uitkeringscollectieven en dat soort zaken gaat ondersteunen. Dan zouden partijen kunnen zeggen: binnen FPR en SPR kies ik een bepaalde standaard en die ga ik ondersteunen.’
Barlage: ‘Op termijn zullen buitenlandse partijen, zeker degenen die al een behoorlijk track record hebben met DC-beleggen, de FPR-markt te willen gaan betreden. Alhoewel de toegangsbarrières vrij hoog zijn.’
In het kort Onder de Wtp moeten pensioenfondsen transparanter zijn. De nadruk zal veel meer komen te liggen op communicatie naar de deelnemers en operationele uitvoering. Om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren, is het belangrijk dat de countervailing power van pensioenfondsen naar een hoger niveau wordt getild. Als de communicatie tussen pensioenfonds, custodian, pensioenuitvoerder en fiduciair niet klopt, kunnen fouten optreden. Dat is echt iets nieuws ten opzichte van vroeger. De trend van het pensioenfonds als commerciële onderneming in plaats van sociaal fonds wordt verder voortgezet. Ze zijn van sociale tot financiële instituten geworden, deelnemers worden klanten. Op termijn zullen buitenlandse partijen gaan kijken of ze de FPR-markt kunnen gaan betreden. |
Martijn Euverman Martijn Euverman is Partner bij Sprenkels. Zijn focus ligt op balansmanagementvraagstukken voor zowel pensioenfondsen (Wtp-trajecten) als andere institutionele beleggers (verzekeraars, stichtingen en woningcorporaties). Hij heeft zitting in een tiental beleggingscommissies. Daarnaast is hij regelmatig betrokken bij searches naar fiduciairs, custodians en impact managers. |
Rik Albrecht Rik Albrecht is actief betrokken bij diverse pensioenfondsen als bestuurder en voorzitter van de beleggingscommissie. Daarnaast regisseert hij het vermogensbeheer voor de klanten van Roccade Advies. Met eerdere functies als Investment Consultant bij Aon en Portefeuillebeheerder bij APG en DBV Levensverzekeringen heeft hij uitgebreide ervaring op het gebied van institutioneel vermogensbeheer en strategische asset allocatie. Zijn academische achtergrond omvat studies in Groningen, Maastricht, Birmingham en Parijs. |
Tim Barlage Tim Barlage is Partner bij KPMG en kan bogen op brede advieservaring binnen de pensioen- en vermogensbeheersector. Hij houdt zich al meer dan 20 jaar bezig met trajecten op het gebied van fiduciair- en integraal vermogensbeheer, strategische verandertrajecten en ontwikkelingen omtrent risicomanagement. Barlage is co-Head van het asset management- en pensioenteam en maakt deel uit van het kernteam van KPMG inzake het Wtp. |
Peter Dom Peter Dom is medeoprichter en Partner bij AF Advisors, een onafhankelijk adviesbureau binnen de investment management-industrie. Hij is verantwoordelijk voor organisatorische change-vraagstukken, zoals het verbeteren van de operationele inrichting van vermogensbeheerorganisaties en het ontwerpen, optimaliseren en implementeren van operationele modellen naar aanleiding van een strategische heroriëntatie of nieuwe wetgeving zoals de Wtp. Hiervoor heeft hij diverse functies gehad binnen Robeco. |
Annemijn Fokkelman Annemijn Fokkelman is Head of Client Portfolio bij de fiduciair manager van APG Asset Management. Met haar team adviseert ze pensioenfondsklanten over uitvoeringsaspecten van hun beleggingsportefeuille. Hiervoor heeft ze 20 jaar in diverse leidinggevende en asset management functies gewerkt bij banken, bijvoorbeeld in de beleggingscategorieën Aandelen en Infrastructuur. Fokkelman heeft een Master in de Macro Economie van de R.U. Groningen. |
Hans Fortuyn Hans Fortuyn is als Head of Fiduciary Management Netherlands bij Columbia Threadneedle Investments verantwoordelijk voor de beleggingen van meerdere pensioenfondsen. Hij begon zijn carrière in 2008 bij de voorgangers van Columbia Threadneedle (F&C en BMO GAM) als Account Associate Investment Reporting. Daar maakte hij in 2012 de overstap naar het fiduciaire team, waaraan hij sinds 2023 leiding geeft. |
Lodewijk van Pol Lodewijk van Pol werkt al ruim zes jaar als zelfstandig bestuurder en adviseur. Sinds 2019 is hij Uitvoerend Bestuurder bij StiPP en sinds 1 april 2024 is hij daar in vaste dienst. Daarnaast is hij sinds 2022 Extern Bestuurder bij Pensioenfonds Notariaat en sinds 2024 lid van de visitatiecommissie van het Pensioenfonds voor de Fysiotherapeuten. |
Karin Roeloffs Karin Roeloffs is Hoofd Fiduciair Management bij Aegon Asset Management. Zij heeft ruim 30 jaar ervaring met het beleggen voor en adviseren van institutionele partijen. Roeloffs heeft eerder gewerkt bij ABN AMRO, APG en Mercer. |
Jeroen Roskam Jeroen Roskam is werkzaam bij Achmea Investment Management als Senior Fiduciair Adviseur/Account CIO. Hij heeft ruim 20 jaar ervaring in de vermogensbeheersector en werkte eerder als Portfolio Manager bij Rabobank Schretlen Private Banking en als Client Advisor bij J.P. Morgan Asset Management. Roskam heeft veel ervaring opgedaan met de (voorloper van de) FPR-regeling. |