KPMG: Groeiend aantal duurzaamheidsthema's gekoppeld aan bestuurdersbeloning

KPMG: Groeiend aantal duurzaamheidsthema's gekoppeld aan bestuurdersbeloning

Duurzaam beleggen ESG
Vermogen groei winst beleggen

Uit vervolgonderzoek van KPMG blijkt dat een groeiend aantal bedrijven duurzaamheidsdoelstellingen koppelt aan de beloning van leidinggevenden. 

In mei 2024 bleek al dat grote bedrijven in Nederland topmanagers bonussen geven voor prestaties op sociaal vlak, milieu en verantwoord bestuur. Het nieuwe onderzoek, met 375 beursgenoteerde bedrijven uit 15 landen, toont aan dat duurzaamheid wereldwijd een steeds belangrijkere rol speelt in de beloningsstructuren van de raad van bestuur. Bij Nederlandse bedrijven blijft het percentage bedrijven dat de doelstellingen hanteert (88%) gelijk, maar het aantal gekoppelde onderwerpen is sterk toegenomen.

Koppeling duurzaamheidsprestaties

In Nederland koppelt 88% van de bedrijven duurzaamheidsdoelstellingen aan de beloning van leidinggevenden, wat hoger is dan het wereldwijde gemiddelde van 78%. Dit benadrukt de sterke focus op duurzaamheid binnen Nederlandse bedrijven. 88% hiervan stemt deze beloningen af op relevante duurzaamheidsonderwerpen voor het bedrijf. De meest wijdverbreide duurzaamheidsdoelstellingen hebben betrekking op klimaatverandering en het eigen personeelsbestand, vaak in lijn met ESG-onderwerpen die voor het bedrijf van belang zijn. De opname van onderwerpen als water, vervuiling en biodiversiteit blijven nog achter, zowel in Nederland als in de andere landen.

Steeds meer bedrijven koppelen duurzaamheid aan langetermijnstimulansen en aan een breder palet aan onderwerpen. Eerder werd vooral gekeken naar eigen personeel en klimaat. Vera Moll, Director Duurzaamheidsrapportage en Strategie, zegt: 'Er is een grote groei te zien bij de Nederlandse bedrijven die meer op langetermijnstimulans inzetten. Dat is een goede ontwikkeling omdat duurzaamheidstransformaties een langetermijnvisie en inzet van het management vragen. Toch is er daar nog veel winst te behalen; van de 25 bedrijven hebben 8 nog helemaal geen koppeling met de langetermijnstimulans.'

Regionale verschillen

Bedrijven in de EU gebruiken duurzaamheidsmaatregelen vaker dan bedrijven buiten de EU. Opvallend is dat het Verenigd Koninkrijk en Australië respectievelijk op de tweede en derde plaats in de top 25 bedrijven staan. Dit toont aan dat ook bedrijven buiten de EU-regelgevingsvereisten een ambitieuze benadering hanteren om duurzaamheid stevig te verankeren in hun organisatie.

Ondanks de koppeling met materiële duurzaamheidsonderwerpen door zowel Japan als het VK, zijn landen buiten de EU gemiddeld minder afgestemd dan die binnen de EU. Gemiddeld stemmen 7,5 bedrijven in niet-EU-landen de materiële duurzaamheidsonderwerpen en beloningsmaatregelen van de raad van bestuur volledig op elkaar af, vergeleken met 8,7 bedrijven in EU-lidstaten.

In het kort:

  • 78% van de 375 onderzochte bedrijven gebruikt duurzaamheidsmaatregelen bij het berekenen van de beloning van top managers.
  • In Nederland hanteert 88% van de 25 onderzochte bedrijven dit beleid. Het aantal duurzaamheidsonderwerpen waarmee de koppeling wordt gemaakt, is toegenomen. Vooral langetermijndoelstellingen worden belangrijker.
  • De meest voorkomende duurzaamheidsdoelstellingen richten zich op klimaatverandering, specifiek broeikasgasemissies, en het personeelsbestand van bedrijven, met de nadruk op vrouwelijk leiderschap en letselcijfers.
  • 88% van de bedrijven die duurzaamheidsdoelstellingen integreren in de beloning van de raad van bestuur, stemmen deze af op relevante duurzaamheidsonderwerpen voor hun bedrijf.
  • Er zijn significante regionale verschillen. EU-landen laten een hogere gemiddelde adoptie van duurzaamheid-gerelateerde beloning zien in vergelijking met niet-EU-landen.