Han Dieperink: China’s lange adem in de handelsoorlog

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
De recente escalatie in de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China lijkt op het eerste gezicht op een overwinning voor president Trump. Met importheffingen tot wel 145% op Chinese producten – tegenover slechts 10% voor goederen uit andere landen – heeft hij een forse klap uitgedeeld aan de Chinese economie. Toch zou het voorbarig zijn om China als verliezer te bestempelen in deze economische krachtmeting.
China beschikt over aanzienlijke ruimte voor economische stimulering. Anders dan de VS kampt het land niet met inflatiezorgen en heeft het een van de laagste obligatierendementen ter wereld. Hierdoor kan Beijing fiscale en monetaire maatregelen nemen zonder bijkomende inflatiedruk, wat essentieel is om de schok van Amerikaanse tarieven op te vangen.
Interessant genoeg lijken China en de VS van rol te wisselen. Waar China jarenlang de binnenlandse consumptie beperkte en sterk exportgericht was, stimuleert Peking nu juist die binnenlandse consumptie. Ondertussen beweegt Amerika in tegenovergestelde richting met een strenger fiscaal beleid en importheffingen die feitelijk als een belasting op de eigen consument werken.
De afnemende Amerikaanse invloed
De Amerikaanse dominantie in de wereldhandel is significant afgenomen. In 2000 was de VS nog bestemming voor ongeveer 20% van de wereldexport. Nu is dat gedaald naar circa 13%, terwijl China zijn aandeel heeft verdubbeld. Veelzeggend is dat China momenteel meer naar Zuidoost-Azië exporteert dan naar de VS.
Deze verschuiving betekent dat het verlies van de Amerikaanse markt, hoewel pijnlijk, niet meer zo catastrofaal is voor China als een decennium geleden. De regionale handelsbanden in Azië, versterkt door initiatieven als RCEP en China’s Belt & Road-initiatief, bieden een substantiële buffer tegen Amerikaanse druk.
Ontwijking van tarieven
De enorme kloof tussen de 145% tarieven op Chinese goederen en de 10% op producten uit andere landen creëert krachtige prikkels voor tariefontwijking. Chinese exporteurs kunnen via doorvoer door derde landen, of door samenwerking met bedrijven in die landen, alsnog de Amerikaanse markt bereiken.
Bovendien maakt de beperkte inspectiecapaciteit van de Amerikaanse douane effectieve handhaving vrijwel onmogelijk. Met 70.000 containers per dag die alleen al in de westelijke havens aankomen, zijn de mogelijkheden voor ontduiking legio.
China’s strategische opties
Door direct met wederkerige tarieven te reageren, heeft China andere landen een duidelijke waarschuwing gegeven: wie de Amerikaanse lijn volgt, riskeert vergelijkbare vergeldingsmaatregelen. De verzwakking van de renminbi onderstreept deze boodschap – een signaal dat China bereid is valuta-devaluatie als wapen in te zetten tegen landen die zich bij Amerikaanse isolatiepogingen aansluiten.
China bezit bovendien ruim 800 miljard dollar aan Amerikaanse staatsobligaties, wat potentieel als drukmiddel kan dienen. De recente ondermaatse prestaties van Amerikaanse obligaties, ondanks de aandelenmarktcrash, suggereert dat China al begonnen is met het geleidelijk afbouwen van deze posities.
Zwaktes in de Amerikaanse strategie
De Amerikaanse tarieven werken als een belasting op de eigen consument en de eigen bedrijven. Ze kunnen inflatie aanwakkeren in een politiek gevoelige tijd en verhogen de kosten voor Amerikaanse bedrijven die afhankelijk zijn van geïmporteerde componenten.
Dit weekend bleek al dat Trump heeft besloten om elektronica, waaronder smartphones en computers, voorlopig uit te zonderen van de nieuwe heffingen – een teken dat zelfs de 10%-heffing te veel pijn zou veroorzaken voor Amerikaanse consumenten.
De lange termijn
De confrontatie tussen de VS en China zal vermoedelijk aanhouden. Beide partijen zien zwakte bij de ander en zijn daarom terughoudend met compromissen. China’s vermogen om economisch te stimuleren, toenemende regionale integratie en de inherente beperkingen van het Amerikaanse tarievenbeleid geven Beijing echter uitstekende kaarten voor de lange termijn.
De Chinese autocratie heeft bovendien als voordeel dat Beijing zich niet elke vier jaar hoeft te verantwoorden aan de kiezer, terwijl Trump binnen twee jaar waarschijnlijk de Mid-Terms gaat verliezen en daarmee wellicht politieke slagkracht.
Uiteindelijk zal de winnaar in deze economische strijd niet degene zijn die de meeste schade kan aanrichten, maar degene die zich het beste kan aanpassen aan de veranderende economische realiteit. China’s vermogen tot strategische aanpassing, focus op binnenlandse consumptie en regionale integratie suggereren dat Beijing, ondanks pijn op korte termijn, op de lange termijn de bovenhand kan krijgen in deze handelsoorlog.